Coronacijfers: lopend vuurtje nog niet met vakantie

 

Uit de recentste cijfers blijkt dat Aalter op 12 april 62 corona-besmettingen heeft geregistreerd (ter vergelijking: op 1 april waren er dat 33 waarvan een zesde in Knesselare.

Hoe zit dat bij de buren? Cijfers uit de omliggende gemeenten (bron: HLN) tonen aan dat de toestand in Aalter beter is dan in de buurgemeenten Beernem, Lievegem en Ruiselede, maar minder goed dan in Deinze en Maldegem.

Vanwaar die verschillen? Omdat dat virus blijkbaar onvolgbaar is. Het wringt zich in alle bochten en door alle spleten. In de ene gemeente eerder dan in de andere.

Zo is duidelijk dat het verschil platteland/stad niet eenduidig is. Vergelijk de tabel hiernaast Gent en Brugge met Aalter en buurgemeenten en het wordt meteen duidelijk dat dit zo is.

Even “lastig” is de vergelijking tussen provincies, regio’s, landen onderling. Het zegt iets over de aard van het beestje. En gemeenten, regio’s, staten die zich op de borst kloppen over de eigen situatie zijn maar beter voorzichtig.

De pot en de ketel

Ook internationale vergelijkingen vragen om een voorzichtige interpretatie. Hoe opvallend wordt niet bijna dagelijks verwezen naar de slechte Amerikaanse en Britse cijfers. Dat heeft wel iets met Trump en Johnson te maken. Maar op basis van het aantal besmettingen is die vergelijking schimmig, als ze niet in verhouding wordt gezien tot het aantal inwoners. Tel zelf maar mee, als ze nog ter sprake komen. Vermenigvuldig het Belgische cijfer voor de VS met 30 en die van Groot-Brittannië met 6 je bent er ongeveer.

Maar er is nog wel meer. Laat ons er maar van uitgaan – tot het tegendeel is bewezen –  dat in de hele ketting het belang van cijfers over het aantal besmettingen wellicht té hoog wordt ingeschat. De ene entiteit test en telt meer (intenser) of anders (vroeger, later)  dan de andere.

Geldt dat ook voor de andere cijfers? Op gemeentelijk vlak valt dit niet na te gaan. Nationaal wel.

Doden

Dagelijks worden we overstelpt met statistieken. Naast cijfers over de hierboven besproken besmettingen (1), krijgen we cijfers en grafieken over het aantal ziekenhuisopnames (2). Dat zegt vooral iets over de capaciteit van onze ziekenhuisopvang. Maar bvb weinig of niets over de ziekte buiten het hospitaal (in de RVT’s, diegenen die het thuis uitzweten of niet eens weten dat ze besmet zijn). Dat voorbehoud geldt ook voor cijfers over het aantal patiënten op intensieve (3), het aantal beademingen (4) en zelfs finaal het aantal doden (5). Er is niet één grafiek die sluitend is. Maar wat ons betreft is die hieronder de relevantste.

Die cijfers en tabellen komen de jongste tijd wat meer onder de aandacht, vooral omdat België daarin zo slecht scoort (zie tabel hiernaast/ bron: Hopkins, 14 april 2020). De wetenschappers doen ongetwijfeld hun best, maar zijn onderling soms verdeeld. Hollen achter de feiten aan.

Sommigen relativeren dit verschil nu weg, met het argument dat wij hier onze doden “anders en beter” zouden tellen dan sommige buitenlanden. Daar weten we het fijne nog niet van. De Duitsers bij voorbeeld, tellen niet anders dan wij, aldus microbioloog en prof Herman Goossens. Dat geldt ook voor de Fransen: “Zowat 35 procent van de slachtoffers in Frankrijk viel in woon-zorgcentra” (bron: Journal du Dimanche, geciteerd door De Tijd, 13 04). De Nederlanders (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu) en de Britten (bron: Lia Van Bekhoven) tellen de overlijdens in RVT’s dan weer niet mee.

België gaat inzake coronadoden-cijfers (3.903, 13 april) landen van vergelijkbare grootte (10-11 miljoen inwoners) flink vooraf. Tegenover de ca 4.000 corona-overlijdens bij ons, staan er 793 in Zweden, 409 in Portugal, 87 in Griekenland.

Het snel voorbereiden van ziekenhuizen op de pandemie was een positief punt. Maar het debat over welke politici en wetenschappers welke fouten maken of maakten, mag stilaan starten. Volgens emeritus professor Mark Elchardus reageerden onze bestuurders tegenover het virus via “de driedubbele L-methode: laat, laks en leugenachtig”.

De fameuze “piek” waar we met z’n allen op hoopten, al weken lang, is misschien bereikt in de ziekenhuisopnames en de ziekenhuisdoden. De jongste tijd kwamen daar de cijfers van de rust- en verzorgingstehuizen (RVT’s bij). Maar één ding staat vast: Het lopend vuurtje is nog niet met vakantie.

In januari al schreven we hier over de overslaande brand, met verwijzing naar epidemieën in de voorbij eeuwen (lees: Epidemie en dood in Knesselare). Hopelijk mogen we dit bericht zien als een eerste signaal dat het bluswerk eindelijk werkt. 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s