Onze klokken in de cinema. Kruip mee in de toren

Misschien let u er niet op, maar dat moet u vast eens doen: genieten van de summiere maar intrigerende klank van onze kerkklokken, te horen tot uren in ’t ronde. Tim Martens kwam ze filmen en opnemen. Unieke beelden en geluidsopnames van in onze toren.

De pastoor kreeg eerder deze maand de vraag van Tim Martens van Zomergem om de klank van onze kerkklokken op te nemen. Martens is lid van de Gentse Beiaardkring en als klokkenliefhebber neemt hij in zijn vrije tijd het geluid van klokken op, zowel buiten als in de kerktorens. Die opnames worden nadien op het internet gepubliceerd om een voorstelling te bieden van het klokkenpatrimonium in België. Zo kwam hij ook in Knesselare terecht.

De film van de klokken van de kerk in Knesselare staat ondertussen op het internet. Beslist de moeite om die knappe opnames eens te bekijken. Alle praktische info (link en wat uileg) verderop.

Eerst een beetje geschiedenis: tweemaal geroofd

Hoe zat dat hier met die klokken? Wanneer werden die in de kerk opgehangen? Dat valt moeilijk te achterhalen, maar wat we uit bronnen wel weten is dat al in 1676 “de costere pretendeert van ‘t luyden”. In die stille tijden was volgens een andere oude bron de Knesselaarse klok zelfs tot in Brugge te horen.

In 1797, toen de Fransen onze streken bezetten, werd de enige klok van het Knesselaarse kerkje naar beneden gegooid, en kapot geslagen (volgens een andere bron in beslag genomen). In Parijs zou men er muntstukken van geslagen hebben. Later werd het natuurlijk vervangen; aanvankelijk door een klein armtierig “schelleken”.

In 1853 kwamen er drie nieuwe klokken. (aangekocht bij Andreas-Lodewijk Van Aerschodt uit Leuven). Die waren dus ouder dan het kerkgebouw.

Ze bleven er hangen tot in 1943, tijdens de tweede wereldoorlog, toen de Duitsers de twee zwaarste kwamen weghalen om er oorlogstuig van de maken. Alleen het kleinste klokje bleef hangen. Ook dat nog eens naar beneden halen, bleek de moeite niet. Wisten de Duitsers dan niet wat de volksmens zei: “Wie met klokken schiet, wint de oorlog niet”? Ze voerden onze klokken naar Gent, vervolgens per schip naar Duitsland.

De jeugd kijkt geboeid naar het spektakel

Na de oorlog werd de oorlogsschade hersteld, en na een geldinzameling bij de parochianen werden in 1948 nieuwe klokken gekocht bij Michiels in Doornik. De grootste kreeg de naam Willibrordusklok, de middelgrote de Mariaklok of Onze Lieve Vrouwklok. Op de grote klok staan de namen van de toenmalige pastoor en onderpastoors (De Vleesschauwer, De Jaeger en De Ganck) en van de leden van het kerkbestuur en van notaris Robert Maeyens en zijn vrouw, peter en meter van de grote klok. Burgemeester Maurits Devreese en zijn vrouw werden peter en meter van de Mariaklok. Het kleine klokje kreeg de naam Sint-Annaklok.

Na de oorlog worden nieuwe klokken aangevoerd

De klokkenluiders: Ga Luud!

Tegenwoordig worden de klokken van onze kerk “elektrisch” aan het werk gezet. Maar dat was ooit wel anders. Eertijds dienden speciaal hiervoor aangestelde mannen de klokken te luiden. Lange repen hingen uit de klokkentoren tot in een lagere verdieping. Daar werden de klokken geluid. De familie Van Severen, afkomstig van Ruiselede vulde hier in Knesselare vele taken in: die van organist, koster, kerkdienaar en klokkenluider. De overlevering dat de familie de bijnaam ‘Galud’ kreeg omdat Petrus Van Severen omdat zijn West-Vlaamse echtgenote hem regelmatig toeriep: ‘Petrus, ga, luud!’. Zijn zoon Jules was hier de laatste klokkenluider. Sinds de komst van de elektriciteit (in Knesselare in 1928) werden de klokken met een simpele draai aan de knop aan het werk gezet. August Vercruysse was de eerste man die deze apparatuur bediende.

Waarom die klokken?

Voor de parochianen, waaronder ook de boeren en werklieden op het veld waren de klokken een wegwijzer door de dag.  Een tijdssignaal, een teken om de arbeid te stoppen, voor het noenmaal, voor het onderbreken van het werk om te bidden, of voor de terugtocht naar huis. Nu nog altijd melden klokken overlijdens, huwelijken en processies, missen en hoogmissen. Ook nog altijd te horen is het angelus (‘s morgens, ‘s middags, ’s avonds),

Wat men kan met drie klokken

Het angelus op het veld (schilderij Millet, 1853, Musée d’Orsay, Parijs)

 

Over het gewicht van de klokken verschillen de bronnen. We houden het bij volgende info: de Willibrordusklok (grootste) 1121 kg, de Mariaklok 485-500 kg en de Annaklok (de kleinste) 350 kg.

Het lijkt wonder: met de drie tonen () toch heel diverse sferen (verdriet, bericht, uur, feest) kunnen worden gecreëerd. Een deel van die techniek zit in de afwisseling tussen kleppen en luiden. Men spreekt van kleppen als een soort hamer op de klok slaat, van luiden als de klok zelf in beweging gebracht wordt en de klepel op de klok slaat.

De regeling van de klokken is afhankelijk van de traditie in de parochie (of in de streek) en is ook afhankelijk van afspraken die binnen een bepaalde gemeente hierover worden gemaakt.

 

U kunt het werk van de klokken bekijken/beluisteren door HIER te klikken  Lees vooraf dit: Op de opname ziet u eerst een aantal foto’s (kerk, gewelven, klokkenkamer, toren en torenfoto’s vanuit de bovenste luiken) terwijl de drie klokken nog in begrafenisstemming luiden. Vervolgens hoort u het “luiden” van de klokken apart. En om af te ronden kan u in beeld en klank genieten van het (manueel) luiden van de drie klokken in feeststemming. Vergeet niet, als u kijkt, het beeld op volle schermgrootte te zetten en… de klank aan, natuurlijk! Best eens de moeite, want u komt er zelden.

Voor de Sint-Willibrorduskerk zit het zo:

De uurslag: Elk uur wordt een passende aantal slagen gegeven gegeven op de kleinste klok (de Sint-Annaklok, 350 kilogram) om het uur aan te duiden. Dan gaat de klok “kleppen” (de klok gaat niet slingeren)

Het angelus: Om 12 uur ’s middags en ’s avonds 20 u. Er wordt driemaal drie slagen geslagen op de klok, onderbroken door een kleine pauze. Daarna luidt het één minuut ter afsluiting van het angelus.

De aankondiging van de missen (gewoon programma) – de weekdagmis (woensdagmorgen) 5 minuten kleppen (de Mariaklok, 485 kilogram) — de zondagsmis: 30 minuten voor de mis gaat de Mariaklok luiden, 15 minuten voor de mis klept de Annaklok.

Bij overlijden: wanneer iemand gestorven is wordt ’s morgens om 8:10 u 5 minuten rouw geluid met de drie klokken en in deze volgorde: de kleine Annaklok –  de grote Willibrordklok, de middelste Mariaklok, telkens met een kleine pauze. Dit wordt elke dag herhaald tot de overledene begraven is. Een kwartier voor de uitvaart wordt opnieuw rouw geluid (3 klokken kleppen)

Bij huwelijk en hoogdagen: een halfuur voor de huwelijksviering wordt geluid met drie klokken (niet synchroon)(a). Dit wordt nog eens herhaald 15 minuten voor de viering zelf, maar dan met het kleppen van de drie klokken na elkaar (b).

Bij doopsel: Enkel op zondag om 14:30 u wordt gedurende vijf minuten geluid met de kleine klok

Bronnen: Liber memorialis, kerkarchief Sint Willibrordus, ‘Parochie en kerk Sint Willibrord te Knesselare’ van Alfons Ryserhove. Met dank aan pastoor Jozef De Bodt voor de aanvullende info. Foto’s Hooft en Edgard Van de Casteele. Met dank aan TIm Martens van wie we dit mochten publiceren.

WILT U KNESSELAARS NIEUWS OP DE VOET VOLGEN?

DEZE BLOG VOLGEN IS MAKKELIJK. NOTEER UW EMAILADRES IN HET PASSENDE VAKJE RECHTS NAAST OF ONDER DIT ARTIKEL EN DRUK ENTER. ZO BENT U ALTIJD METEEN MEE