Dramatisch nieuws is van alle tijden. In de Eerste Wereldoorlog stond Knesselare tweemaal in rep er roer. Half november 1914, op een zondagnacht, werd te Knesselare een vreselijke, drievoudige moord gepleegd. Een jaar later vloeide er bloed op De Plaats…
Over een eerste drama vonden we informatie in oude kranten (‘t Getrouwe Maldeghem, De Gentenaar, Het Fondsenblad). Ook Alfons Ryserhove had het erover (‘De oorlog 1914-1918 te Knesselare’. Bos en Beverland, 1989). We citeren:
Drievoudige moord
“Op de plaats genaamde de Blakte, in de wijk Eentveld, woonde de vrouw Alida Minjauw, echtgenote van Camiel Van de Casteele, die soldaat is in het Belgisch leger achter de IJzer. Het was een warme, maar eerlijke vrouw, die haar best deed om haar drie kinderen op te voeden.
De genaamde Adolf VH (bijgenaamd “Potter”) uit Eentveld is zondagnacht het huisje binnengedrongen en heeft vrouw (Alida) Minjauw vermoord door haar de keel over te snijden. Hij heeft ook de oudste twee kinderen gedood: Maria (13 jaar) en Leon (11 jaar). Het derde kindje, dat veel jonger is (amper 3 jaar) werd gespaard, maar heeft alles gezien en meegemaakt.
De moordenaar is daarna bij zijne moeder gelopen en heeft haar zijn misdaden bekend. Daarop is hij weggevlucht in de bossen.
Veldwachter Victor Strobbe van Knesselare heeft het parket te Gent verwittigd. Ook de rijkswacht uit Aalter ging op zoek naar de dader. Hij werd ten slotte ontdekt onder een hoop aardappelloof op het veld en is aangehouden.
Adolf VH, een boswerker, is 28 jaar oud, gehuwd en zelf vader van drie kinderen. De Raadkamer bij het Hof van Beroep te Gent heeft de zaak onderzocht en de geneesheren gelast de geestestoestand van de betichte te onderzoeken. Ze kwamen tot het besluit dat VH, op het ogenblik dat hij de ijselijke misdaad van de drievuldige moord, in de nacht van 15 op 16 november 1914, heeft bedreven, krankzinnig en onverantwoordelijk was. Daarom werd hij naar een Gesticht voor Sociaal Verweer te Doornik overgebracht en daar opgesloten (De Gentenaar, 17 november 1914 en 16 oktober 1915)
De drie lijkkisten, van moeder en kinderen, werden te Knesselare op dezelfde dag samen begraven.
Dodelijke schrik voor de dood
Een ander keer zat de angst er hier goed in toen een Duitse soldaat in een herberg op De Plaats werd vermoord. Dat dacht men toch…
We citeren: “Knesselare beleefde een gevaarlijk moment toen op 13 juli 1915, ’s avonds om 7 3/4 uur, de Duitser Heizer Heinrich Johann Renken uit Inhausersiel (Oldenburg) doodgeschoten aangetroffen werd in zijn kwartier, bij Henri De Spiegelaere, herbergier en lijndraaier (“Koorden en Netten”) op het dorp. Gijzelaars werden onmiddellijk aangehouden en er volgden scherpe verhoren.

Het was bibberen in de herberg van De Spiegelaere (tussen Vier Heymanskinderen en het Gemeentehuis (De Plaats, 1918)
Overal leefde men in de grootste angst. De gemeente werd met verschrikkelijke straffen bedreigd. Gelukkig konden de Duitse wetsdokters vrij spoedig met zekerheid uitmaken, dat de betrokken militair met zijn eigen wapen zelfmoord had gepleegd. Hij had namelijk een dodelijke schrik voor het front.
Op 31 juli 1915 werd de zaak dan ook voor het Kriegsgericht van de Etappen-Kommandantur nr 5, van het IVde Duitse Leger te Tielt, geklasseerd. De gijzelaars werden vrijgelaten, ook de huiseigenaar Henri De Spiegelaere op De Plaats, waar de zelfmoord was gebeurd en waar de ongelukkige ingekwartierd was geweest.