In het Drongengoed dook men de voorbije week diep in de tijd om er via de reconstructie van een Romeinse bakoven en het bakken van zo’n honderd potten meer te weten te komen over de pottenbakkerij in die tijd. Zondag 22 juli zou de oven worden geopend. Maar de oven is vroegtijdig ingezakt.
“’t Was hier zeer rustig toen we deze ochtend heel vroeg begonnen, de vogeltjes en niets dan de vogeltjes”. Aan het woord is professor Wim De Clercq (U Gent) die op vrijdag 21 juli in samenwerking met pottenbakkers van Cuesta de vlam in de bakoven stak. In de hoop dat na de afkoeling van de oven op zaterdag de oven zou geopend worden op zondag 22 juli om 15 uur. “Als het experiment lukt, tenminste”, voegde de professor eraan toe. Maar vrijdagavond liep een bericht binnen dat de oven was ingezakt.
Dat het Drongengoed al een tijd bezig is met wat hier vroeger zo allemaal gebeurde is al langer bekend. Eerder kon u op Knesselaars Nieuws, lezen over het experiment van vorig jaar (Mooi evenement: middeleeuws bakken in Drongengoed) – met prentenbak van Paul V.) en over de opgravingen naar de oude “verzonken” hoeve (Verzonken “kasteel” gevonden in drongengoed)
Wat zich deze week in het Drongengoed afspeelde was alweer een nieuwe, boeiende verstrengeling van wetenschap (geschiedenis, archeologie en alle nevenwetenschappen, maar ook geologie, ambachtelijke nijverheid rond het bouwen van ovens (onder meer vlechten), en het culturele aspect (pottenbakken)
Professor Wim De Clercq en Johan Van Schoorisse (Cuesta) gaven vrijdag graag uitleg.
Wat is de essentie van het archeologische verhaal achter dit initiatief?
De Clercq: “Archeologen weten al lang dat hier in de onmiddellijke omgeving oude kleilagen werden gevonden en ze vonden hier ook sporen van ontginning voor wat betreft de Romeinse Tijd (-50 voor tot 410 na Christus) en de daarop volgende Middeleeuwen. De klei werd gebruikt voor productie van bouwmaterialen en aardewerk. Vorig jaar deden we hier een experiment met een “middeleeuwse” oven. Nu gaan we een stuk verder achteruit in de tijd
En wat hopen jullie daaruit te leren?
Zo’n reconstructie leert ons hoe zo’n oven juist functioneerde, welke materialen en hoeveelheden klei er werden gebruikt, hoe het skelet voor de ovenwand werd gevlochten, welke temperaturen er werden bereikt, want die meten we nu precies bovenaan en onderaan de oven en dat gedurende de hele opwarming trouwens. Of we leren nu hoeveel werk dat vroeg, hoeveel hout er nodig was, hoeveel klei, hoeveel baktijd. Kortom, we komen meer te weten over de hele productieketen. Wat wij hier doen is wat de boeren vroeger in het stille seizoen deden. Aan zo’n oven werkten twee tot drie man een week lang, en de tijd voor ontginning en het transport van klei rekenen we dan niet mee.
En nu het product zelf, de potten?
Het ging vooral om gebruiksmateriaal, van grote potten en stoofpotjes tot drinkbekers, kortom om eenvoudig huis- tuin- en keukenmateriaal.
Het leert ook iets over het leven van toen in onze streken?
We weten dat hier in de middeleeuwen intensief veel klei werd ontgonnen en gebruikt. De potten die hier werden gebakken moesten dienen voor de opkomende steden Gent en (vooral) Brugge. Op een bepaald moment werd de nood in de groeiende steden zo groot dat ze daar die productie zelf gingen organiseren en alleen nog maar ontgonnen klei lieten aanvoeren. Zo ontstond in Brugge trouwens de naam ‘Potterierei’.
Levert het werk ook wetenschappelijk iets op?
Absoluut. En niet alleen voor wat de methode betreft. Zo worden bij voorbeeld scherven van hier gebruikt voor verdere analyse in Gent, en daar op tal van aspecten onderzocht (chemisch, fysisch, etc.). Stalen van hier dienen als referentie- en ijkingsmateriaal. Wij kunnen nu perfect zeggen hoe potten reageren op temperatuur en bakproces. Reken ook maar dat wat we hier deden en doen ook als pedagogisch-didactisch lesmateriaal fantastisch interessant is.
De bakkers
Wat was de rol van Cuesta in dit experiment?
Johan Van Schoorisse van Cuesta: “Wij leverden in samenwerking met andere pottenbakkersverenigingen uit de buurt en met de Academie van Eeklo het nodige bakmateriaal. Zo kwamen we tot een honderd replica’s van potten uit de Romeinse tijd. Sommigen hebben in detail Romeinse prototypes nagebootst, anderen hebben het meer kunstzinnig aangepakt.
Jullie waren hier een week bezig?
We begonnen hier maandag. Eerst de grondwerken, het delven van de stookput, het maken van een bodemplaat in klei. Dan het bouwen van de oven, laag per laag, per dag zo’n veertig cm, waarna die laag eerst moest uitdrogen om dan daarop weer verder op te bouwen.
Er werd een beroep gedaan op specialisten om voor het binnenwerk van de constructie vlechtwerk te maken op een manier die men ook gebruikte in die Romeinse tijd (op basis van wat soms nog terug te vinden is onderaan de waterputten). En op medewerkers om het passende hout te vinden voor constructie en stook.
Dan moet je de oven nog gaan droogstoken op 400 tot 500 graden, want van binnen krijg je dat anders niet droog (ijskeldereffect). Dat deden we woensdag.
Vandaag staken we de vlam in de oven, die we vanavond hopelijk op 700-800 graden kunnen brengen. Zaterdag 21 juli laten we de oven dan afkoelen, en zondag 22 juli om 15 uur breken we hem open. Op hoop van zegen”, besloot Johan vrijdagmiddag. Ook hij was zich bewust van het risico op mislukken. Dat gebeurt in wetenschap en onderzoek wel vaker natuurlijk…
Vrijdagavond liep dan volgend bericht binnen via Facebook van Hugo Vermeren: “De reconstructie van de Gallo-Romeinse Pottenbakkersoven is niet verlopen zoals we zouden gewild hebben. Ondanks alle voorbereidingen is de met aardewerk gevulde oven bij het stoken vanmiddag ingezakt. Dit is uiteraard een tegenslag voor alle betrokken medewerkers. maar zoals wetenschappelijk onderzoek eerder heeft uitgewezen mislukte ook in het verleden één op de drie gelijkaardige pottenbakkersovens. We beseffen ook wel dat er uit tegenslagen kan geleerd worden en dat onze technieken zullen moeten verfijnd worden. Als team hopen we alvast dat er nog aardewerk intact is gebleven. Zondagnamiddag zullen we dit pas zeker weten bij het ledigen van de oven… Iedereen blijft van harte welkom!”