Hoe zou ’t met Rosan zijn? Een bakske vol herinneringen

Heel ver is Rosan niet gaan wonen, maar Knesselare “trekt” nog. De herinnering aan de klas, de chiro, het CVA, de sigarenfabriek, en een bijzondere tante. We naderen het einde van de reeks ‘Hoe zou ’t nog zijn met’.

Rosan Bouché (° 1958) was de derde van vijf dochters van Denis Bouchè en Jeanne De Baere (naast de andere a-tjes Greta, Olga, Tania en Katia). Katia, woont nog altijd in het ouderlijk huis in de Smissestraat.

Tweede leerjaar (°1958) bij en met zuster Edgarda

Zoals bij velen lopen ook bij Rosan de verste herinneringen tot in de prille kloosterklassen. Zeker als daar ook nog eens foto’s van bewaard zijn. Van het tweede leerjaar bij zuster Edgarda bij voorbeeld… (zie hieronder). De schooltijd werd ook de basis van veel kameraadschap. Samen met de “trok” naar de familie zorgde die ervoor dat de band met het geboortedorp nog stevig overeind blijft.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Na haar  huwelijk (1981) ging ze nog een jaartje in de Kwadamstraat wonen om dan te verhuizen naar Loppem. Daar had ze 24 jaar een winkel van porselein, gereedschap, kachels … Sinds 1 januari 2018 is ze gestopt met werken om voluit te genieten van haar hobby’s: reizen, toneelspelen en de kleinkinderen.

Sinds 2009 woont Rosan in Torhout. “Samen met mijn vriend hebben we vijf kinderen en al acht kleinkinderen… Ieder jaar een meisje, maar dit jaar uitzonderlijk twee jongens!”

Rosan moet iets met kerken hebben, want zoals in Knesselare, woonde ze in Loppem en vandaag ook in Torhout “onder den toren”.

Waar denk je spontaan aan als je ‘Knesselare’ hoort?

Aan zoveel mooie herinneringen! Mijn jeugdjaren, veel spelen op het Drieselken met Carine De Jaegher (zie foto) en Rudy Wittouck. Carine en ik verkleedden ons als getrouwd koppel. We gingen van deur tot deur en kregen dan een snoep of een cent.

 

Leute hadden ze wel, Rosan (rechts) en Mia Van den Kerchove

Bij de chiro (midden) met Greta Van de Casteele (links) en Marika Dancet (rechts)

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Vanaf de opstart van de Chiro was ik er bij; eerst als lid, later als leidster en groepsleidster. Toen ik de Chiro wilde verlaten vroeg onderpastoor Van den Broeck om nog één jaar verantwoordelijke te zijn (kijken of iedereen een lokaal had, de kachel aansteken, opruimen,…). Ik heb dat gedaan.

De babbels in het CVA (jeugclub met lokaal in de Kluizestraat) waren echt gezellig, en ook de vele kroegentochten was er ambiance verzekerd…

Op haar achttiende ging Rosan voor vijf jaar werken in de Cogetama. “Het werken in de sigarenfabriek (op vraag van Hilaire Van de Casteele) was een leuke meevaller, vooral de sfeer met allemaal vrouwen onder elkaar”, aldus Rosan.

De ploeg van Antoine Timmerman in de sigarenfabriek.

Wie in het Knesselaars onderwijs heeft voor u een bijzondere betekenis?

Jufrouw Marleen Verniest was voor mij de top. Ik heb twee jaar in haar klas gezeten: het vijfde leerjaar waar ik het grootste deel van het schooljaar afwezig was door een gesprongen appendix en het jaar daarna, een gecombineerd jaar van vijfde en zesde leerjaar, waar ik de gemiste lessen van het vijfde leerjaar kon inhalen.

Wat is uw leukste herinnering aan Knesselare?

Het CVA speelde onder meer het toneelstuk “Vrijers voor Tonia” met (hier in beeld, vlnr) Nicole De Rycke (partner van Geert De Loof), Jan Adam, Yvette De Reu en Rosan

Ik herinner mij de leuke repetities voor het toneelstuk Vrijers voor Tonia” met het CVA. Deze repetities gingen door in een kotje bij de schilderswinkel van Georges Stock. We hadden geen regisseur, zodat iedere speler mee vorm gaf aan het toneelstuk. Ikzelf speelde Tonia, andere spelers naast die op de foto waren onder meer Hans Bral, Jan Stock, Rudi Neyt en Renaat De Blaere…  Het leuke eraan was dat we toen brachten ook nog gesmaakt werd door het Knesselaars publiek.

Zou je ooit nog in Knesselare komen wonen?

Ik zou terug naar Knesselare komen voor mijn vrienden en familie. Om eerlijk te zijn wilden we heel graag terugkomen naar Knesselare. Het huis van Spanhove (onder de kerktoren!) had onze interesse, maar na één jaar onderhandelen over een  bouwvergunning hebben we het project opgegeven. Nu hebben we besloten om in Torhout te blijven.

In Knesselare wonen toffe mensen. Wie klopt er voor jou al de rest?

Mijn tante Denise Bouché, zonder twijfel. Ze stond altijd klaar voor mij en voor de hele familie. Toen ik als elfjarige in het ziekenhuis in Beernem lag, kwam ze me iedere middag met de fiets bezoeken. Het eten was er niet altijd zo lekker. Als ik het niet opat, kreeg ik onder mijn voeten van de “boze” nonnekes. Tante Denise loste dat dan op door mijn maaltijd naar binnen te spelen. Nog iets: ze heeft zich ook ingezet voor het sociale leven in Knesselare: bij de Kajotsters van Knesselare, als medewerkster aan het Parochieblad, bij Okra en Ziekenzorg.  Ze is jammer genoeg veel te vroeg overleden.

Indien je ooit heimwee had naar Knesselare, waarnaar was dat dan? En wat vind je mooi aan Knesselare?

De dorpsfeer. Iedereen kent iedereen, de roddels, een praatje met de buren.

Mocht je kunnen teruggaan in het verleden en in Knesselare, waartoe zou dit je leiden?

Naar de babbels bij “Meet”, mijn grootmoeder Marcella De Coster die een kruidenierswinkeltje had in de Smissestraat 1. Iedereen van de famile kwam er koffiedrinken met soms hevige discussies over voetbal tussen de gebroeders De Meyer (bakker Roger en André) op broodronde, Robert Smessaert allen fervente suporters van Club Brugge tegen mijn vader met zijn broers (bakkers Roger en Nonkel André), het Anderlechtkamp.

Zijn er gelegenheden/gebeurtenissen waarbij je kost wat kost in Knesselare aanwezig wenst te zijn?

De jaarlijkse familiemis staat steevast op het programma. We komen regelmatig nog in Knesselare voor de toneelvoorstellingen en andere leuke activiteiten. We blijven zeker op de hoogte van het leven in Knesselare door onze goede vrienden: Mia Van de Kerckhove en Jean-Pierre, Rosita Van de Casteele en Roland, Carolien Mortier en Eli.

Ondertussen passeert hier de fusie van Knesselare met Aalter.  Wat denk je daarvan?

Ik denk dat tegenwoordig een fusie onvermijdelijk is, maar daarom zal het dorpsgevoel niet minderen.

Om af te ronden, nog iets over de innerlijke mens … Is er iets dat je vreselijk kwaad kan maken?

Waar ik echt niet tegen kan zijn mensen met hoogheidswaanzin. Ego’s die te hoog van de toren blazen maken mij echt kwaad.

Wat is je grootste angst?

Angstig ben ik steeds geweest. Maar waar ik het meeste bang van ben is de machteloosheid en hulpeloosheid tegen ziekte (niet enkel van mij, maar ook bij mijn kinderen, kleinkinderen) en het naderen van het einde.

Wat kan je echt ontroeren?

Ik ben niet vlug ontroerd. maar wat me wel kan aangrijpen, zijn mijn kleinkinderen. De relatie met hen is speciaal: geen opvoedende taak meer, maar genieten van hun spontaniteit.

Wat was het gelukkigste moment in je leven en waarom?

Het gelukkigste moment van mijn leven is NU. Genieten van de vrije tijd, minder zorgen. Laat het verleden achter je, en laat de toekomst voor je: genieten en gelukkig zijn doe je nu.