Strijdbroeders al 125 jaar cultuurkern van Knesselare

Voor zover we weten is er in Vlaanderen maar één vereniging die zich “Vlaamse Strijdbroeders” noemt.  Wie wilden die kerels van toen? In december is het feest in de club. Met 125 kaarsen op de taart.

De huidige bestuursploeg van de Strijdbroeders (of de ‘Eed’ van de Rederijkers)

Einde de jaren 1900 (1893) kwamen en­kele jonge mannen bijeen in de herberg De Zwaan. Ze deden dat omdat ze Vlaamsgezind waren, “goesting” hadden om een of andere zolderkamer wat toneel te spelen en graag bijeenkwamen voor vergaderingen waar ze samen de wereld verbeterden, sprekers zouden uitnodigen of zelf voordrachtjes zouden geven. Het liefst nadien gevolgd door wat grappen en grollen, wat gezang en “een goed glas bier tegen ne kluit de grote pint”.

De naam Strijdbroeders (broeders in de strijd) werd voorgesteld door August Van de Casteele, zo noteert de verslaggever.  Het woord staat niet in de Van Dale.

De Strijdbroeders mogen zich sinds 1955 ook rederijkers­kamer noemen.

De roots

1893? Dan denken we aan een boerendorp, aan de laatste spinnewielen en weefgetouwen, armoede en emigratie, aan een dorp bestuurd door een kleine groep burgers en geestelijken, waar nog maar pas een paar scholen waren gebouwd. Aan een tijd waar gemeentepolitiek een mannenzaak was. De volkscultuur bleef beperkt tot spel en sport, en veel kermissen, een koor en een fanfare (gesticht in 1888). Dat was het zowat.

In die context kwamen een twaalftal mannen bijeen, die iets meer wilden. Ze keken op naar de eerste Vlaamse schrijvers (Conscience, Ledegank, Snellaert, maar ook de Knesselarenaar August-Victor Bultynck, e.a.) en naar – vaak dezelfden – de voortrekkers van de jonge Vlaamse Beweging, die zich verenigden in allerlei kringen (Davidsfonds, Willemsfonds, etc.) …

Op zondag 12 maart 1893 stichtten ze de Strijdbroeders.

Eerste foto, een jaar na de stichting. Zittend: Louis Spanhove (), Alfons Arnaut (), Vital Maeyens (), Alfred Segers (), Jules Arnaut (). Tweede rij: August Cooreman (), August Van Hooreweghe, Henri Gyselbrecht, Theofiel De Vos, August Vermeire, August De Spiegelaere, August Van de Casteele (), Adolf De Baets. Derde rij: Octaaf De Waele (), Désiré Roose, Charles De Blanc (), Adolf Rodts (), Alfons Hooft (), Hector Bultynck, Emiel De Baets. Vierde rij: Emiel Cornelis, Jules Stock, Camiel D’Havé (), Victor Maeyens, Henri Van Hooreweghe (namen met * = stichtende leden)

Eerste voorzitter werd Vital Maeyens, de man met de gekrulde ‘moustache’, telg uit een aloude Knesselaarse familie, advocaat, notaris, burgemeester. Na hem volgen in 125 jaar tijd de onderwijzer Alfons Arnaut, postmeester Leon Rodts, fotograaf Maurits Hooft, onderwijzer Walter Van Ryckeghem en leraar Renaat De Blaere.

Het aantal stipte verslaggevers/schrijvers was in die lange periode nog beperkter. Meester Alfred Segers van 1893 tot 1955, apotheker Julien Vandeweghe (1955-1979), Julien Willems (1979-1982) en Jan Magerman (1982-2018)

Tradities

Heraldicus Edgard Buysse, penningmeester Gerard Van de Casteele, deken Walter Van Ryckeghem en griffier Jan Magerman met de bierpot in de hand, voor de trofeeënkast in De Swaene

De Strijdbroeders waren sociaal geëngageerd en steunden met de opbrengst van hun toneel de armen, de kerk, de oudstrijders voor de bouw van hun monument, missionarissen, enzomeer …

Vergaderingen hadden plaats op zondagnamiddag in verschillende kroegen. Ze begonnen met het kruisteken en eindigden met de Vlaamse Leeuw. Later ontstonden nog wel meer tradities. Leden werden verkozen met “de stekskes” (luciferkopje pro, -staartje tegen) en kregen bij hun aanstelling een kenteken en een bierpot. Sinds de Strijdbroeders ook Rederijkers zijn (1955) is de voorzitter een “deken“, de schrijver een “griffier“, de toneelverantwoordelijke een “factor“, noemt de club “een Camere“, het bestuur “de Eed“, heeft de Camere ook een Prince, enzomeer. Dat is ook het geval voor de toelatingsvoorwaarden. Ook voor vrouwen en later voor niet-inwoners werden de deuren opengezet.

Leute en goed bier

Op de vergaderingen ging het al van bij de start over cultuur, folklore, reizen, geschiedenis, kunst, de Vlaamse zaak, etc…  Voorop stond lange tijd toch de Vlaamse actie… “België gelijkt aan een beddeken waar Waal en Vlaming samen slapen, maar de Waal moet altijd de schoonste plaats hebben en hij trekt de warme dekens naar zijn kant”, aldus erelid Victor De Lille in de beginjaren.

Toneel

Vanaf de stichting was toneel een tweede prominente activiteit van de Strijdbroeders. Volgens een verslag in het Fondsenblad waren er in 1902 “omtrent 600 toeschouwers, waaronder vele vreemdelingen, …”. Vandaag is dat niet anders, en overtreft men ruim de aantallen van toen. Het toneel werd een vaste, sterke waarde in het Knesselaarse cultuurlandschap.

De spelersgroep rond de tafel in ‘Augustus ergens op de vlakte’ (2018)

De Strijdbroeders 25 jaar geleden

Laatste “openbare” activiteit van dit jaar (voor wie dit nog tijdig leest natuurlijk):  dinsdag 13 november, 20 uur in De Swaene