WK wielrennen 22 september: Keek u ook naar “springveer Bjorg”?

Neen, Bjorg Lambrecht kon (nog) niet doen wat Eddy Merckx hem 53 jaar geleden voordeed. Op het wereldkampioenschap wielrennen in Bergen was hij de enige Belgische belofte die zich liet zien, met een aantal stevige prikken waar het – iets te weinig en te kort – bergop ging. Een verdienstelijke prestatie en een hoop voor de toekomst, want er zijn lastiger WK’s dan dit in Bergen. Lambrecht, pas 20, wordt gerekend tot onze “Gouden Generatie” beloften. Straks wordt hij beroepsrenner.

Hieronder de tekst die we vooraf schreven over dit WK.

De beloftencategorie deed pas in 1996 haar intrede. Daarvoor sprak men over het WK voor amateurs. Net als bij de profs vatten ook de beloften het weg-WK met twee kopmannen aan. Bjorg Lambrecht uit Knesselare en de Limburger Jasper Philipsen. Bondscoach Jean-Pierre Dubois kon niet om het superseizoen van beide goudhaantjes heen.

Klimmer Lambrecht (20) won Luik-Bastenaken-Luik U23 en de Vredeskoers en was onder meer tweede in de Toekomstronde. Spurter Philipsen spurtte in zijn debuutjaar als belofte naar winst in Triptyque des Monts et Châteaux, de Ronde van Italië U23, in Olympia’s Tour en eindigde tweede in de Ronde van Vlaanderen voor beloften.

Hoe zit het met de kansen?

Bondscoach Dubois in Het Nieuwsblad: “Om voor het eerst sinds Eddy Merckx in 1964 een Belgische wereldkampioen bij de beloften/amateurs te hebben, reken ik vooral op springveer Bjorg Lambrecht”.

Binnen het team weet men het best wat Bjorg eigenlijk kan. Ploegmaat Piet Allegaert in de Krant van West-Vlaanderen en in Het Nieuwsblad: “Met Bjorg Lambrecht hebben we een heel sterke renner in onze ploeg. Als je ziet dat hij als belofte vorige week negende werd tussen de profs in GP de Wallonie… Lambrecht kan op het zware parcours het verschil maken. Als hij op de beklimming aangaat, zullen er niet veel hun wagonnetje kunnen aanhaken.”

Eind vorige maand reed Emiel Planckaert met Lambrecht de Ronde van de Toekomst. Bjorg moest enkel de Colombiaan Bernal laten voorgaan. “Lambrecht rijdt redelijk indrukwekkend rond”, zegt Planckaert. Stan Dewulf in Het Laatste Nieuws: “Ik zal me in de eerste plaats inzetten voor kopman Lambrecht”.

Nathan Van Hooydonck, nog zo’n talent bij de beloften, die wegens ziekte verstek moest geven voor dit kampioenschap: “Bjorg heeft dit jaar bewezen een echt klimtalent te zijn, maar is hij met zijn eerder frêle lichaamsbouw wel gewapend tegen de kou en regen?”.

En wat zei Bjorg zelf?

Bjorg in Het Nieuwsblad: “De klim naar Salmon Hill is prima voor mij. Het is lastig genoeg. Hoe meer het peloton uitdunt, hoe beter. Ik moet zorgen dat sprinters zoals Halvorsen overboord gaan. Zelf hoop ik alles te sparen tot de laatste klim… In het beste geval rijd ik met een klein groepje naar de meet en sprint ik dan voor de zege.” En in Het Laatste Nieuws: “Eigenlijk kunnen we hier alle zes winnen”, prijst Lambrecht het collectief.

Bjorg verwacht een lastige, maar gesloten koers tot op drie ronden van het einde wanneer de km zullen beginnen spelen vanaf dan zal de uitdunning beginnen. Hij heeft zich voorbereid door veel grote koersen te rijden, maar deed ook verschillende “blokken trainingen” in de Vlaamse Ardennen om het in de finale hard te kunnen maken op de beklimming. Hij denkt dat de Noren zijn grootste tegenstanders worden. (Cyclingsite.be)

53 jaar wachten we nu al op een nieuwe beloftenwereldkampioen. Eddy Merckx was in Sallanches ’64, bij de amateurs toen nog, de laatste. De voorbije dertig jaar haalden enkel Johan Vansummeren (zilver in Hamilton 2003) en Tom Van Asbroeck (brons in Valkenburg 2012) nog het podium.

Alles is mogelijk, niets is zeker

Twee voetjes op de grond? Het kan ook. De Nederlandse site www.wielerflits.nl wijst erop dat een podiumplek op het WK voor beloften niet meteen garant staat voor een profcarrière. Winnaars van vorige edities groeiden niet noodzakelijk uit tot wereldtoppers. Van alle U23-wereldkampioenen zullen alleen Basso en Michael Matthews bekende namen worden. Op het podium stonden naast veel onbekenden de jongste jaren ook Arnaud Démare en Thomas Dekker en voor ons land Johan Vansummeren (zilver in 2003) en Tom Van Asbroeck (brons in 2012).

Och ja, nog een detail. Het Nieuwsblad vroeg Bjorg of hij het Belgische volkslied kende”. “Ik ken enkel Voor Vorst, voor Vrijheid en voor Recht. Ik zal dus nog een wat moeten oefenen”, antwoordde Bjorg. “Ik ga ervoor zorgen dat ik het van buiten ken. Je weet nooit dat ik het kan gebruiken.” Doe maar Bjorg, het hoort erbij. In Bergen starten zes Vlaamse renners, waarvan drie West-Vlamingen. Dat een Flandrien moge winnen. Er zitten er in de “nationale” ploeg geen andere.