Voormalig schepen Gerard Versluys overleden

Het voorbije weekend overleed in Lovendegem Gerard Versluys, op burgemeester Maurits Devreese na, de belangrijkste CVP-politicus die Knesselare ooit had. Begin dit jaar verdween Gerard uit het Knesselaarse straatbeeld.  Zijn gezondheid liet hem niet toe langer alleen thuis blijven. Hij bracht de laatste maanden van zijn leven door in Residentie Lovenbos in Lovendegem. Na het overlijden van zijn vrouw Madeleine, twee jaar geleden, werd hij wat somber en verloor zijn “joi de vivre”, aldus de kinderen.

Gerard werd geboren als het derde en jongste kind van Malvina Van Hulle en Benjamin Versluys (Malvina’s eerste man Victor Neirynck sneuvelde in de Eerste Wereldoorlog). Benjamin verongelukte in 1940, waarna Malvina introk bij Gerard, die na zijn huwelijk met Madeleine Leloup in 1961 in de Kloosterstraat was komen wonen.

Hij was een goede leerling, maar moest als zoon van een weduwe mee uit gaan werken. Later vormde hij zich verder aan de Gentse Volkshogeschool en kwam hij terecht bij de Christelijke Arbeidersbeweging (ACW), eerst als kajotter, later als bode van het ACV en ten slotte als secretaris van ACV Knesselare in zijn kantoor naast Café “De Sportkring” bij Jona.

Hij vertelde hierover in het boek “Over Knesselare Gesproken. Babbels in de aders van ons dorp” (JVdC en PV): Na de oorlog, ik was toen dertien jaar, werd ik lid van de Knesselaarse KAJ. Ik ging als jonge gast in de Cogétama werken, waar ik vrij snel als délégué lid van de ondernemingsraad kon worden. In 1956 werkte ik even in Gent voor de KAJ, om uiteindelijk het jaar daarop ACV-secretaris te worden in Knesselare. Dertig jaar had ik mijn kantoor in De Kring, in de Kloosterstraat. Ik deed ik de uitbetaling van het dopgeld, volgde er de werkloosheidsdossiers op, hielp belastingbrieven invullen, regelde dossiers rond arbeidsongevallen, kindergeld, bouwpremies…”

Gerard was ook actief in de buurgemeenten Ursel, Aalter, Poeke,… “Dat betekende met mijn scooterke en later met mijn volkswagentje van hier naar daar rijden om uitbetalingen te doen. Vaak was ik op pad, ook ’s avonds, met honderdduizenden franken in mijn tas. We bezorgden onder meer het kindergeld thuis. In die tijd was zoiets eigenlijk geen probleem. Ik deed ook de spaarkas, in een tijd dat er in Knesselare nauwelijks banken waren. En tot slot organiseerde ik mee de vele ACV- en ACW-activiteiten. Dat was mijn job tot 1989.”

Politiek

Gerard stapte in de politiek in 1958, het jaar dat de CVP bestuurde met maar één oppositielid in de gemeenteraad (Hilaire Ryserhove, zes jaar voordien zelf als CVP’er verkozen). Gerard was toen “nieuwkomer”, samen met dokter  Placide Vanthuyne.

In 1964 bereikte CVP de absolute macht, en waren er in Knesselare zelfs geen verkiezingen, wegens gebrek aan tegenpartij.  

Gerard behoorde tot de linkervleugel van de CVP, als topfiguur van de toen zeer sterke lokale afdelingen van ACW, ACV (°1919), KWB(°1959) … Dat had veel te maken met de doorbraak van het syndicalisme in de sigarenfabriek, toen Cogétama met ruime voorsprong de grootste Knesselaarse werkgever.

Goed halfweg de jaren 1900 doken een aantal nieuwe relatief grote bedrijven op: Victorex (kleermakerij Van Poucke), Caravan De Reu (1967-1987), de visrokerij Verniest, de stoelfabrieken Lips en Gekiere. In die grotere bedrijven waren er ook actieve kernen en syndicale afgevaardigden.

De sociale organisaties konden in die tijd behoorlijk wat eisen stellen bij de lijstvorming van de CVP. Gerard vertelde het zo: “Zoveel ACW-kandidaten willen we op de lijst”, zo ging dat toen. Placide De Paepe, burgemeester van Gent, liet er geen twijfel over bestaan: ‘Als ze de gevraagde plaatsen niet krijgen, zal het ACV met eigen lijsten opkomen’. En we kregen ze (lacht). Naast mij waren dat voorts nog Georges Stock en Lutgard De Spiegelaere. Later waren dat Piet De Neve, Fons De Neve en Martine Schelstraete.”

Maar het tij keerde. In de jaren 1970 kreeg de nijverheid in Knesselare grote klappen en werd het economisch landschap na de sluiting van Cogétama verdund tot enkele middelgrote KMO’s. De bestuurders waren er niet in geslaagd voor Knesselare de nodige bedrijven aan te trekken, wat in Aalter des te meer gebeurde.

Met het wegdeemsteren en verdwijnen van een aantal grote bedrijven kregen ook sociale organisaties als ACV, ACW, maar ook verenigingen als Milac, KWB, etc, het moeilijk.

Na de alleenheerschappij van de CVP (1964-1970), kreeg de partij almaar meer tegenwind van Gemeentebelangen. In 1970 was er nog weinig aan de hand, maar in 1976 plaatste nieuwkomer Antoine Schrans zijn partij op het bord (één zetel te kort) om zes jaar later de macht van de CVP te breken.

In 1982 werd Gerard Versluys kopman van de CVP. Hij kreeg 1071 stemmen, maar dat volstond niet om aan de macht te blijven. Zijn ploeg werd verwezen naar de oppositiebanken. In 1988 werd Marc Arnaut (middenstand-strekking) lijsttrekker en Gerard lijstduwer, maar uiteindelijk bleef het bij oppositie voeren verdween de partij in 1994 uit beeld en werd ze een component van Volksbelangen. Ook de invloed van de sociale organisaties werd beperkt.

Gerard (lijsttrekker, ACW) en Marc Arnaut (lijstduwer, Middenstand) voor de verkiezingen van 1982. Zes jaar later werden die rollen omgekeerd. Maar CVP werd tweemaal verwezen naar de oppositie. (Foto Uilenspiegel)

Gerard zat uiteindelijk 36 jaar in de gemeenteraad, lange tijd als schepen van Sociale Zaken, van Huisvesting en van Sport. De belangrijkste realisaties waarin hij een grote rol speelde, waren het sociale project Hemelrijk en de planning van het Sportcomplex Flabbaert, uitgevoerd door Gemeentebelangen.

Gerard wordt over enkele dagen in beperkte familiekring begraven.  Zijn vrouw Madeleine Leloup is enige tijd geleden overleden. Het koppel had twee kinderen (Hilde en Peter).

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s