Van Gorbatsjov tot B(ekende) K(nesselarenaar)

Was Gorbatsjov de eerste manager van Sven Ornelis? Hij zegt het met een knipoog, maar de respons uit de Sovjetunie op zijn brief opende wel deuren…

Nu en dan komt Sven Ornelis nog in Knesselare. De bekende radioman was midden september te gast bij de Rederijkerskamer in De Swaene en vertelde er over zijn leven en zijn carrière. Over zijn herinneringen aan deze gemeente, waar zijn ouders, zijn meter, zijn nonkel-pater, zijn schoolkameraden zijn leven richting gaven. Sven schreef als scholier op zijn 17de al een boek (‘Gewoon wat vlooien zoeken’), dat hij fier presenteerde in de toenmalige boekhandel Willems-Matthys in de Veldstraat.

Hij schreef in de periode van de aflopende Koude Oorlog een brief naar de Sovjetpresident Gorbatsjov (1988) met een oproep om via jongeren iets te doen voor vrede. gorbatsjov_sovjet_unieGorbatsjov zorgde voor een betere verstandhouding met het Westen en meer openheid in Oost-Europa (Perestroika en Glasnost). Na enige controle door Russische “speciale” diensten in de Beekstraat kreeg Sven Ornelis een antwoord van de president en werd hij uitgenodigd op de Russische ambassade. Later mocht hij Gortbatsjov zelfs ontmoeten.

sven-ornelis-001

Hoe Gortbatsjov Svens eerste manager werd.

Ornelis kwam via Michel Follet bij de Radio terecht, werd nog bekender als ochtend-dj bij Donna en Q Music en vandaag JOE, maar ook door zijn werk als publicist, als columnist in Het Laatste Nieuws en andere media, als dj, als “would be chef” en auteur van kookboeken…

Tegenwoordig komt hij nog in Knesselare op bezoek bij zijn ouders, zijn tandarts en hier of daar voor een bijzondere gelegenheid, zoals voor de voorstelling van zijn kookboek of om platen te draaien op Westvoordekermis.

Nu en dan refereert hij in zijn stukjes voor de krant nog aan zijn Knesselaars verleden; Bijna tien jaar geleden liet hij in Het Laatste Nieuws weten dat Knesselare voor hem de hoofdstad van België mocht worden. Een gimmick natuurlijk, maar hij heeft natuurlijk honderd procent gelijk.

HOOFDSTAD KNESSELARE

Zowat drie vierde van de Vlamingen wil, volgens een recente enquête, Brussel gerust opgeven als hoofdstad van Vlaanderen. Nou, ik niet. Maar wie ben ik? Vluchteling van dorp naar stad en van stad naar dorp. Nu, als ik hoor dat Antwerpen voor de meeste Vlamingen wel eens het perfecte alternatief voor Brussel zou zijn, sorry hoor, maar met alle respect: daar moet ik toch eens goed mee lachen. Ja, Antwerpen is best een plezierige stad, met wat water en een rosse buurt en wat mensen van overal, dat wel, maar hoofdstad? Antwerpen? Kom nou. Dan is het prachtige Oost-Vlaamse Knesselare toch een veel zinniger alternatief.

Ja, u hoort het goed: Knesselare. Niet echt een wereldstad denkt u, maar het spijt mij zeer, daar vergist u zich dan wel grondig in. Knesselare heeft werkelijk alles om het Washington of Moskou van Vlaanderen te worden. Neem nu zijn luchthaven, op de grens met deelgemeente Ursel. Mooi strak beton, midden in één van de fraaiste bossen van Vlaanderen, én nu al een officiële NAVO-vlieghaven. Voorts heeft Knesselare een waterloop die net als de Schelde een eerder drukke rechterkant en een linkeroever heeft. In de Flabbaertbeek, of Slabbaertbeek, want de stroom heeft twee namen, zijn minder mensen verdronken en minder schepen vergaan dan in de Schelde, en springtij is er nooit, wat toch een immense troef is.

Ja, er werd al eens ingebroken in Knesselare, maar qua criminaliteit zit je er beter dan aan de Meir. Er zijn knappe sportterreinen, restaurants, er is een expresweg, de zee is dichterbij. De kerk noemt men er de kathedraal van de streek. Er is een Chinees en een pitabar, en in het vroegere klooster verblijven er, naar men zegt, soms zwarten, die worden er opgevangen of zo. Kortom: het is een wereldstad. Overigens is niet enkel de muzikale wereldster Petra maar ook de columnist van de grootste krant van Vlaanderen afkomstig uit onze toekomstige hoofdstad. Ik bedoel maar: Antwerpen kan het wel schudden.