In De Standaard verscheen woensdag een artikel waarin de auteur verslag uitbracht over een Knesselaars gezin waar iedereen besmet geraakte met het coronavirus. We geven het hieronder integraal mee.

“Vader, moeder, peuterzoon en baby: in het gezin van Joris De Flou (41) en Benedicte Descamps (36) in Knesselare, bij Aalter, raakte iedereen besmet met het nieuwe coronavirus. ‘Frustrerend, want we hebben zeer snel onze voorzorgen genomen’, zegt Benedicte, die op 23 januari bevallen is van hun tweede zoon, Baptiste. De oudste, Benoit (3,5), kwam op 12 maart met een briefje van school thuis, waarin te lezen stond dat een klasgenootje besmet was geraakt. ‘Mijn eerste gedachte was: als de baby maar niet ziek wordt. We besloten Benoit onmiddellijk thuis te houden. De dag erna werd de lockdown afgekondigd. Voor ons was het te laat: vijf dagen later werd Benoit ziek en kregen we het allemaal.’

Vier weken lang hebben ze zichzelf in isolement geplaatst. Geen kraamzorg meer aan huis, geen hulp meer van de groot­ouders. Het is zwaar geweest: ‘Benoit is nogal een spring-in-‘t-veld. Hij heeft hooguit een dag in de zetel gelegen, met hoge koorts. De baby werd ziek, en kampte met een oorontsteking. Ikzelf kon geen pap meer zeggen. Ik had al langer een slaaptekort.’

Ook Joris werd ziek: ‘Geen koorts, maar wel drie, vier dagen echt mottig. Ik had totaal geen reukgevoel meer, wat vervelend is als je baby een vuile luier heeft. Zelfs de alcoholgel, die ik in mijn neus voelde prikken, kon ik niet meer ruiken.’

Ze zijn er nu doorheen. Sinds begin vorige week gaat kraam­verzorgende Els Verheyde er opnieuw aan huis. Ze komt speciaal wat vroeger, om eerst haar handen te wassen en te ontsmetten en daarna beschermende kledij aan te trekken, inclusief een mondmasker. Dan ontsmet ze alle klinken op de benedenverdieping – een maatregel die haar dienst, thuiskraamzorg De Wieg, haar heeft opgelegd om verspreiding tegen te gaan.

Weer normaal

‘Ik krijg veel steun van de organisatie’, zegt Els. ‘Ze hebben mij om te beginnen gevraagd of ik in dit gezin aan de slag wilde. Voor mezelf ben ik niet bang, maar ik zou niet willen dat ik thuis iemand besmet. Mijn verantwoordelijke belt me geregeld en heeft een pakketje beschermingskledij bij mij thuis gebracht zodat ik het niet zelf moet ophalen.’

Van de 33 kraamgezinnen die De Wieg in regio Aalter bij het begin van de ­covid-uitbraak in begeleiding had, heeft de helft de samen­werking tijdelijk stopgezet, uit vrees voor besmetting. Bij de andere helft liep de zorg door of werd ze zelfs uitgebreid, met alle nodige bescherming. ‘We hebben tijdig enkele grote bestellingen geplaatst’, zegt Matthias Lampaert van Familiezorg West-Vlaanderen.

Benedicte is blij dat er weer kraamzorg is: ‘De eerste keer dat Els kwam, heeft ze de baby twee uur lang in mijn plaats vastgehouden, zodat ik eens goed kon rusten. Soms maakt ze eten klaar, of doet ze de strijk. Ze helpt me ook als ik vragen heb over de borstvoeding of ze deelt trucjes om Benoit meer groente te laten eten. We zijn blij dat alles weer normaal loopt.’

Nu de scholen nog, zegt Joris. ‘Wij zijn vragende partij om ze zo snel mogelijk te heropenen. Te veel zaken zijn on hold gezet. Dat is niet goed voor de economie. Ik zeg het niet voor mezelf, want ik heb nog een grote opdracht lopen. Er zijn veel andere mensen die thuiszitten en weer aan de slag willen gaan.’ (Foto: De Standaard)