Dit najaar verschenen het derde en vierde nummer van Erfgoed Aalter. We geven de lezer van Knesselaars Nieuws graag de inhoud mee van die twee nummers van dit nieuwe blad, waarin er ook telkens aandacht is voor Ursel en Knesselare.

75 jaar geleden werd België bevrijd van de Duitse troepen en dat is binnenkort 80 jaar geleden (mei 1940). Dit gaf al aanleiding tot heel wat herdenking en herinnering, ook in Erfgoed Aalter met het verhaal van de Poolse Sherman-tanks die Aalter bevrijdden en een interessant historisch verhaal uit de periode net voor die oorlog.

In het voorjaar van 1930 (België vierde het honderdjarig bestaan) deed zich een merkwaardig incident voor in Ursel. Kolonel baron Wahis was bij een doortocht van zijn regiment in Ursel niet gediend met de Vlaamsgezinde sentimenten. Het gevolg was een fikse rel die in de toenmalige pers de nodige aandacht kreeg.

De rubriek Gebouw met verhaal richtte zich op de gemeentelijke jongensschool in Lotenhulle. Deze site krijgt een nieuwe bestemming en dat is meteen de reden om nog een aantal hoogtepunten in de kijker te plaatsen.Ook gekoppeld aan een gebouw is het verhaal over de kerk van Poeke en meer bepaald over het ‘mirakel’ van Poeke (waarbij de bakstenen tijdens het bouwen bij nacht op miraculeuze wijze werden verplaatst).

Eveneens in de sfeer van legende en overlevering situeert zich het verhaal over Flabbaert, de zogenaamde waterduivel uit Knesselare. Aan de basis van de legende ligt misschien wel een waar gebeurd feit, een liefdestwist uit 1617. Ronny Debbaut ontwikkelt een mooie these op basis van documenten over een moordzaak in 1617 (*).

De rubriek Achteruitkijkspiegel was gewijd aan de lattenklievers van Maria-Aalter. Twee andere vaste rubrieken zijn gerelateerd aan het dialect. De lezer kreeg een wetenschappelijk uitleg over het dialectwoord versloGerd (verwelkt, slap) en vernam meer over de invloed van omringende dialecten op het Aalters-Knesselaars dialect. In de voorwerpenrubriek Wat is dat komt de schuimspaan aan bod.

Bellem genoot de eer de mooie centerfoto voor het derde nummer te mogen aanleveren: een prachtig beeld van de waterfeesten aan het kanaal Gent-Brugge in 1912 (zie hoger).

Vierde nummer

Zopas verscheen het vierde en laatste nummer van de eerste jaargang. Daarin aandacht voor een bijzonder verhaal over de Appoloniakerk in Aalter, geschreven door Eliane De Poorter. Peter Laroy blikt terug op ontstaan en werking van de toneelkring ‘De Ware Vrienden‘ van Aalter-Brug, op de geschiedenis van het station Sint-Maria Aalter (“Eene statie midden in de bosschen”), met onder meer aandacht voor een twist over de plaats waar het station er moest komen (de huidige locatie of, op vraag van Knesselare, ter hoogte van de Hoekestraat, waar later de brug werd gelegd). Ook Bellem kon deze keer rekenen op de voorzitter met een verhaal over een merkwaardige moordzaak in 1897.

Jan Van de Casteele schetst een aantal aspecten van de complexe ontstaansgeschiedenis van Knesselare, te situeren in en om het Knesselaarse Prinsengoeddomein (*), Jonas Maebe vond in het rijke Lootste archief voldoende materiaal voor een bijdrage over de paspoorten vanaf de Franse Revolutie en over wat we uit dergelijke documenten kunnen leren. Lezers kunnen bij mooie beelden en woorden even nostalgisch mee mijmeren met Werner Roelandts over dit mooie dorp, dat enkele decennia geleden nog één groot speelplein was.

In de rubriek ‘Muile van Lintjes’ heeft Erik Wille het over pesten, plagen, uitlachen en spotten.Vertrekkend bij de Aalterse ‘gekkers en stekkers’ (met tekst en muziek) komt hij tot een opsomming van een tot een reeks verwijten waarbij hij zichzelf niet spaart (‘Wille, ’t hangkt stront aan ui’ bille’)… Erik schreef ook een bijdrage voor de rubriek ‘Wat is dat?’ en Chris De Wulf voor de rubriek etymologie. De centerfoto komt deze keer uit Poeke, met een beeld over het Heilig Hartfeest in 1939.

Info: Een abonnement op Erfgoed Aalter kost 15 euro. Stuur een bericht naar erfgoed.aalter@gmail.com of vind de nodige formaliteiten om abonnee te worden op www.erfgoedaalter.be

(*) Een samenvatting van dit artikel verschijnt later op deze site