De Hellestraat, onze weg naar Sint-Joris en het West-Vlaamse, was ook vroeger een kasseiweg met vrij veel passage, maar voor zover we weten was het aantal herbergen er beperkt. Zeker als we kroegen op de “kop” van de Hellestraat indelen bij De Plaats, mee met de huidige straatnaamgeving.

Een foto van de Hellestraatduivels, genomen naar aanleiding van een van de fameuze carnavalstoeten. (Foto Dominiek Gyselbrecht, Dirk Speeckaert)
Onze oudste bron voor info over het kroegenleven zijn de eerste bevolkingsregisters van het begin van de jaren 1900. Daarin worden de herbergiers vermeld. En dat waren er in de Hellestraat… zeven.
Eerst drie speciale gevalletjes. We komen nog terug op de herbergen De Bonte Koe (De Waele en Rosalie Claeys, hoek Kerkstraat), Café ’t Dorpszicht van timmerman Jaak Thijs en later van de familie Bellaert, en “In de Rubens“, niet geheel toevallig het uithangbord van schilder Petrus Verplaetse. Die drie kleurrijke kroegen komen nog ter sprake als we het bij het afsluiten van deze reeks zullen hebben over De Plaats. Sinds de straatnaamwijziging in de jaren 1970 ligt de kop van de vroegere Hellestraat op De Plaats.
Voor het eerste deel van de Hellestraat, “binnen de bebouwde kom”, werden rond 1900 naast de drie kroegen hierboven al vermeld nog de herbergen genoteerd van kolenkoopman Richard Van den Kerckhove, van Polydoor De Roo, van Joannes Van Heyste, allemaal aan de linkerkant van de Hellestraat en van vleeshouwer Eduard Neyrinck aan de rechterkant. Zo’n weelde, dat kon niet blijven duren.
Omstreeks 1940 waren er volgens de lijst van de Duitsers maar drie cafés meer in de Hellestraat. Twee op De Plaats (’t Dorpszicht en Het Duivenlokaal (Verplaetse) en eentje halfweg de Knesselaarse Hellestraat, de herberg In de Rust der Wandelaars van Denis Smessaert. De kroeg lag op de hoek van het huidige Kobhoutstraatje, het vrij onbekende zijstraatje halfweg de Hellestraat, en is later verbouwd.
Na Denis Smessaert, kwam Rachel Pieters. Zij was de weduwe van Van Deynze en later gehuwd met Remi Mouton.

De Café ‘In de rust der wandelaars’ bij de familie Mouton, langs Sint-Joris-kalseide. Binnenin kon het er gezellig zijn. Als haringen in een ton rond de koffietafel bij het jaarlijks feest van de spaarders. (Foto’s Vanthuyne/Hooft). We herkennen hier onder meer Maria Goemaere (links achteraan), Remi Wille en Jozef Gyselbrecht (vooraan midden en rechts), Oscar De Vlieger en Rita Mouton (midden/midden) Remi Vyncke en zijn vrouw (midden achteraan), bier- en kolenhandelaar Jozef Almey en zijn vrouw Mariette Dhondt (rechts achteraan) Rolanda Mouton (midden rechts) en Georges Carette (helemaal rechts) en zijn vrouw Marcella Van Hulle
Rachel Pieters achter haar toog, bezig met het schenken van serieuze exports.
Hieronder nog een foto, al eerder met namen aangevuld gepubliceerd in ons artikel over de biljartclubs in Knesselare. De namen vindt u in dit stuk over de boogschutters

Rachel Pieters aan de biljarttafel en voor haar met “platenhoezen” versierde muren, in de hoek waar ook een van de eerste Knesselaarse juke-boxen stond. Ergens begin de jaren 1970. Dit café was ook het lokaal van de schuttersclub De Vrije Schutters. Het café ging dicht in 1977.
Epiloog
Het is een beetje ongebruikelijk geworden, maar kranten maakten vroeger nog gewillig plaats voor de uitslagen van sport en spel en deelden het caféleven graag aan de wereld mee. Een knipsel uit Het Volk verraadt wie er in de Helle en aanpalende straten naar de kermis trok om er zich te vermaken met sport en spel. Zelfs de fanfare stapte toen al eens op vrijdag op Helletocht. Begeleid door fakkellicht. “Een kermis die al eens duurde van vrijdagavond tot dinsdagavond”, vertelt Luc Neirynck.