Tot 15 uur hebt u de tijd. Gemeenteraadsverkiezingen, dat is knokken tussen partijen, tussen dorpen en – niet in het minst – ook tussen kandidaten binnen dezelfde partijen. De wetgeving is complex. We proberen het uit te leggen. Aan de moedigen onder u…
Wie op 14 oktober gaat stemmen, heeft volgende keuze:
- een lijststem geven (dan bent u akkoord met de volgorde of hebt u er geen interesse voor). U bepaalt hoeveel zetels een partij krijgt. Onthoud: die stem komt in de te verdelen “pot”.
- één of meer naamstemmen uitbrengen binnen eenzelfde lijst (u bepaalt mee wie van een lijst mag/kan zetelen)
- of een combinatie van beide maar in dat geval tellen alleen uw voorkeurstemmen mee; dergelijke manier van stemmen heeft geen invloed op de “pot”-stemmen.
Zit het stemmen erop, dan nemen de tellers (in ons geval de computers en hun beheerders) over. Dat gebeurt in drie stappen. Eerst worden de zetels verdeeld per partij op basis van het stemcijfer. Dan worden de lijststemmen stemmen toegewezen aan de kandidaten met de beste score.
De eerste fase is simpel: Het aantal stemmen van elke lijst wordt opgeteld (de drie keuzes van hierboven). Hieronder een concreet voorbeeld: in gemeente X zijn er drie lijsten (De Schapen, de Bokken en de Geiten).
De zetelverdeling/ Het stemcijfer
We verduidelijken met een voorbeeld. 400 kiezers geven een lijststem, 200 kiezers geven één of meerdere naamstemmen. Dat brengt het totaal aantal stembrieven voor de Bokken op 600. Dit is het stemcijfer. Voor de lijsten B en C, met minder kiezers verloopt het identiek.
Maar hoe worden de zetels verdeeld? Dat verloopt via een nogal ingewikkeld systeem (Imperiali), en werkt via deling van het stemcijfer per partij, eerst door 2, dan door 3, dan door 4, enz… Zie het voorbeeld hieronder: de Schapen krijgen drie zetels, de Bokken twee, de Geiten helemaal niets. Dat toont meteen goed aan wat het voordeel is van de grote partijen. Met de helft van de stemmen (800) behalen de Schapen in dit scenario drie van de vijf zetels…
Wie is verkozen? (de voorkeurstemmen)
Nu wordt het even moeilijk. Nu wordt het een strijd “binnen” de lijst. Nu gaat het om de “pot” en de “voorkeurstemmen”. We nemen als voorbeeld de lijst van De Schapen (de grootste partij). De lijst behaalde 600 stemmen en drie zetels (zie hierboven). Maar nu…
Het verkiesbaarheidscijfer geeft aan hoeveel stemmen een kandidaat moet behalen om verkozen te zijn. Het wordt berekend volgens deze formule:
(Stemcijfer X Zetelaantal) : (Zetelaantal + 1)
Of in ons geval (600 x 3) : 4
Het verkiesbaarheidscijfer is dus: 1800:4 = 450
Ai, niemand haalt dat cijfer, maar geen nood, de toppers van de lijst kunnen grabbelen in de ton van de lijststemmen.
Berekening van over te dragen stemmen uit de pot
Opgelet: de impact van de lijststem werd kleiner gemaakt door een nieuwe, derde berekening van de over te dragen stemmen. Dat gebeurt volgens deze formule:
(Aantal lijststemmen X Zetelaantal) : 3
Of in ons geval (400×3) : 3 = 400 over te dragen stemmen
Nu kan het kopstemplukken beginnen…
Lijsttrekker Reynaers kreeg 200 voorkeurstemmen, dat is 250 te weinig om het verkiesbaarheidscijfer van 450 te halen. Hij kan dat tekort van 250 gaan opvissen uit de pot (het aantal over te dragen lijststemmen). Reynaers haalt het nodige op. Er blijven in de pot nog 150 over te dragen stemmen over.
De tweede op de lijst (Van Dyck) kreeg 150 voorkeurstemmen. Dat zijn er al 300 te weinig om het verkiesbaarheidscijfer van 450 te halen. Uit de pot, waarin er nog 200 extra’s zitten, krijgt hij evenwel de resterende 150 over te dragen lijststemmen erbij. Zo komt Van Dijck op 300 stemmen. Hij krijgt de tweede van de drie zetels, niet op eigen kracht, want kandidaat 3 en 5 behaalden meer stemmen dan hijzelf, maar de “pot” redt hem. Van Dyck profiteert dus van zijn hoge plaats op de lijst …
En de rest?
We zijn er nog niet. Er is voor de lijst van de Schapen nog een derde zetel toe te wijzen. De volgende kandidaten kunnen niet meer uit de pot putten. Het is nu ieder voor zich. Kandidaat Van Herle haalde ondanks een lagere plaats op de lijst (5de) meer voorkeurstemmen dan Cosemans (3de) en Wijnen (4de) en hij krijgt dus de derde zetel. Hij “springt” over zijn concurrenten.
Knesselare/Aalter
Tot daar het voorbeeld. Op de vijf lijsten waar in Knesselare op kan worden gestemd, moeten de kandidaten vooral hopen op het eigen aantal voorkeurstemmen.
Uit onze analyse van de vorige verkiezingen in 2012 blijkt dat in Knesselare veel meer naamstemmen werden gegeven dan in Aalter. Als dat op zondag 14 oktober opnieuw zo zou zijn, is dat goed nieuws voor de kandidaten van Knesselare en Ursel. Zondag zal blijken of ze dat in Aalter ook door hebben.
Daarom is iedere voorkeurstem belangrijk. Ook en vooral BINNEN de eigen lijst. Knesselaarse kandidaten moeten vanuit verloren posities proberen beter te scoren dan kandidaten uit het veel grotere Aalter. In het geval van het kartel moeten CD&V’ers meer stemmen zien te halen dan de N-VA’ers en omgekeerd. Maar ook meer dan kandidaten uit andere dorpen. We zullen zien waar de strafste strategen zaten. KnesselaarsNieuws volgen?
Surf naar http://www.knesselaarsnieuws.net’.
Lezen? Scroll er door honderden artikels
Inschrijven en volgen? Open er om het even welk artikel, noteer uw mailadres in het daarvoor voorziene vakje RECHTS en enter. Moeilijker is het niet