Knesselare troefde tweemaal de wereld af

In Knesselare zaten ze nooit verlegen om een stunt. Sport en spel, daar zijn de mannen van hier goed in. Zeker niet als ze die van “de grote stad” konden aftroeven! Zo pikten Knesselaarse bolders het duurrecord bollen (1973) en kaarters het “wereldrecord kaarten” (1978). Luc De Muynck schreef voor ons hoe het toen liep. (met dank aan toenmalig persman Jozef Vanthuyne en aan Elie Claeys, Bertrand De Greve en Myriam van De Reisduif. Ook bij hen kon Luc terecht voor info en foto’s).Begin de jaren 1970 heerste er een ware recordwoede bij de Meetjeslandse krulbolders. Meerdere clubs probeerden elkaar het werelduurrecord af te pakken. Eerst was er Oostakker met 24 uur, vervolgens Sleidinge (25 uur), Evergem Rabot (26 uur) en Merendree (met 27 uur). De Knesselaarse bolders konden niet achterblijven! En toeval of niet, een club uit Assenede zou op dezelfde dag ook een poging wagen om 28 uur te halen.

Op zaterdag 20 januari 1973 was het zover. In Assenede begon men om 7 uur aan de klus en in Knesselare om 10 uur. In café Boldershof bij Hilaire De Greve en Anna Neirynck gingen de mannen van ‘Jong maar moedig’ aan de slag onder luide aanmoedigingen van de talrijk opgekomen supporters. De moedigen waren Roland en Bertrand De Greve , Marc en Luc Mestdagh, Laurent Verniest, Romain Plasschaert, Leon De Meyer en Michel Lammens. Burgemeester Maurits Devreese en schepen Albert De Spiegelaere kwamen de mannen succes wensen met hun onderneming. De burgemeester stak de eerste bolle.

Leden van de gemeentelijke sportraad en juryleden Gilbert Neirynck, Julien Lammens en Edmond De Roo hielden een oogje in het zeil, zodat alles volgens de regels zou verlopen. Na elke twee uur was een pauze van tien minuten voorzien. Lokaalhouder Hilaire zorgde ervoor dat de mannen op tijd de nodige voeding en drank kregen. Hij zag er wel op toe dat ze geen alcoholische dranken kregen! Twee dagen lang was de boltent propvol. Zelfs tijdens de nacht kwamen supporters opdagen, zodat de spelers geen moment alleen waren en vooruit gedreven werden door de aanmoedigingen.

Reglementair gezien mocht het record maar met één uur verbeterd worden. Maar toen de spelers van Assenede de 28 uur gehaald hadden beslisten zij door te zetten. De Knesselaarse spelers namen dit niet en zwoeren in elk geval Assenede de loef af te steken.De zondagavond om 20 uur kwam een telefoontje uit Assenede. Ze waren daar gestopt met bollen. Nog vier uur te gaan en ‘Jong maar moedig’ zou de nieuwe recordhouder worden! Ondanks zere voeten, stijve ruggen en blaren op de handen zetten zij door tot 24 uur. Het doel was bereikt: het nieuwe  werelduurrecord krulbollen was eigendom van Knesselare en van café Boldershof in het bijzonder! Na 38 uur en 68 volledige spelletjes bollen was er eindelijk tijd voor een frisse pint … of meer.

En nog een werelduurrecord: de Knesselaarse kaarters

Het was een kaartersclub uit Oostende die er in geslaagd was niet minder dan 64 uren lang kaart te spelen en daarmee een wereldrecord te vestigen. Dat was zonder Julien Wittouck en Julien Lammens van de Knesselaarse club ‘Zonder Troef’ gerekend . Beide heren wilden graag dat record verbeteren . Elie Claeys zorgde voor nog twee ‘Chinese vrijwilligers’: Pol Cornelis en Romain Plasschaert. Zo kon de recordpoging van start gaan bij Andrea in café Ronbarbo!Nadat er ook voor de nodige omkadering gezorgd was, startte de wedstrijd op vrijdag 20 oktober 1978 om 6 uur ’s morgens. Het reglement voorzag dat de kaarters zes uur na elkaar moesten spelen en dan kregen ze een half uurtje rust om zich op te frissen of wat te eten. Vier getuigen waren aangesteld om toe te zien op de strikte naleving van het reglement: Marcel Roose, Jozef Claeys, Georges De Muynck en Edmond De Roo. En wanneer een speler nood had aan een sanitaire stop mochten ze zijn hand uitspelen. Maar ook de kaartspelers van Oostende waren op zaterdag en zondag present om te controleren of alles reglementair verliep, want ze wilden hun record niet kwijt !

Drie dagen lang was het op de koppen lopen in de Ronbarbo. Zelfs buiten volgden een vijftigtal mensen aan het raam het spel, simpelweg omdat er binnen geen plaats meer was.  En in de omgeving was geen plaatsje meer vrij om te parkeren. Elie en Andrea konden de biervaten in één ruk aftappen! Elie had op de binnenplaats een caravan voorzien om wat te slapen, maar noch hij noch Andrea vonden daar de tijd voor.

Op zondagnamiddag was er plots algemene paniek in de tent. Pol Cornelis had zijn knie gestoten tegen de kaarttafel en verging van de pijn. De opgave dreigde en zou een einde stellen aan de recordpoging. In allerijl werd de verzorger van Roger De Vlaeminck, Carlos “Katje” Martens in Eeklo afgehaald om de gehavende knie te verzorgen.

Tot algemene opluchting  kon Pol voortspelen. Alhoewel niet erg vlotjes, want hij dreigde in slaap te vallen. Alle middelen moesten aangewend worden om hem wakker te houden. Maar uiteindelijk hadden de mannen er op zondag om 23 uur 65 uur opzitten en kon het feest beginnen!

Niet dat de moedige spelers het gratis en voor niets gedaan hadden. Hoofdsponsor Raf Cornelis van Altra Decor, vele plaatselijke middenstanders en sympathisanten hadden een grote  geldsom verzameld. Twee kartonnen tonnetjes van waspoeder met bovenaan een gleuf staken propvol met biljetten  zodat voor iedere speler de mooie som van ongeveer 17.000 frank weggelegd was (725 euro).

WR Ronbarbo

Andréa, fier met haar mannen

Nu nog de handtekeningen van schepenen Gerard Versluys en André Busschaert om het record te homologeren en de zaak was rond:  ‘Zonder Troef’ bij Andrea in Café Ronbarbo had het werelduurrecord kaarten op zak!

Eindscorebord  218 bomen gespeeld.