Beernem en Knesselare zouden heel snel werk maken van de trajectcontrole tussen beide gemeenten. Bijna anderhalf jaar na de verkiezingsbelofte hangen de geplande camera’s er nog altijd niet, zo blijkt uit een artikel in De Standaard.

Net voor de gemeenteraadsverkiezingen van oktober 2018 beloofden de burgemeesters van Beernem en het Oost-Vlaamse Knesselare om langs de N368 samen te investeren in de allereerste interprovinciale trajectcontrole met vrachtwagensluis én nummerplaatherkenning. Over een traject van vijf kilometer zouden slimme camera’s komen om drie zaken te realiseren

• de snelheid beteugelen

• zwaar verkeer weren

• inbrekers te ontraden (vooral dan in het industriepark in Beernem)

Zeventien maanden later vallen langs de verbindingsweg tussen de beide gemeenten nog steeds geen camera’s te bespeuren. Het Beernemse oppositieraadslid Lode Vanneste (N-VA) kaartte de kwestie vorige donderdag aan op de Beernemse gemeenteraad. “Ondanks de vele inspanningen van onze politiezone waren er vorig jaar opnieuw meer inbraken in Beernem”, stelde hij.

Ongevallen

Vanneste gaf mee dat op de weg tussen Beernem en Knesselare tussen 2014 en 2017 niet minder dan negentien ongevallen gebeurden. Daarbij vielen in totaal 24 lichtgewonden en twee zwaargewonden. Hij vraagt dat daar dringend werk van gemaakt wordt.

De Beernemse burgemeester Jos Sypré  (CD&V) gaf toe dat de multifunctionele camera nog altijd niet beschikbaar is. “Daarom hebben we nu beslist om in een eerste fase camera’s te plaatsen met vrachtwagensluis, maar zonder trajectcontrole.” “Op termijn is een upgrade voor trajectcontrole mogelijk”, zegt hij. “Uit recent overleg is gebleken dat er nog verdere afstemming moet gebeuren tussen de parketten van Oost-Vlaanderen en West-Vlaanderen.”

Een elektronische vrachtwagensluis detecteert met lasers de hoogte van een voertuig en een onbemande digitale camera registreert het kenteken van het voertuig.

“We verwachten de camera’s met vrachtwagensluis, maar zonder trajectcontrole, ten vroegste eind dit jaar”, zegt Sypré.

“Intussen hebben we het Agentschap Wegen en Verkeer gevraagd om langs de E40 signalisatie aan te brengen zodat het verkeer komende van Brugge in Aalter de N44 richting Knokke neemt in plaats van af te slaan in Beernem. Zo kunnen we het doorgaand zwaar verkeer langs de N368 weren.”

De passage van veel vrachtvervoer vanuit Beernem wordt in Knesselare al lang als erg hinderlijk én gevaarlijk ervaren.

Commentaar

Als we dit bericht analyseren blijven er volgende vragen:

• komen er ooit nog camera’s met trajectcontrole?
• is het door Beernem gehanteerde alternatief ZONDER trajectcontrole even efficiënt om foute passanten te beboeten?
• Zijn de twee parketten (Oost- en West-Vlaanderen) het nu eens of oneens over wat er mag en kan gebeuren?
• Is het Agentschap Wegen en Verkeer akkoord en van plan dat er (tenminste) signalisatie komt?
• Hoe wordt die nieuwe verkeerssituatie dan opgevolgd? Door de lokale politie van twee gemeenten? Door andere eenheden?
• Staan Aalter en Beernem nu op dezelfde lijn in dit dossier?

Het zal nog wel even duren vooraleer er een significante wijziging komt in de overbelasting van het Knesselaarse centrum.

Beloofd

Bovenstaande berichtgeving valt moeilijk te rijmen met wat we enige maanden geleden noteerden bij de toelichting van het Aalterse gemeentebestuur, gegeven in het voormalig Knesselaars gemeentehuis (“De Ring rond Knesselare komt er (maar wanneer?)”

Waarnemend burgemeester Patrick Hoste gaf toen mee dat ook hij vindt dat de situatie met zwaar vervoer door de dorpskom van Knesselare echt onhoudbaar is. “We gaan het vrachtverkeer vanuit Beernem eruit halen”, verzekerde hij. Ook hij dacht daarbij aan trajectcontroles. Of die zullen gepaard gaat met een doorrijverbod in Beernem, was (en is) nog niet zo duidelijk.

We hoorden er evenwel ook verwijzen naar een vreemd alternatief: de aanleg van een (soort zuider)ringweg die verkeer komende uit Sint-Joris via de Malsem en Buntelare met de Knokseweg zou verbinden.

Ons vermoeden was toen dat dit dossier veel voeten in de aarde zou hebben en dat dit – zacht uitgedrukt – een project voor de verre toekomst zou zijn. We stelden toen de vraag of de veel goedkopere en minder omslachtige optie van een doorrijbeperking van zwaar vervoer in Beernem, gekoppeld aan écht strenge controles, dan geen optie meer was? En waarom niet? Het probleem is complexer dan haastige reacties laten vermoeden. Maar waarom blijft het maar aanslepen? Hier is op zijn minst iets aan de hand dat de modale burger niét begrijpt.