Derde wandelsuggestie in Knesselare, gebaseerd op wat verscheen in het Knesselaarse blad Uilenspiegel (1980-1981). Met het vizier op een viertal “monumenten” in het zuidoosten van ons dorp, en een schitterend Ursels landschap. Plaats genoeg om te starten (en te eindigen). Voor stappers, fietsers of lezers.
Route: Driesmolen – Driesstraat – Aardenburgse Heerweg – Blauwgoedstraat – Oud Vliegveld – Middelweg – Wessegem – Blauwgoedstraat – Driesstraat.
Er is plaats genoeg. En dit traject lukt ook voor fietsers. Als vertrekpunt nam Renaat De Blaere in 1981 voor Uilenpad 3 de Driesmolen (1), of beter: hetgeen daar toen nog van overbleef. “Deze Pietendriesmolen is “gelegen”, hoe kan het ook anders, op de Dries”. Dit was oorspronkelijk een stuk land dat in veel gevallen gemeenschappelijk gebruikt werd door de bewoners van een woonkern.
De molen lag in 1981 geveld maar was toen al een beschermd monument zoals het plaatje op één der balken van de onderkamer aangaf. Hij werd tot kort voordien nog gebruikt door molenaar Henri-Emiel Taets. Vandaar dat deze molen in de volksmond ook ‘Taetsemolen’ werd genoemd.
We citeren nog even wat er stond in 1981: “De korenwindmolen dateert van voor 1587, want van toen stamt de eerste vermelding in het (Aalterse) Leenboek van Biesem. Laten we ons dus niet misleiden door het jaartal 1766 dat in één der balken achteraan het liggende gevaarte gegrift staat. De molen was vroeger verbonden aan het ‘Goed ter Pieten’ (Blauwgoed) en is de oudste nog bestaande windmolen uit het omliggende.” De slapende reus wacht nu op eerherstel nadat de restauratiewerken stilgelegd werden, omwille van een geschil tussen de aannemer en de architect.”
Het verhaal van de Pietendriesmolen is interessant. Wie er – al dan niet voor een wandeling – meer wil over lezen kan terecht in de hier eerder verschenen artikels. Een ruimere historiek van de molen leest u (voor of na een passage op die plek) HIER
Kort na 1981 is het na veel vijven en zessen dan toch gelukt om de molen te herstellen en zelfs weer in gebruik te nemen (lees hierover het eerder in Knesselaars Nieuws gepubliceerde verhaal: Verhuist Pietendriesmolen (al 50 jaar beschermd) naar Brugge?
Maar na alweer andere malheuren werd alle activiteit stopgezet en geraakte de molen weer in verval. Opnieuw dus een dossier voor de overheid, aanvankelijk Knesselare, nu Aalter: lees hierover het hier in mei vorig jaar geplaatste artikel Knesselaarse molen blijft verkommeren
Maakt Aalter daar nog werk van? Dat werd toch beloofd. Het laatste nieuws dat we hoorden was dat “Monumentenwacht” nog eens is langs geweest, maar dat er ook een financieel probleem was (“de problematiek is centen bij Vlaamse overheid loskrijgen”). Sindsdien is het muizeke-stil … Maar goed, we moeten wandelen (of fietsen)
We maken eerst even een ommetje, in noordelijke richting, langs de Driesstraat. Na een paar honderd meter laten we de Blauwgoedhoeve (2) nog even links liggen, want we passeren er nog.
We stappen rechtdoor en belanden in de Aardenburgse Heirweg. Deze straatnaam werd weer ingevoerd in 1971, toen tal van Knesselaarse wegen een (nieuwe) naam kregen. Ook in Maldegem draagt de oude weg naar Aardenburg – zou oplopen tot de Romeinse tijd of verder – dezelfde naam die reeds in de 17de eeuw werd gebruikt.
GOED TE LEMBEKE OF DRIEPIKKEL
Deze baan kronkelt hier tussen lis, moerassig gebied en populieren en voert ons naar de omgeving van De Driepikkel (3). De zeer oude en eertijds ruim omwalde hofstee is één van de oudste sites van Knesselare, zo zien we op oude kaarten.
De locatie heette ‘Zegher Onninshof’ (naar de Brugse schepenfamilie Zeger Onnin), later ‘Goed te Lembeke’, nog later ‘Campanagiënhof’ (kaart Ferraris einde jaren 1700). Vanaf 1826 vinden we de huidige naam Driepikkel terug.
Het omwalde domein was een leen van de heerlijkheid Wessegem (waar we verderop ook passeren), waarmee het door een dreef verbonden was. Mooi is de omschrijving in 1546: “Een casteelkin metten nederhove ende wallegrachten“. Voorheen waren er ook een toegangsbrug en een hoektoren (sporen teruggevonden bij graafwerken bij de gedempte wal vooraan). De hoeve werd sterk verbouwd, een deel van de gebouwen is recent zelfs afgebrand, maar op de vensters en doorrit na (nu een inkomportaal) is het hoofdgebouw/woning toch redelijk intact gebleven. Vanzelfsprekend is het interieur vernieuwd, en zijn nog bewaard gebleven: de balklaag met zware moerbalk op console en een oude kelder met zeer dikke muren.
PANORAMA EN BUNKER Een van de twee nog overgebleven bunkertjes (Foto Kathleen Lanclus)
En nu de reden waarom een deel van wat volgt in het rood staat (zie ook plannettje hieronder). De route van 1981 liep achter de Driepikkel-hoeve rechts langs een aardeweg (naast de afgebrande gebouwen in wederopbouw); maar die doorgang is vandaag afgesloten. We hoopten dezer dagen als alternatief een eindje verderop op de Aardenburgse Heirweg, aan de bocht, naar rechts te kunnen stappen, via wat stukken beton de slag” op, om er die weg te volgen tot vrij dichtbij het oude bunkertje, en vervolgens als een “padvinder” een oversteek te kunnen maken tussen de velden door (zie luchtfoto), richting monumentje vliegveld. Maar dat feestje gaat niet door.
We namen contact op met de eigenaar en huurder van die percelen land, waartussen de oversteek zou kunnen, maar de gebruiker van het land vraagt van dat niet te doen. We vragen dus ook van dat NIET te doen. Zijn motivatie: de schade aan gewassen, maar ook aan dieren. De ervaring leerde de man dat er meerdere redenen zijn om dat te vragen. De ene keer was er een besmetting die bij onderzoek afkomstig leek te zijn van de uitwerpselen van een hond, een andere keer van weggegooide blikjes die de koeien oppeuzelden, zo bleek. “Jammer, maar de 95 procent mensen die zich behoorlijk bedragen moeten hier de gevolgen dragen van het wangedrag van een kleine minderheid”, aldus de man.
Dus: NIET DOEN, en we keren op onze stappen terug, opnieuw richting Blauwgoed.
Onderweg ziet u links één van de twee bunkertjes (4) van het oude vliegveld (zie foto), een laatste getuige aan de tijd dat hier honderden Duitse, Italiaanse, Britse militairen actief waren, nadat en terwijl ook alweer vele tientallen Urselse en Knesselaarse mannen de bossen kapten, de startbaan aanlegden en er later opnieuw opbraken.
We stappen terug tot aan het Blauwgoed. Deze historische hoeve ligt deels op Ursels en deels op Knesselaars grondgebied.
BLAUWGOED
De hoeve van het Blauwgoed, vroeger ‘Goed ter Pieten’ (5) is een eeuwenoude hoeve in de wijk Pietendries, prima gelegen in de buurt van de oudste windmolen van Oost-Vlaanderen, van water en bos.
Het ‘Goed Ter Pieten’ werd in 1453 aangeduid als ‘le avoir de le Pitte’, nabij het grenskruispunt van de gemeenten Aalter, Knesselare en Ursel.
Kapel en omwalling zijn helaas verdwenen.
Aangezien we een “tourke” maken rond dit gebouw (we slaan dus linksaf, Blauwgoedstraat in) kan het langs drie kanten worden bekeken. Via een toffe bocht in de weg komen we net voorbij het Blauwgoed. Daar duik je op enkele passen meteen een prachtig stuk platteland binnen.
Vroeger waren er hier ten minste drie opties om het weide veld te kruisen richting het Koningsbos, dat links opduikt. Vandaag kan dat maar op één plaats meer, dus daar LINKSAF.
Op het einde van die weg moet je rechtsaf, maar maak eerste even een ommetje naar het oorlogsmonumentje (6) dat vlakbij ligt. Nu en je zo ongeveer op de plek waar het oorlogsvliegveld lag (zie foto’s hieronder). Als je daar bent, op een betonstrook, kan je bij het monumentje wat uitleg lezen. Op 27 juni 2014 werd het ingehuldigd aan het restant van de start- en landingsbaan. In een metalen boog, die een vliegtuighangar voorstelt, werden met kettingen de uitgewerkte silhouetten van een vliegtuig en een groep zwaluwen opgehangen. Het vliegtuig, een Typhoon, symboliseert de bevrijding. De twee zwaluwen stellen de bewoners van de velden in vredestijd voor.
Als we daar even een kijkje hebben genomen en het bord met toelichting hebben gelezen start een schitterend parcours richting Ursel. Let op de glooiingen in het landschap. Nu is het “ne fermen trok”, dik twee kilometer ver, tot op de Middelweg. Daar rechtsaf tot op de grote baan en vervolgens na een paar honderd meter weer de natuur in, rechtsaf via Wessegem.
KONINGSGOED of ’t CONINCKSHOF
Deze weg leidt ons, passerend langs enkele mooie oude hoeven, naar nog een ander historisch gebouw: Het Hof van Wessegem of het Koningsgoed/’t Coninckshof (7). “Deze hoeve dateert van 1393. Een andere bron laat vermoeden dat de ze reeds in 970 bestond, maar hieromtrent bestaat geen zekerheid”, zo stond het al in Uilenspiegel. Dat lijkt ondertussen bevestigd (vermeld als “Wissingim” volgens documenten in het archief van de Gentse Sint-Pietersabdij, eind 10de eeuw). Het Koningsgoed was mogelijks de eerste bewoningskern van Ursel“. Aan het ’t Coninckshof vindt de passant een infobord dat ook over deze site enige uitleg verschaft.
Wat het Prinsengoed was voor Knesselare, was Wessegem voor Ursel. Het was een kroondomein van de graven van Vlaanderen en hoofdhoeve van de heerlijkheid van Wessegem, een belangrijk ontginningsgebied. Ook hier resideerden bastaardzonen van een Vlaamse graaf (Lodewijk van Male), als Heren van Wessegem. Onder Keizer Karel (eerste helft jaren 1500) werd het leenhof het Koningsgoed genoemd. Er was water (beek), er waren vruchtbare weiden, akkerland en bossen (het “Koningsbos”). De gebouwen werden later herhaaldelijk platgebrand en heropgebouwd. Vanaf 1761 aangekocht door griffier De Graeve en uit het kroondomein gelicht. Enkel het woonhuis met toegevoegde kamer voor de ontvanger van belastingen bleef behouden.
Na deze kleine hap historie vervolgen we de weg, richting Blauwgoed, richting Pietendriesmolen. EINDE
Hieronder nog een prentenbak van Paul met mooie beelden over de locaties en de omgeving van dit derde Uilenpad.