De burgemeesters van toen: Vital Maeyens (1909-1919)

In het absoluut landelijke Knesselare was politiek in de tweede helft van de jaren 1800 vooral een zaak van katholieken ondereen of van katholieken en (katholieke) liberalen. In voorgaande afleveringen hadden we het hier al over de ‘liberale’ dokter August Wille en zijn ‘katholieke’ opvolger August De Jaeger. Even voorbij de bocht van de 20ste eeuw wordt De Jaeger opgevolgd door notaris Vital Maeyens.

Geboren 11 augustus 1866 in Knesselare is Vital de zoon van “mulder”, olieslager en koopman Romanus Maeyens. Hij wordt advocaat en in 1895 notaris op 9 juli 1887. Vital huwt op 11 februari 1920 vijftiger met zijn dorpsgenote Malvina De Spiegelaere.

Strijdbroeders

Vital Maeyens liet zich in de Knesselaarse gemeenschap onder meer opmerken als stichter-voorzitter van de ‘Strijdbroeders’ (°1893), “een werkzame maatschappij voor de Vlaamsche belangen en een katholieke letter- en tooneelkundige maatschappij”. Maeyens, die in de Kerkstraat woonde (huis waar nu de apotheek gevestigd is) vormt samen met een aantal onderwijzers de kern van de groep. Vlaams en katholiek is hun leuze. In 1910 schenkt hij zijn vereniging een prachtige zijden vaandel”.  De Strijdbroeders, sinds de jaren 1950 ook Rederijkerskamer, zijn hiermee op één na (de fanfare) de oudste vereniging van de gemeente

Vital Maeyens op de foto met zijn Vlaamse Strijdbroeders in 1894.  Zittend vlnr: Louis Spanhove, Alfons Arnaut, Vital Maeyens, Alfred Segers, Jules Arnaut. Tweede rij: August Cooreman, August Van Hooreweghe, Henri Gyselbrecht, Theofiel De Vos, August Vermeire, August De Spiegelaere, August Van de Casteele, Adolf De Baets. Derde rij: Octaaf De Waele, Desiré Roose, Charles De Blanc, Adolf Rodts, Alfons Hooft, Hector Bultynck, Emiel De Baets. Vierde rij: Emiel Cornelis, Jules Stock, Camiel D’havé, Victor Maeyens en Henri Van Hooreweghe.

Politiek

Advocaat Maeyens stapt zoals anderen in zijn familie dat hier en elders deden ook in de politiek. Hij wordt in 1894 verkozen als lid van de Oost-Vlaamse provincieraad, en zal dat blijven tot 1921.Ook zijn broer Karel Emiel Maeyens en schoonbroer Jean-Baptiste Cooreman waren provincieraadslid.

In 1899 staat Vital Maeyens op de katholieke lijst voor de gemeenteraadsverkiezingen in Knesselare. Op dat moment is dokter August De Jaeger burgemeester (lees HIER meer over die man in het artikel ‘De burgemeester die urine dronk’ en HIER het artikel ‘Hij brak de Blakte af, en gaf Knesselare tram en telefoon, kerkhof en riolen’). Maeyens behaalt 729 stemmen en wordt gemeenteraadslid. Hij volgt in de raad zijn vader mulder Romanus Maeyens op die zowel in 1887 als in 1895 was verkozen.

Vital Maeyens wordt als notaris en provincieraadslid enkele jaren later een evidente kandidaat-burgemeester. Uiteindelijk komt het zover op 5 november 1909, na de dood van De Jaeger, en dat “voor een jaarwedde van 1.500 frank”.

In 1911, kort voor de Eerste Wereldoorlog behaalt hij de meeste naamstemmen (786). In de gemeenteraad zetelen dan ook nog Petrus Van de Kerckhove, Camiel Van Driessche, Theofiel Maenhout, Alfons De Jaeger (broer van August), Emile Van Hecke, Achilles Rodts, Petrus De Vlieger, Henri Matthijs en Henri Maenhout.

De man met de gekrulde moustache zal burgemeester blijven tot 1919. Dan wordt hij vervangen door dienstdoend burgemeester bakker Achiel Rodts, die uiteindelijk zelf burgemeester wordt in 1921. De reden waarom Maeyens als jonge vijftiger afhaakte als burgemeester, is ons niet bekend. Als in 1921 2050 kiezers kunnen kiezen tussen vier lijsten – vrouwen hebben voor het eerst gemeentelijk stemrecht – is Vital Maeyens geen kandidaat meer.

Het politieke territorium komt in beweging. De katholieke lijst blijft in 1921 nog net de grootste, met zes verkozenen. Maar de Frontpartij is met vijf verkozenen (‘veesnijder’ Jules Buyse, brouwer Ernest Bockaert, rentenier Theofiel De Lichte en Polidor Wille en Henri De Muer) de nieuwe uitdager. Later wordt die partij een liberale partij, die erin zal slagen de katholieken (even) opzij te zetten.

Bemiddeld

Dat de familie Maeyens niet onbemiddeld was, blijkt uit tal van documenten. Zo had Vital Maeyens volgens de volkstellingen in de jaren 1920 twee en in de jaren 1930 zelfs drie dienstmeiden in huis. Leuk detail: in een artikel van Arnold Strobbe over de Knesselaarse flandrien Remi De Loof (°1903), die koerste na de Eerste Wereldoorlog (1919-1928) lezen we dat Henri Delnat, oproeper bij notaris Vital Maeyens, de eerste fiets in Knesselare bezat. Maeyens zelf was een van de eerste autobezitters in Knesselare. In 1940 telden de Duitsers 21 auto’s in Knesselare. Vanaf 11 mei mochten volgende auto’s nog op de baan: Van Heyste Cyriel (taxi), dokter Kluyskens, dokter Vanthuyne, Leon Rodts (sigarenfabriek Kloosterstraat), Jozef Spanhove (handelaar), Vital Maeyens (notaris), Rodolf Geldhof (handelaar), Raymond Dobbelaere (handelaar) en Raymond Martlé (voerman).

In de jaren 1930 kwam Robert Maeyens bij Vital inwonen (Robert was de zoon van Louis Prosper Maeyens, de jongste broer van Romanus; zie hoger). Het notariaat ging dan ook over van de oudere Vital (°1866) naar Robert (°Hamme, °1905), de vader van Francine, de laatste (notaris) Maeyens binnen de gemeente.

Vital Maeyens overleed in Knesselare op 18 juli 1944, net voor het einde van de Tweede Wereldoorlog.