Gazettenpraat: van ’t soepekot en ander nieuws…

Het is een tijdje geleden, maar hier weer een hapje Gazettenpraat. Ze geven een beeld van wat er meer dan honderd jaar geleden in de gazetten over Knesselare werd geschreven. We keren meer dan honderd jaar terug in de tijd. Bron: kranten en Uilenspiegel, illustraties Gab Vanden Brande (1980).

Het soepekot

soepekot“Het gemeentebestuur heeft een nieuw “gevang” doen maken, (“koer gemeenteschool“) ingericht volgens de laatste voorschriften der gezondheidsleer. Het oud ‘soepekot’ aan Somers molen, was maar goed om er konijnen in te kweeken. Verleden week waren er duiven, kiekens en konijnen gestolen en de veldwachter, geholpen door eenen zijner kennissen, had spoedig de twee dieven bij de kraag. Hij moest echter van den nood eene deugd maken en eenen der gasten in het oud gevang steken; de andere kreeg verblijf in ’t nieuw gebouwtje. Eensklaps verspreidde zich het geruchtmakend nieuws dat een dief uit het soepekot gebroken was. De veldwachter snelde naar het oude gevang waar de opgeslotene nog steeds de zoo duurbare vrijheid zat te betreuren. Dan naar het andere. Boven de deur van het nieuw soepekot waren eenige lagen steen verdwenen. De opgeslotene had ze met de blote hand uitgerukt en was door de opening naar buiten geraakt. Waarom geen ciment gebezigd, bij het bouwen van gevangenissen?” (Fbl, 3 febr. 1903)

 

 

Kermisongeluk

slagerZaterdag laatstleden kwam de slachter Neyt per rijwiel met eenen korf vleesch op den rug, in botsing met Fred De Spiegelaere, likeurhandelaar, geladen met eenen korf likeuren. De flesschen, het vleesch en beide mannen vlogen langs den grond. Het ongeluk had slechts kleine gevolgen en eindigde met eene gulhartige lachpartij”. (Fbl, 4 juli 1905)

 

 

 

Trawaen, een woestaard

flessen-kapot-op-kopZondag was het kermis alhier op de Lijsterhoek, een afgelegen gehucht. De genaamden De Paepe en Trawaen, die schoonbroers zijn, bevonden zich in den voormiddag in dezelfde herberg en kregen twist. Op zeker ogenblik greep Trawaen een pintglas en bracht er De Paepe eenen geweldigen slag mede toe op het hoofd; het pintglas brak en stukjes scherven bleven in het hoofd van De Paepe zitten.

Een dokter werd geroepen en haalde ze eruit. Des namiddags begaf zich De Paepe naar het dorp om eenen klacht te doen bij de policie, doch de veldwachter verzocht hem ’s anderdaags terug te komen. De Paepe keerde terug naar huis en onderwege ging hij binnen in eenen herberg der Geuzenstraat. Ongelukkiglijk zat daar Trawaen, die De Paepe ziende dezen weer aanviel, hem buitensleepte en verschrikkelijk afsloeg.

De Paepe kon zich bijna niet meer roeren, men moest hem in de herberg binnendragen. De toestand van den ongelukkige verergerde des nachts zodanig dat hij maandag morgend moest berecht worden. En zulke onmenschelijke toonelen gebeuren bij klaren dage!!!” (Fbl, 21/121900)

Het onweer

onweerDinsdag avond viel de bliksem op het huis van J.B. De Neve, verbrijzelde pannen, deed de schouw en den gevel scheuren, en vloog rond in de slaapkamer der echtgenoten De Neve. Deze sprongen verschrikt op. De bliksem was verdwenen, zonder schade aan te richten (Fbl., 24/6/1904)

 

 

 

 

Fietser koerst tegen paard

De kermis-woensdag 29 dezer heeft om 3 ure namiddag, in onze gemeente een ‘raid’ plaats tusschen M. Odile Vermeire, te paard en M. Polidor Wille, per rijwiel. De afstand is één kilometer. Deze kampstrijd wordt fel besproken en men verwacht dien namiddag vele liefhebbers van paardenloopstrijden en velomannen om den uitslag te zien”. (Fbl., 24/6/1904)

Knesselare gaat goed vooruit

Deze gemeente bezit eene werkzame maatschappij voor de Vlaamsche belangen, gelijk men er in veel kleine steden geene zouden vinden: “De Vlaamsche Strijdbroeders”. Verleden zondag gaven zij een concert ten voordele der Vincentius-armen. Wij hebben er geweest: propvolle zaal en eene vertooning die dubbel de moeite en het geld waard was. Opgemerkt hoe hier alle klassen en standen op het tooneel medespeelden, vandaar ook dat de stukken veel keuriger voorgedragen worden dan wel op eene buitengemeente te verwachten is. Dat bleek vooral in het treurspel ‘Vergiffenis’, maar hier gelijk elders bevonden wij dat de toehoorders zelf daar niet tegen kunnen. Zij lachen om niet te moeten weenen! Best gaat hun het kluchtspel af, en hier konden zij ruim hunne oogst opdoen met het stuk ’12 uren socialist’, een zangspel van gekende liedjes. Knesselare gaat op het ogenblik goed vooruit. na de kerk wil men thans ook een nieuw stadhuis, en het verlangen naar den tram komt meer en meer op”. (’t Getrouwe Maldeghem, 16 jan. 1898)