De wortels van vandaag… (1958,deel 2): dorp gesplitst, politieke almacht en valken in de lucht (of niet)

Even achterom kijken, precies zestig jaar, naar een paar opvallende “nieuwsjes” uit de tweede helft van 1958. Berichten en veel foto’s uit het jaar dat Knesselare middendoor werd gesneden, dat valken schieten nog toppie was. Een jaar dat politiek nog iets was van “alle macht aan de CVP”…

Het blijft ook vandaag nog wel even sukkelen met de werkzaamheden aan het rondpunt in Aalter. Ze zijn er daar nog niet van af, want er is meer op komst. En dan moet Knesselare straks nog volgen. Dat was zestig jaar geleden ook zo. Toen er in Aalter, Knesselare en Maldegem volop werd gewerkt aan “het moderniseren van het wegennet”, met name de verbinding van de autosnelweg met Knokke en ’t zeetje.

In 1958 werkte men aan en discussieerde men nog volop over de aanleg van het rondpunt en de viaducten en tunnels daaromheen, over verkeerslichten aan de Brouwerijstraat, over “gevaarlijk nachtwerk” aan het viaduct boven de treinsporen, amper een halve meter boven de elektrische leidingen van de spoorweg, aan de afrit naar de Brugstraat, in Aalterbrug aan de nieuwe boogbrug (67 meter, 350 ton) en aan plannen voor de afbraak van de oude brug.

In Knesselare was het vechten tegen de zware kleigrond, op andere plekken tegen de zandgrond. Met alle verkeershinder vandien. Er werd nog gedacht aan een rondpunt in Knesselare. De nieuwe baan Aalter-Knesselare werd afgewerkt, maar het was nog even wachten op de openstelling. Men hoopte dat de nieuwe baan het verkeer door het dorpscentrum zou verminderen. Maldegem was lange tijd alleen via Ursel bereikbaar (Het Volk, 27 september 1958).

Toen valken schieten hier nog kon

“Zondagmorgen omstreeks half negen schoot jachtwachter Victor Rodts tijdens de jacht op Pilkem-Linde een roofvogel, waarop hij reeds drie dagen op de loer lag. Het betreft een valk (*) met een vleugelbreedte van 1,45 meter. Het is de derde valk en wel de grootste die Rodts tijdens zijn jagersloopbaan neerhaalde.” Op de foto bij de jachtwachter Victor, zijn moeder en zijn vrouw en Eli De Zutter “die fier met de buit van ‘hun’ Victor pozeren”. (20/9)

(¨*) Lezer Piet Smessaert (Aalter, gemeenteraadslid Groen) merkt op dat het in deze niet om een valk maar om een buizerd gaat. Hij stuurt ons bijkomende info: “Tot 1975 was de buizerd (in Aalter en Knesselare ‘nen brouwier’) in onze contreien een heel schaarse broedvogel. Oorzaken waren divers: nasleep van het gebruik van DDT in de landbouw, verdelging door boswachters, doden om op te zetten. Tussen 1960 en1964 werden in België 27.691 roofvogels gedood. Je kreeg toen op het gemeentehuis een premie als je de poten binnenbracht. In die tijd waren het vooral trekvogels uit Scandinavië die tijdens de winter bij ons te zien waren en dus ook duchtig bejaagd en vergiftigd werden. Schone tijd, den ouden tijd. In 1966 werden alle roofvogels echter beschermd en vanaf 1975 keerde het tij en herstelde de roofvogelpopulatie, waardoor de buizerd nu de meest voorkomende is. In 1984 was hij in het Drongengoed echter nog steeds geen broedvogel. Pas nadien ging het de vogel voor de wind en kun je boven de meeste bossen in de zomer ‘miauwende’ buizerds waarnemen, heerlijk zwevend op thermiek. Momenteel zijn er in Vlaanderen minimum 3000 broedparen.”

Almacht zonder “kazakkenkeerders”

Bij de verkiezingen van 1952, 1958 en 1964 was de CVP nog almachtig in Knesselare.  In 1952 had de partij al acht zetels op elf behaald. De rest was voor de machteloze ex-Gemeentebelangers – die zich nu “Vrije Katholieken” noemen (Jules Buyse, Victor Wittevrongel en Raymond Martlé). In die jaren gaat het er nog fel aan toe. De “Vrije Katholieken” worden in de pamfletten van de CVP nog ‘blauwen’ genoemd, maar ook ‘kazakkenkeerders’… “Hun fameuze kopman B(uyse), heeft twintig jaar in volstrekte meerderheid bestuurd en radicaal niets gedaan. Ge kondt U in Knesselare verongelukken, de gemeente was honderd jaar ten achter”…

Het gemeentebestuur én zowat het voltallige gemeentepersoneel kort voor de verkiezingen van 1958

In 1958 moet de CVP  maar één zetel afstaan aan dissident Hilaire Ryserhove, zes jaar voordien zelf als CVP’er verkozen. De lijst CVP haalde met 2042 stemmen tien zetels binnen. Burgemeester Maurits Devreese kreeg 662 stemmen, maar topper in de stembus was dokter Placide Vanthuyne (744). De jonge Gerard Versluys volgde met 489 naamstemmen. Verderop: André Busschaert (475), Raymond Martlé (340), Marcel Van den Kerchove (339), Jules Dombrecht (306), Albert De Spiegelaere (278), Emiel Buyse (210), Victor De Baets (203) en Arthur De Clerck (173). De oppositiepartij Lijst Wittevrongel haalde met kopman Hilaire Ryserhove (485 stemmen) één zetel. De socialisten scoorden met 226 stemmen te laag om een zetel te behalen.

Almacht dus, voor de CVP. En het zou nog straffer worden. In 1964 zijn er in Knesselare zelfs geen verkiezingen, want er is maar één lijst, die van de CVP. Nieuwe verkozenen zijn dan Georges Stock, Jeroom Verniest en Henri Van Hulle.