Knesselaars Nieuws krijgt regelmatig reacties, ook van Knesselarenaars die al lang het dorp hebben verlaten. Een heel mooie was die van onze dokter en hartspecialist Frans Veevaete (Brugge) over de kermis in zijn straatje…
Over dokter Veevaete hadden we het hier eerder al in onze reeks “Hoe zou ’t nog zijn met…”. Het artikel kunt u HIER (her)lezen
Frans heeft nog altijd “een praktijk” in Brugge. In zijn kinderjaren, de jaren 1950 en begin de jaren 1960, waren er nog veel wijkkermissen in Knesselare, maar die van de Hellestraat herinnert hij zich het best. Hij schrijft:
“Ik herinner me nog levendig ‘Hellestroat Kirmesse’ Dat was ook ergens in de zomer, maar meer op het einde ervan.
De gebroeders Arnaut hadden over heel de lengte van de straat aan de elektriciteit- en telefoonpalen luidsprekers gehangen, waaruit overal muziek weerklonk tot middernacht of nog later, en waaraan mijn vader zich mateloos ergerde, omdat de kinderen niet konden slapen.
Om dit te verhelpen had hij eens met een borstelsteel vanuit een raam boven, de stekker uit zo’n luidspreker getrokken, die vlak naast onze slaapkamer hing, iets waar Wilfried Arnaut allesbehalve genoegen kon mee nemen.
Op de activiteitenkalender stonden onder meer een zangcrochet, ’s avonds, op het pleintje naast de woning van de onderpastoor, gepresenteerd door Maurice Hooft. Ster van die avonden was steeds Jeanne Vyncke, die in haar keukenschort en met de handen in de zakken van haar schort stond te zingen als een fijne lijster.
Op de weide naast huize Gyselbrecht stond de danstent van Scheyvinck. Ik ben de juiste naam vergeten, maar die mensen hadden ook een café op de Poezenhoek en de vrouw ervan was een schitterende accordeoniste (Suzanne Van Hulle – red.).
Tegen die tent werd vaak gefulmineerd van op de preekstoel. Er werd geschonken, gedanst, plezier gemaakt, alles in het licht van schemerlampen, weerkaatst door spiegels rondom in de tent. Er gebeurde niets verkeerd, maar mijn vader is me er toch eens komen weghalen en heeft me thuis afgerost, omdat ik nog veel te jong was. “Wat moet de paster over ons peizen, bandiet!”…
Eén van de organisatoren van Hellestraatkermis was Charles Mouton.
Andere activiteiten waren o.a. een ‘zakkenkoers’, waarbij men een jutezak tot aan de lenden moest optrekken en op die manier trachten vooruit te komen, de Hellestraat naar beneden, wat onvermijdelijk tot valpartijen leidde. Verder de beruchte ‘dolkoers’, waarbij mannen geblinddoekt in een vrachtwagen moesten kruipen, die eerst enkele rondjes rond De Plaats maakte en dan verdween, richting ergens naar een verlaten uithoek van de gemeente; alles gebeurde toen het reeds stikdonker was. De deelnemers werden daarna zoals de duiven gelost, mochten hun blinddoek afnemen en trachtten hun weg terug te vinden naar De Plaats; de eersten kregen een prijs. Het evenement eindigde meestal diep in de nacht en sommigen geraakten slechts thuis toen de ochtendschemering begon.
Er waren ook heel wat ‘zwarte cafés’ bij particulieren thuis. Naast bier kon men tevens jenever krijgen, maar dat was meestal zelfgestookte jenever (er werd in die tijd nogal wat afgestookt in Knesselare!), en die jenever had men voor de helft aangelengd met water, waarna men er een zakje met peper liet in hangen om hem terug op smaak te krijgen. Mijn vader was een jeneverkenner en had dit onmiddellijk in de gaten: dat “teigeldege” (tengelde) op de tonge.
Voorts werden overal bolwedstrijden gehouden, en populair waren ook de haantjeskaartingen.”
Uitsmijter
Wijkkermissen waren hier in de eerste helft van de vorige eeuw bijzonder populair. Op een lijst van 1957 staan er nog twintig vermeld: Tramstatiekermis (toen 5 mei), Kloosterstraatkermis (26 mei), Veldstraatkermis (9 juni), Westvoordekermis (16 juni), Hulhoekkermis (23 juni), Nieuwstraatkermis (21 juli), Kapellekermis (28 juli), Hoekestraatkermis (4 augustus), Buntelare- en Drieskermis (11 augustus), Eentveldkermis (18 augustus), Hellestraat en Geuzestraatkermis (25 augustus), Maldegemweg en Zandekeskermis (1 september), Maldegem-Noord kermis (8 september), Lijsterhoekkermis (15 september), Blaktekermis (22 september), Vaartkermis (13 oktober) en Molenstraatkermis (20 oktober).
Tien jaar later (1967) zijn er dat nog dertien: kermissen aan de Tramstatie (12/5), in de Kloosterstraat, de Geuzestraat, de Veldstraat, Westvoorde, de Nieuwstraat, Hoekestraat, Hellestraat, Maldegemweg en Zandekens, Lijsterhoek, Blakte en de Vaart.
Vandaag is die kermistraditie zo goed als helemaal verdwenen.