Als er op het Knesselaarse kerkhof één graf is waarin de overledene lang op eeuwige rust moest wachten, is het dat van de echtgenote van Jean-Pierre Van Rossem.In 1990 vond de voormalige beursgoeroe, die vier zetels haalde in de Kamerverkiezingen van 1991, in Knesselare een gemeente die hem toestemming wilde verlenen om zijn in 1989 overleden echtgenote Niki Annys te laten begraven in een grafkelder met koelinstallatie.
Zijn begrafenisondernemer klopte tevergeefs aan bij verschillende gemeenten, tot hij eindelijk gehoor vond bij de gemeente Knesselare. Minister Luc Van den Bossche, vond de hele zaak ontoelaatbaar en stapte naar de Raad van State. Na tien jaar stelde die hem in het ongelijk. Het bracht niet veel baat meer, want mevrouw Van Rossem werd al lang voor het arrest in een gewoon graf gelegd.
Van Rossem in de Krant van West-Vlaanderen, 28 augustus 2009: “Ik had ernstige vermoedens dat mijn vrouw Nicole – de dochter van de Brugse kapper Annys – vermoord werd en liet met het oog op een nieuwe autopsie een diepvriesgraf bouwen. Maar na drie maanden heeft iemand de elektriciteitskabels doorgeknipt… Mijn zoon Piki vond zijn moeder op een ochtend levenloos in het bad. Volgens de wetsdokter bezweek Nicole aan spasmofilie. Maar zo’n aanval kun je opwekken. Bovendien was al het cash geld van Nicole verdwenen, inclusief de 10 miljoen (250.000 euro –red.) oude Belgische franken die ik haar gegeven had en die zij verstopt had achter een schilderij. Toevallig kocht de werkloze zoon van een diamantair, die een huissleutel had, in diezelfde periode een Porsche…”
Van Rossem in Gazet van Antwerpen, 27 juli 2011: “Ik geloof trouwens niet dat ingevroren mensen na verloop van tijd weer tot leven kunnen worden gewekt. Mirakels bestaan niet. Nee, ik deed het destijds omdat mijn toen tienjarige zoon Piki het moeilijk had om de dood van zijn moeder te verwerken. Weet je wat, we leggen haar in een frigograf, heb ik toen tegen hem gezegd… Op een bepaald moment is de elektriciteitsdraad naar het diepvriesgraf doorgeknipt. Ik had een sterk vermoeden wie dat gedaan had en heb toen met mijn zoon overlegd was ons te doen stond. Hij zei: Laat het vallen, moeder komt er toch niet mee terug.”
Chronologie (citaten uit Het Nieuwsblad, tenzij anders vermeld)
30 april 1990. Het Knesselaars schepencollege verleent een grafconcessie. Erfpacht tot 2040 kost 78.000 fr. Van Rossem schenkt 250.000 frank aan de gemeente.
22 mei 1990. De gemeenteraad keurt dit besluit van het college goed.
11 juni. Minister Luc Van den Bossche is tegen en vernietigt zowel de beslissing van het college als die van de raad.
11 september. Knesselare gaat bij de Raad van State in beroep tegen het vernietigingsbesluit van de minister. Het college krijgt volmacht om een advocaat aan te stellen.
15 en 16 oktober. Van den Bossche vraagt de gouverneur een tweede waarschuwing te richten aan het adres van de Knesselaarse burgemeester… Het kabinet van de minister maakt bekend dat de Voogdijoverheid nu een commissaris kan sturen, maar dat de minister daarover pas zal beslissen als hij het arrest van de Raad van State over het tweede beroep van Knesselare kent.
14 november 1990: Burgemeester Schrans: “De minister zou nu eindelijk eens moeten stellen wat er precies dient te gebeuren. Moet ik de dame naar mijn tuin laten overbrengen… Gemeentelijke autonomie zou toch moeten betekenen dat men op eigen kerkhof bijvoorbeeld een elektriciteitskabeltje legt?”
Het Volk noteert dat de auditeur bij Raad van State Knesselare gelijk lijkt te geven: “Frigograf mag wellicht blijven… Een diepvriesgraf is nergens in de wet voorzien, maar ook nergens expliciet verboden, stelt de auditeur in zijn advies voor de Raad van State… De auditeur vindt het een fundamenteel recht dat iedereen zelf over zijn stoffelijk overschot mag beschikken… Ook de argumenten van hygiënische aard en van openbare orde en fatsoen worden door de auditeur niet gevolgd…”
De zaak blijft aanslepen. Het blijft wachten op een uitspraak ‘ten gronde’ van de Raad van State…
28 december 1992: De Raad van State heeft nog altijd niet beslist. In zijn nieuw advies naar aanleiding van de behandeling ten gronde huldigt de auditeur (andermaal) het standpunt dat de Knesselaarse beslissing niet onwettig was… “Los van de juridische strijd ligt het diepvriesgraf er even koud bij als alle andere graven, want de elektrische koelinstallatie is al lange tijd defect. Van Rossem staat bij de gemeente nog steeds in het krijt voor de concessie en het onderhoud van het graf zelf (78.000 frank) is nog steeds niet betaald”. Het wordt duidelijk dat Van Rossem nu ook volop in conflict ligt met het gemeentebestuur van Knesselare.
26 april 1994: “De parlementair laat niets meer van zich horen… Schrans wees er in 1993 op dat de gemeente eventueel kan opteren om beslag te leggen op de parlementaire wedde van Van Rossem…”
12 juli… 2000: “Het diepvriesgraf dat Jean-Pierre Van Rossem jaren geleden liet plaatsen voor zijn overleden vrouw Niki mag op de begraafplaats van Knesselare blijven. Dat vernam het gemeentebestuur van de Raad van State. Jean-Pierre Van Rossem is opgelucht, maar blijft boos op het gemeentebestuur, dat volgens hem de koelinstallatie niet draaiende hield… Volgens de gemeentesecretaris Christiaan Van de Steene heeft het gemeentebestuur de begrafenisondernemer die het graf plaatste meteen op de hoogte gebracht (van het defect). ,,Op zeker ogenblik raakte de motor verbrand. Van Rossem liet de motor niet vervangen. Nadien vertikte hij het om de elektriciteitsrekening te betalen. Het gemeentebestuur treft geen blaam in deze zaak”, aldus Van de Steene.”
Einde verhaal. En het graf? Dat staat er nog steeds…