Het leven een schouwtoneel? We trekken er doorheen, met links en rechts een evenementje, met nu en dan een gebeuren in ’t dorp dat we met z’n allen – of toch met meerderen – “sociaal” beleven. De kranten registreren een en ander. In 1957 bij voorbeeld.
Sport
De biljartsport was hier in de jaren 1950 bijzonder populair. De betere biljarters, vermeld in 1957, waren Gentiel, Gerard en Alfons De Jaegher, Gentiel Verdonck, André Verhoestraete, Gerard Ryserhove en Albert Wille (De Plaats) die kampioen werd bij ‘Oefening baart kunst’, de club die z’n lokaal had bij Arthur De Jaegher.
De vinkenvereniging ‘De Dappere Zangers’, gevestigd in café Alidor De Reu in de Veldstraat huldigde haar kampioenen: Kamiel Claeys was koning, Robert Sonnaert kampioen. Gerard Martlé was voorzitter.
VV Harop speelde geen goed seizoen. Het ging er toen ook al eens minder prettig aan toe. Na een wedstrijd tegen Ganda werd een Gentenaar zo hevig aangepakt dat hij met een dubbele beenbreuk naar het ziekenhuis moest.
Wielerwedstrijden waren erg populair met tal van Knesselaarse beloften (Van Heyste, De Spiegelaere, De Loof, Neirynck e.a.).
Een wielercomité met Van Paemel, Romain De Baets, Firmin Verheecke, Julien Waerniers e.a. organiseerde in het kielzog van Kasseikeskermis in 1957 ook het Kampioenschap van het Meetjesland. Gilbert Van Heyste won. Jozef Timmerman werd derde. De 18-jarige André Claeys werd “een van de meest begaafden” genoemd. Zijn supportersclub Nooit Gedacht, met lokaal bij café Mietje (Vermeire) in Westvoorde telde 220 leden.
Zo’n zestig jaar geleden werkten een drietal mensen voor de gemeente. Een secretaris, een bediende en … “de champetter”. Veldwachter Richard Van Ryckeghem, geboren in Petite Synthe (Frankrijk) in 1892, werkte als lijnlegger bij de RTT, werd opgeroepen bij het leger in 1914-18, ging als oudstrijder bij de rijkswacht (1923) en werd uiteindelijk veldwachter in Knesselare (1932). Deze man “die men zijn ouderdom niet aanziet en nog jong van hart is”, zo schrijft Jozef Vanthuyne, was ook schrijver-schatbewaarder van de bloeiende Knesselaarse oudstrijdersbond. Hij werd in 1957 opgevolgd door Hilaire Van Yper, tolbeambte in Maldegem.
In februari brandde de meubelfabriek van A. Lips af. Hij belde nog de pompiers van Maldegem, maar de fabriek in de Kerkstraat werd vernield. Het was kleermaker Robert Lips, die ook in de Kerkstraat woonde, die de brand opmerkte, helaas te laat.
Brouwer Jozef Bockaert (Veldstraat) werd ernstig gewond toen hij de buizen in zijn brouwerij reinigde. E. Mestdagh werd zwaar gewond bij het herstellen van een zware autoband bij vrachtvervoerder Raymond Martlé. Malvina Heysse, echtgenote René De Spiegelaere (Nieuwstraat) viel van de trap.
Het 18 maand oude dochtertje van kleermaker Marcel Wittouck (Smissestraat) had “al spelend in de hof, met zijn handjes die het nadien in de mond stak planten aangeraakt die met een insectendodend poeder bestrooid waren. De ouders stelde vast dat het gedurig moest braken. Het kind werd naar het hospitaal in Brugge overgebracht waar het door een spoedig ingrijpen van een gewisse dood kon worden gered.”
In oktober 1957 waren de lagere scholen dagenlang gesloten wegens de A-griep.
In de jaren 1950 was de verkeersveiligheid niet wat ze vandaag is. Gemotoriseerd verkeer was een jong gevaar. Ook in 1957. Robert De Vriendt uit Oedelem overleed na een aanrijding in de Kloosterstraat met motorrijder Carolus Carette uit Knesselare. Laatsgenoemde liep breuken en zware verwondingen op zie foto). In het Drieselken botsten twee fietsers in volle vaart. Lucien Nemegeer (14) en André De Meyer (23) werden “bewusteloos en bloedend” naar het ziekenhuis gevoerd.
De Civiele bescherming
Wat de “Burgerlijke Bescherming” was, zullen de jongeren van vandaag niet meer weten. Kort na de Wereldoorlog en in de aanloop naar de Koude Oorlog zat de schrik er nog goed in. Geüniformeerde mannen moesten bij noodgevallen ten dienste kunnen staan van de bevolking. Weten wat te doen bij onheil of rampen, maar vooral ook bij een luchtaanval was één van de redenen waarom die civiele bescherming bleef voortbestaan.
Mobiliteit
Er kwam stilaan verbetering in de erbarmelijke toestand van de wegen “die vele jaren op voorhistorische baantjes geleken”. Een nieuwigheid en grote verbetering was de “tarmacbedekking” van enkele buurtwegen: Vaartweg, Driesstraat, Kneukelstraatje, Westvoordestraat, Schapersbosstraat, de dreef naar het klooster (begin van de Prinsengoeddreef).
Ook verbazend recent: de elektriciteitsleiding werd gelegd in Hellestraat, Kwadamstraat, Overleie en de Geuzestraat. Knesselare vernam toen ook dat het voor de “verbinding tussen de hoofdstad en de badplaatsen” middendoor zou worden gesneden (lees knipsel verderop)
Verrassend misschien: zestig jaar geleden werd al gesproken over de “verfraaiing van de dorpskom” en het zoeken naar een oplossing voor het parkeerprobleem aldaar.
De KWB voerde actie voor meer zitplaatsen op de arbeiderstreinen, meer ‘stops’ van treinen uit Brugge in Aalter, meer avondtreinen. Met succes. Het spoor werd klantvriendelijker.
Cultuur
De toneelgroep van de Rederijkerskamer speelde het stuk Galileo, nadat de groep al tweemaal op rij de wisselbeker van de provincie won. Walter Van Ryckeghem regisseerde. Op het Festival der middeleeuwse Wagenspelen in Oedelem werden fragmenten uit Reynaert De Vos opgevoerd.
Cinema Franklin draaide wekelijks films in de parochiezaal. In de programmatie van 1957 was ‘Sissi’ met Romy Schneider het absolute hoogtepunt.
De fanfare speelde twee muziekavonden “voor een bomvolle zaal”… en zoals toen ook jaarlijks gebeurde een Vlaamse Kermis in de hovingen der kinderen Leuridan, met optredens van “de negerzanger Burd Loney”, een mode-parade en de radiovedetten Eddy Christiani, Maria Zamora, Willy Lustenhouwer e.a.
Zoekertje tussendoor: Merkwaardig, maar noch van de cinema Franklin, noch van de muziekavonden en Vlaamse kermissen van de fanfare zijn foto’s bewaard.
Tot de volkscultuur behoorden hier lange tijd ook – veel meer dan dit vandaag nog het geval is – de stoeten, processies en carnavaloptochten. Het carnavalfeest van 13 april bvb., met “tienduizend kijklustigen” was in 1957 het topevenement… Helaas stonden we toen zelf al als kleinste vooraan in de rij tussen de pierots. Hieronder een knipsel uit de krant van toen. Voor meer foto’s: zie verderop in de prentenbak …De wijkkermissen waren bijzonder populair. Iedere kermis probeerde wel een specialleke in het programma op te nemen. In 1957 was er grote belangstelling voor de Hoekestraatkermis, met koers, kinderspelen (“flessenvulling”) en vrouwenbolling (met op het podium Julienne De Baets, Clara De Pickere en Godelieve Corvelijn). Ook op Hellestraatkermis werd stevig gebold, gekoerst, met de duiven gespeeld, gebiljart. En ’s avonds was er een grote “doolkoers”, gevolgd door groot bal in de danstent van Suzanne Van Hulle. In de Maldegemwegkermis was er onder meer een prijskamp “met de teerlingbak”. Op de Cypriaankermis (Vaart) waren er ook grote hanenzettingen. De Kloosterstraatkermis programmeerde ‘mastklimmingen’ en op de Zandekenskermis lokte men volk met een ‘grote houtvenditie’ bij Albert De Spiegelaere.
Tijdens de dagen van de zomerkermis organiseerde het feestcomité een grote kunsttentoonstelling in het gemeentehuis. Het was de tijd dat de foorkramers nog werden gevierd op het gemeentehuis. De fanfare trok rond met de toen bekende kramers Lionel Hauwe uit Eeklo (40 jaar aanwezig op onze foor) en Michel De Meyer uit Mariakerke (35 jaar).
1957 was ook het jaar dat kunstschilder Edgard Locks grote successen boekte. Hij schilderde landschappen, maar vooral stillevens en stelde tentoon in Mechelen, Roeselare en Charleroi, Torhout, Izegem, Brussel, Aalst en Hasselt.
Voor de lezers was er nu en dan nieuws vanuit de ‘Boekerij‘, die op dat moment haar collectie boeken voor de jonge bibliotheek regelmatig uitbreidde.
Jeugd
De vaktekenschool leverde goed werk, met de opleiding van stielmannen (bouwkunde, schrijnwerk, meubels, metselwerk).
De jongeren werden samengebracht door de priesters van de gemeente. De jonge gasten trokken met het vakantiepatronaat, onder de leiding van E.H. De Coninck op “reis” naar Nobelstede. Soep, melk en verzekering voor 10 frank.
De KSA’ers “jongknapen” zwoeren trouw aan hun idealen in het bijzijn van E.H. Gyselbrecht, gouwproost Oost-Vlaanderen en de alomtegenwoordige “Coninscke”…(zie foto)
En dan waren er nog de Bond van kinderrijke gezinnen, met Klaasfeest en ander vermaak. Het Davidsfonds bood de adolescenten filmvoorstellingen en andere vormings- of ontspanningsactiviteiten aan. De jongerengroepen organiseerden samen met zo’n 250 aanwezigen op een regendag een jeugdfeest “in de grooten hangaar van Cyriel Van Heyste”, gevolgd door een groot kampvuur op het dorpsplein. Aan sociaal leven dus geen gebrek.
Hieronder nog een prentenbak van de Eerste Carnavalstoet (1957)