U kont het lezen in een korte proloog: nu cafés, kroegen en tavernes straks weer binnen en buiten en dag en avond uw dorst mogen laven en uw sociaal leven mogen soigneren (weliswaar nog onder voorwaarden (lees hier), kijken wij eens terug op het levendige verleden van de Knesselaarse kroegenwereld. We doorkruisen Knesselare, en volgen de pijlen van het alfabet. In deze eerste aflevering betekent dat vooral een passage langs vergane glorie.
1993 werd er in Knesselare voor het eerst een kroegentocht georganiseerd. Enkele enthousiaste jonge rederijkers stonden in voor deze organisatie. De zeven herbergen van rond de kerktoren stelden hun zaak ter beschikking. Een zaterdag in mei.
Een massa volk. In alle herbergen ambiance. Een stoomtreintje stoomde door Knesselare dorp om de feestvierders rond te voeren. Een succes en voor herhaling vatbaar. Tot in 2009 werd de kroegentocht georganiseerd.
Knesselare telde in die tijd een tiental herbergen. Laat me toe even een sprong te maken in de tijd. Tijdens WO II werd op bevel van de bezetter een lijst opgemaakt met een opsomming van de Knesselaarse cafés. Schrik niet…53 cafés waar de Knesselarenaars voor plezier en vertier zorgden. Dat zal natuurlijk wel stilletjes geweest zijn tijdens de oorlogsjaren. Maar na de bevrijding kwamen die weer volop tot leven. Had men er toen aan gedacht om een kroegentocht op touw te zetten, dan waren alle zaterdagen in mei en ook in juni bezet.
Hier in deze rubriek gaan we alle straten van Knesselare aflopen, in alfabetische volgorde, op zoek naar al die herbergen van toen. Van een paar herbergen hebben we helaas geen foto’s kunnen vinden. Informatie over deze herbergen hebben we wel, en dat dank zij ArseenBusschaert. Die heeft dat allemaal opgezocht en hij was daar veel avonden zoet mee. De vele foto’s komen uit het archief van ondergetekende.
Aalterseweg
Zo, nu gaan we op stap. Volgens het abc moeten we dus eerst “den Aalterweg” in slaan. In die tijd een kronkelende kasseiweg. Bijna aan het einde, op de Hulhoek, op de grens met Aalter, staan we voor Café Het Boldershof. Uitbaters Victor Brandt en zijn echtgenote Irma Wittouck. Natuurlijk stond daar achteraan een boltent. Vanaf 1947-48 veranderde de herberg van eigenaars. André Busschaert en Juliette De Baere namen die over. Ook de naam werd veranderd, in Café Den Dorsmolen (1948-1964). Die naam heeft alles te maken met het beroep van de familie Busschaert. In de boltent werden ook schietingen op de liggende wip georganiseerd. Volgens Arseen werd begin de jaren 1960 het werk (pikdorserij e.a;) te veel tijd op en was ook de laatste zwangerschap van Juliette een reden om het café te sluiten.

Diane Van Hooreweghe met haar klas voor Cafe de Dorsmolen aan de imposante, holle boom (voorjaar 1957). De “Grote Baan” (Knokseweg) was toen nog niet aangelegd
Aardenburgse Heirweg
In juni 2018 ging de Kinderboerderij De Driepikkel langs de Aardenburgse Heerweg in de vlammen op. De uitbaters Johan Beirnaert en zijn vrouw Christa hadden die zaak opgebouwd in 2014. Maar zij bleven niet bij de pakken zitten. De zwartgeblakerde ruïne werd met de grond gelijk gemaakt. De verbouwingen zijn nog steeds bezig. Weldra zal de Driepikkel opengaan als vakantiewoning. Drie eenheden zullen verhuurd worden. En toen waren ze in Knesselare nog met …
Recht over het Buntelare-kapelletje stond vroeger Café De Stalen Anker. Veel zoekwerk naar een foto daarvan heeft helaas niets opgebracht. Hopelijk duikt er toch nog een portretje op. Die herberg werd uitgebaat door August Hooft. Van waar die rare naam ‘De stalen anker’ ? Heeft die naam iets te maken met het kanaal Gent-Brugge iets verder op?
Dries
We trekken naar Den Dries. Daar op de hoek was Victor De Meyer uitbater van Café De Ziende Vink. Onder meer liefhebbers van de vinkensport voelden zich daar thuis. Het huis was de place to be voor de inwoners van Den Dries. Onder hetzelfde dak had je de herberg, een kruidenierswinkel en een bakkerij.
Arseen Busschaert noteerde hierover het volgende: “Dit hoekhuis dicht bij de Pietendriesmolen bestond uit een café, bekend door de vinkensport en een kruidenierswinkeltje met annex bakkerij. Dus je kon op het driegemeentenpunt (Ursel-Aalter-Knesselare) zeker niet verhongeren, vergaan van de dorst of je dagelijks brood niet kunnen halen. Het gebouw heeft een lange geschiedenis. Later werd het bewoond door Marcel De Meyer… Het is nog een streek die nog vrij ongerept is en een zekere charme uitademt”.
Het huis wordt nu bewoond door Gilles De Meyer, een afstammeling van Victor. Het gebouw wordt volledig gerestaureerd. Wijlen Meester Moelaert heeft over zijn Dries veel opzoekingen gedaan. In een van zijn werken lezen we dat die herberg al in 1730 Den Franschen Schilt werd genoemd, en dat Pieter Hertschap uit Knesselare er woonde. De schilt was een geldstuk met wapenschild van Frankrijk.

Volk op de stoep van De Ziende Vink voor de “hanenkraaiviering” (jaren 1950). Kijk eens naar de typische bloemstukken van toen. Die werden door de kampioenen opgehangen in de beste kamer van het huis.
Het Molenhof
Niet zo ver van de Driesmolen was er vanaf eind de jaren zeventig en tot een eind in de jaren negentig een kleine gezellige kroeg, Het Molenhof. Overdag was er weinig beweging, maar in de late en vroege uurtjes was er heel wat ambiance. Links was er ook een schuurtje, de Molenscheure (sic), omgebouwd tot een gezellig feestzaaltje.
(wordt vervolgd)