Taets zal content zijn: zijn molen draait hier nu al

Aalter renoveert de Pietendriesmolen. Het was vrij lang wachten op een nieuw decreet voor onroerend erfgoed en duidelijkheid over subsidies. Er dus weer hoop dat de molen “binnen afzienbare tijd” weer draait. Dat werd op 7 mei meegedeeld aan de buurtbewoners en de media. Bij dit nieuws past wat meer info. En een heel pakket molenbeelden. Taets’ molen draait hier nu al.

De geschiedenis herhaalt zich. Herinnering aan de afbraak in 1979. Daarna volgde de restauratie (tot 1883)

De molen is de oudste nog bestaande staakmolen van Oost-Vlaanderen (eerste vermelding in 1563). Sinds een halve eeuw is hij een “beschermd monument”, maar hij werd zwaar beschadigd tijdens een storm in 2016. Er kon dus ook niet meer gemaald worden. Na nog wat meer schade na vandalenstreken werd hij volledig afgesloten. Daar komt nu een einde aan, zei schepen Herlinde Trenson op een bijeenkomst met de buurtbewoners.

Aalter voorzag in de meerjarenbegroting een renovatie- of restauratiebudget. Volgens de burgemeester gaat het om een investeringsdossier van 364.000 euro. Van de hogere overheid mag een subsidie van zo’n 150.000 euro worden verwacht. Wat rest is voor rekening van de gemeente.

Schepen Trenson verduidelijkte dat het ging om duurzaamheidswerken, hekwerk, herstel molenkast, zeilen, vernieuwing raamwerk, deuren van het molenkot, een nieuwe en veiliger trap, molentechnische ingrepen, wat de Pietendriesmolen terug maalvaardig zou moeten maken.

Het dossier zou nu opnieuw vaart krijgen. Al is ook dat relatief. Vindt men snel een molenbouwer die zo’n werk uitvoeren? Er zijn er maar twee meer in Vlaanderen, dus zal Aalter ook even bij de noorderburen op zoek gaan. Daarna volgt de gebruikelijke lijdensweg door de “administratieve” molen van overleg en adviezen, plannen en vergunningen.

Nieuwe documenten/bronnen

Naar aanleiding van de nieuwe schwung rond dit stuk erfgoed kwamen ook een aantal interessante documenten naar boven. Dirk Mouton, kleinzoon van de in vorige generaties goed bekende molenaar Henri Taets, kreeg van familie onder meer het originele en rijk gevulde en geïllustreerde gastenboek van de molen in handen.

Henri had een heel fotogenieke kop. Foto Edgard Van de Casteele

Ook een merkwaardige “studie” van Hubert Van Hooreweghe uit 1956 kwam terecht bij een Driesbewoner. Het is vooral een uitstekende technische bron over de molenconstructie. En het bevat een serie foto’s die we hieronder graag meegeven. Het in mooi handschrift geschreven molenwerk van Hubert VH komt hier nog ter sprake.

De laatste molenaar van de Pietendriesmolen. Foto Henri Verplaetse (1953)

HIERONDER NOG EEN PRENTENBAK met een kleine 50 foto’s Paul Verhoestraete, Jozef Vanthuyne, Gerard Van de Casteele, Foto Hooft)

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

EPILOOG (voor dossiervreters)

Even terug in de tijd: de recente periode (maar we beginnen bij het begin)

Kaart Sanderus (Flandria Illustrata, 1641): fragment, met aanduiding van de twee molens in Knesselare. Merk op: de Driesmolen op korte afstand van Oestine (Woestijne) en de Plaatsmolen nabij de kerk van Knesselare net voor de grens met Oedelem.

In september 1968 werd de Pietendriesmolen beschermd als monument. Wat dat betekent, wordt vastgelegd in het Onroerenderfgoeddecreet van 2013: gemeenten die eigenaar zijn van historische molens (zoals Knesselare, na de fusie Aalter) moeten gevolg geven aan de door het Agentschap Onroerend Erfgoed opgelegde verplichtingen van onderhoud en herstellingen op korte, middellange en lange termijn (Onroerenderfgoeddecreet 12 juli 2013).

1979-1983: grondige restauratie van de molen, samenlopend met een hele reeks “Molenfeesten”.

Op paasmaandag 28 maart 2016 zorgde een voorjaarsstorm voor veel schade. Volgens Mike Ekelschot, ook een tijd “gemeentelijke” molenaar van de Knesselaarse Toatsemeuln, was voor Knesselare de restauratie na die storm – onder meer door de aankomende fusie – geen prioriteit meer.

In december 2018 maakte Aalter een eerste beheersplan, waarna in mei 2019 een restauratieraming werd opgemaakt van 127.948,90 euro (altijd inclusief btw)

In 2019 werden noodherstellingen uitgevoerd, maar omwille van de slechte toestand van de olmen staak, viel de molen in 2020 opnieuw stil. ( bron: https://inventaris.onroerenderfgoed.be/erfgoedobjecten/33370)

Op 19 augustus 2019 bezoekt het Oudenaardse Architectenbureau Sabine Okkerse de molen. Hieruit bleek onder meer dat de steenbalk (grote balk op de staak) aan één zijde 11 cm doorbuigt.

Later in 2019 volgden aanpassingen van het beheersplan, deze keer rekening houdend met het scheefstanddossier. Er is sprake van een nieuwe, gefundeerde raming na het toekennen van een “vervolgopdracht” aan architectenbureau Okkerse, vermoedelijk een meerkost van 50.000 euro als bijkomende herstellingskost ten gevolge van de scheefstand van de molen.

Op 16 september 2019 kwam Monumentenwacht ter plaatse en die notuleerde dat de scheefstand van de molen “een bedreiging” was voor het gebouw en zo spoedig mogelijk diende hersteld te worden.

Op 2 maart 2020 vraagt Aalter prijs voor het uitvoeren van metingen met de resistograaf, een toestel om de restlevensduur van een houten constructie te meten. Met het oog op het herstel van de scheefstand van de molen. Ook die opdracht wordt een maand later toegewezen aan het Architectenbureau Okkerse.

Op 20 mei 2020 herinnert het Agentschap Onroerend Erfgoed Aalter aan de instandhoudingsplicht van de (geklasseerde) windmolen.

Op 13 augustus 2020 krijgt Aalter een “vrijblijvende offerte” van Okkerse, dat voor een bedrag van 11.592 euro incl. btw “de opmaak van premiedossiers” en de “begeleiding van de restauratiewerken” voor zijn rekening wou nemen. De raming was opgesplitst in prioritaire werken, kortetermijnwerken en middellangetermijnwerken. (nieuw onderzoek, planning, opvolging werken en toelagen, verbouwen en restaureren …).

Op 26 augustus 2020 is er in Aalter een nieuw beheersplan, dat de gemeente ter goedkeuring bezorgt aan het Agentschap Onroerend Erfgoed.

Drieswijk (Driesch) onderaan rechts. Net nog Knesselare (Atlas der Buurtwegen Knesselare, 1844). Ten noorden ervan Blauwgoed omwalling en verderop de ook omwalde Driepikkel

Op 28 september 2020 besprak het schepencollege van Aalter het dossier. Leuke anekdote: in dat verslag is sprake van de “Pietendriesmolen te Ursel”. Een fout die sindsdien in een paar andere media werd overgenomen. De molen ligt al sinds mensenheugenis in Knesselare.

Uit Ursel kregen we ondertussen het signaal dat ze daar met plezier afstand doen van hun molenrechten. Met een knipoog werd verwezen naar een Ursels gemeenteraadslid dat ooit zonder veel omhaal op een gemeenteraad wel heel duidelijk afstand nam van de restauratielust van zijn collega’s: “Steek hem in brande”, was zijn commentaar … 

Goed om weten: er werd dus een collegebeslissing genomen betreffende goedkeuring van het stappenplan voor herstel van de Pietendriesmolen. Het college nam hierbij kennis van het beheersplan, en van de resistograafmetingen, uitgevoerd tgv vastgestelde scheefstand. Het beheersplan zou ter goedkeuring worden bezorgd aan Agentschap Onroerend Erfgoed. Daarnaast stelde Aalter het architectenbureau Sabine Okkerse aan om de premiedossiers op te maken en de restauratiewerken te begeleiden.

Op 15 december 2020 treden de aangekondigde wijzigingen aan de premieregels voor erfgoed in werking. De Vlaamse Regering keurde op vrijdag 11 december het besluit goed om de aanvraagprocedures voor erfgoedpremies en meerjarenpremieovereenkomsten te wijzigen.

Dubbel

Op 18 januari 2021 herhaalt Het Laatste Nieuws dat Aalter 275.000 euro opzij legt voor een grondige herstelling van de molen. Ook hier lezen we dat het college van burgemeester en schepenen besliste“een financiële ruimte” te voorzien van 150.000 euro voor 2021 en 50.000 euro voor 2022 en daar bovenop een jaarlijks onderhoudsbudget van 5.000 euro. Het schepencollege spreekt evenwel ook over “onvoldoende budget” voor het uitvoeren van de noodzakelijke herstellingen betreffende de instandhoudingsplicht van de Pietendriesmolen.

8 maart 2021: goedkeuring van het beheersplan door het Agentschap Onroerend Erfgoed. Het restauratiedossier zal vermoedelijk tegen september van start gaan. Tegen eind 2021 hoopt men een molenbouwer te kunnen aanwijzen, die de klus moet klaren. Die zou een jaar werk hebben, vooraleer de molen dan terug als vanouds kan draaien. Aalter, het Provinciaal Molencentrum Mola en molenaar Maarten Ostyn zouden ondertussen instandhoudingswerken uitvoeren.

7 mei 2021: buurtbewoners en media krijgen op een bijeenkomst bij de molen te horen dat de financiering rond is en dat de voorbereiding van de restauratie nu definitief van start gaat. De restauratie zal 364.000 euro kosten, de Vlaamse overheid zou tussenkomen voor een erfgoedpremie van 150.000 euro.

“Door te investeren in erfgoed zorgen we ervoor dat Vlaanderen een attractieve bestemming is en blijft. Erfgoed is functioneel, heeft esthetische waarde en sociale betekenis. Op die manier vormt erfgoed een verbindende factor in gemeenschappen. Het is van belang voor onze toekomst en voor de zoektocht naar wat ons allen bindt en draagt bij aan het gevoel van welbevinden”

Vlaams minister Matthias Diependaele.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s