De pers over de “kleine koning van Knesselare” – woensdag opent rouwregister

 

Bjorg was “gene gewone”.Sommigen hadden het over “De kleine koning van Knesselare”. Een persoverzicht, u kiest maar. Het rouwregister voor Bjorg kan vanaf morgen woensdag 7 augustus worden getekend in het oud gemeentehuis van Knesselare en dit vanaf 8.30 uur. Om 11 uur komen burgemeester en schepenen tekenen. Ook in het Aalterse gemeentehuis ligt een rouwregister.

REQUIEM VOOR EEN ENGEL”

Hugo Camps in Het Laatste Nieuws

Het afgelopen weekend verkeerde het land nog in een delirium na de fenomenale solo van Remco Evenepoel in de Clásica San Sebastian. Het regende metaforen en op de achtergrond verscheen Eddy Merckx almaar scherper in profiel. Ook de buitenlandse pers sloeg steil achterover bij de sublieme prestatie van Evenepoel.

Vandaag, luttele dagen later, doet het exploot van Evenepoel er niet meer toe. Vandaag verspert de dood van de 22-jarige Bjorg Lambrecht hoop en geloof voor wie dan ook. Het klimtalent kwam zwaar ten val in de Ronde van Polen, werd nog gereanimeerd, maar overleed op de operatietafel. Lambrecht was ook een geboren kampioen. Ronderenner voor de toekomst. Al zou hij het nooit van zichzelf zeggen.

Tijdens de Tour zag ik hem nog op televisie. Met zijn jonge koppie en gaaf gelaat een verademing in de zweterige heksenketel, doordesemd van bescheidenheid. Hij zag zijn leeftijdgenoot Egan Bernal in de gele trui en droomde wellicht ooit zelf in het tricot te mogen rondrijden. Talent en klasse waren voldoende aanwezig, beroepsernst eveneens, de ambitie om tot de absolute top van het cyclisme door te stromen was groot. Al was het een stille, bijna geheimgehouden wens. Bjorg sprak liever met de benen.

Zijn overlijden is een drama. Niet te verteren voor christenen en humanisten. 22 jaar en dat gaat sterven in de Ronde van Polen – waar was die God dan die door wielrenners voor de koers nog zo massaal wordt aangeroepen. Kou of hitte, ijs of regen, ze slaan een kruis. Niet dat het helpt tegen het noodlot.

Normale mensen worden opstandig van zo’n vroege dood. Je kan het niet plaatsen. Familie en vrienden van Bjorg Lambrecht zullen zich wanhopig afvragen of ze hem in zijn fietsobsessie niet hadden moeten tegenhouden. Nee dus. De fiets was het geluksvehikel van Bjorg. Hij wou het leven verzoenen met zijn talenten, en omgekeerd. De uitslagen waren bemoedigend. In de Ardense klassiekers en de Amstel Gold Race reed hij top tien. In de Dauphiné werd dit jaar helemaal duidelijk hoe ver de dromen van de rasklimmer mochten reiken. In het volgende wielerseizoen zou hij zeker worden opgenomen in het kransje Bernal, Van Aert, Van der Poel. Hij leefde er naar toe met zijn hele ziel en zaligheid. Ik zag hoe zijn ogen glinsterden tijdens een bergetappe in de Tour. Het was alsof hij zelf de flanken van de Tourmalet aan het vermalen was.

Anders dan sprinters zijn klimmers niet zo breedsprakerig. Ze huiveren mee met de ijle lucht in de bergen. Ze kennen de eenzaamheid van een col buiten categorie waar niets meer is, alleen nog een waarom. Ze leven in een welhaast mystieke waas. Bjorg Lambrecht bleef evenwel de nuchterste onder zijn gelijken. Hij temporiseerde, wachtte af en bleef achteromkijken. Die voorzichtigheid had hij van thuis uit.

Vallen over een betonnen duiker in donker Polen is zinloos. Het leven wegrukken bij een talentvolle jongen is wraakroepend. Dan heb je geen klasse als dood.

En weer is Lotto-Soudal betrokken bij het drama. Alsof er een vloek over de wielerformatie ligt. Anderzijds, zij geven Belgen de kans om het te maken als renner en creëren daarmee numerieke overmacht. Wat moet je zeggen tegen Marc Sergeant die dit drama in krijtwitte machteloosheid ondergaat. Wat kun je nog zeggen tegen de ouders en vrienden van Bjorg Lambrecht die hun geliefde verliezen. Toch een ding: zij hebben Bjorg ongelooflijk gelukkig gemaakt door hem te laten fietsen als steun en toeverlaat. Hij heeft die enkele jaren kunnen genieten van zichzelf. En hij is met een droom uit het leven gevallen. Het maakt de dood toch iets zachter.

Ik weiger Bjorg Lambrecht nog een belofte te noemen. Hij was een volwassen renner geworden. Ik zie hem nog rijden in de Waalse Pijl, als een flyer, met de besten mee. De kracht die in dat tengere lichaam zat, leek wel onuitputtelijk. En wat een lieve jongen, geen beul, wat een elegantie.

Voor de rest van het jaar weiger ik elk delirium voor een renner. Ik juich niet voor de wereldkampioen, al bewonder ik hem wel. Ik treed in de stilte van Bjorg Lambrecht die mij zal leren wat onschuld is. En verdriet. En wat alleen zijn is in de eeuwigheid van de Tourmalet.

Lieve Bjorg, ik buig diep voor je

Columnist Hugo Camps (HLN en DM)

 

 

 

 

 

“ONZE OPINIE”

Jan Segers in Het Laatste Nieuws

Er zijn van die avonden dat het schrijven stroever loopt dan anders. Dat zelfs slikken een karwei wordt. Een mens moet zuinig zijn met gezwollen woorden en verheven gevoelens, zeker in dagen dat dolle schutters in de Verenigde Staten tientallen willekeurige slachtoffers maken.

Maar in dit geval past enkel het oude citaat van organisator en sportjournalist Karel Van Wijnendaele: ‘Wij hebben alleen nog onze ogen om te schreien.’ Dat was alles wat volgens Van Wijnendaele de Vlaamse wielerliefhebbers restte nadat in de Ronde van Vlaanderen van 1951 geen enkele landgenoot de top vijf had gehaald. Gisteren was onvergelijkbaar veel erger. Des te meer zullen tranen vertellen wat woorden niet kunnen. Bjorg Lambrecht (22) is dood. Uit het leven gegrepen.

Bestaat er in een mensenleven een schonere leeftijd dan 22 jaar? Niets is verloren, niets ligt vast. Alles kan, alles zal. Niet alleen in het peloton, ook in het leven. Het ongeval van Lambrecht raakt elke ouder. De vrees dat zoon of dochter iets overkomt in hun wonderjaren, de jaren van onschuld en onverschrokkenheid. Alleen op de fiets, overstekend op de steenweg bij donkere regen. Alleen op de fiets onder een Antwerpse brug op klaarlichte dag. Samen op de fiets op Poolse wegen, maar jij die ene die verkeerd valt. Pech klinkt te banaal voor wat Bjorg Lambrecht is overkomen. Toch is dat het enige wat het samenvat. Uit het wielerleven gegrepen.

Hij had de benen, de jonge Lambrecht. Half jongen nog, half man van 56 kilogram. Klimgeit, gemaakt om ooit Egan Bernal te volgen in de cols, de Tourwinnaar die hem twee jaar geleden als enige voorafging in de Ronde van de Toekomst. De toekomst hád hij. De toekomst wás hij, met of zonder Remco Evenepoel – wellicht naast hem, of hooguit een podiumtrede lager. Stilaan had Bjorg Lambrecht naast de benen ook een naam die vertrouwd klonk in de Vlaamse huiskamers. Nog één lente als de vorige – zesde in de Amstel Gold Race, vijfde in de Brabantse Pijl, vierde in de Waalse Pijl – en Lambrecht lag op ieders lippen. Nog één keer te gast in ‘Vive le Vélo’ zoals op 27 juli – ontwapenend, slim, vlot – en Vlaanderen had hem aan de borst gedrukt. Een half jaar geleden nog struikelden cocommentatoren over zijn precieze naam. Was het nu Bjorn of Björn? Was het nu Lemberechts of Lambrigts? Geen van beide. Bjorg Lambrecht is de naam. Was de naam. Zal altijd de naam blijven. 22 en wég.

Als het gaat om mensen van 22 die sterven, bestaan er geen gradaties van erg, erger, ergst. Maakt niet uit of ze zelf deel hebben aan hun dood. Of ze er al dan niet zelf voor gekozen hebben. Of ziekte hen geveld heeft. Of ze na te veel drank en drugs van de weg zijn geraakt. Of ze door anderen zijn aangereden. De wrok en de verwerking kunnen verschillen, maar het verdriet is hetzelfde, immens en ontroostbaar. En het verlies is onherstelbaar. Aan nabijheid. Aan talent dat op ontluiken stond. Dat van Bjorg Lambrecht stond in bloei als Japanse kerselaren. Hevig. Het stak de ogen uit – zo veel plotse pracht.

Dit was een arbeidsongeval. Zoals ook de crash van Wout van Aert in de Tourtijdrit een arbeidsongeval was. De risico’s van het vak, klinkt het. Maar sterven in koers kan nooit ‘part of the job’ zijn, toch? Wielrennen blijft helaas een dodelijke sport waarin vaak gevallen wordt tegen hoge snelheid. Het aantal doden en zwaargewonden – het onderscheid tussen beide is vaak een kwestie van toeval en geluk – is de voorbije tientallen jaren amper gedaald. In de Formule 1 sneuvelden ze ooit bij bosjes. In 1994 heb ik Ayrton Senna op Imola voor mijn ogen zien crashen in de Tamburello. Sindsdien is geen F1-rijder nog gestorven op het circuit. Sport op vier wielen is veiliger geworden. Sport op twee wielen niet.

Bjorg Lambrecht doet denken aan de betreurde Jean-Pierre Monseré in 1971 – in leeftijd, in talent, in fataliteit. Zijn palmares zal virtueel zijn. Wat rest, in meer intieme kring, is de leegte die nooit meer gevuld raakt. 22 is een leeftijd, geen stervenstijd.

 

 

 

 

“MOOI VERHAAL STOPT ABRUPT”

Het Laatste Nieuws, PJC

Plots kwam alles terug. Fabio Casartelli in 1995, Bjorg Lambrecht in 2019. Johan Museeuw zucht: “Alles moest nog beginnen voor die superkerel.”

De Ronde van Frankrijk 1995. De Col de Portet d’Aspet. In de afdaling komt de Italiaan Fabio Casartelli zwaar ten val. In het ziekenhuis overlijdt hij, nadat hij meer dan anderhalf uur in coma heeft gelegen. Is eveneens bij het ongeval betrokken: Johan Museeuw. “Bij jammerlijke gebeurtenissen als deze moet ik altijd terugdenken aan die dag. Waarom hij wel en ik niet? Ik had slechts schaafwonden. Twintig jaar later gebeuren zulke accidenten nog. Brute pech. Man, wat voel ik me hier ongemakkelijk bij…”

Museeuw volgt de carrière van Bjorg Lambrecht al jaren. “Want mijn zoon Stefano heeft vaak met hem gekoerst bij de jeugd. Ik heb Bjorg vaak bezig gezien. Toen al een uitzonderlijke renner. Goed bergop, maar ook in de sprint stond hij zijn mannetje. En er stond een verstandige kop op. Hij was een superprof. Altijd bezig met zijn vak. Hij had alles om een grote te worden. Dat bewees hij nu al, in ‘zijn’ wedstrijden. Dat dat mooie verhaal zo abrupt stopt, dat is dramatisch. Alles moest nog beginnen.”

Superkerel

“Schrikwekkend”, noemt Museeuw het voorval. “Ik heb zelf gekoerst, ik ken de verhalen en de gevaren. Net zoals het leven één groot gevaar is. Het is niet omdat je aan wielrennen doet, dat je plots risico’s neemt. Dit was een ongeval, met jammerlijk grote gevolgen. Het toont voor mij aan dat je altijd moet genieten van het leven. Ik was onlangs wat kwaad op mijn zoon, omdat hij uitgegaan was en ik dat ongepast vond voor een sportman. Nu zeg ik: ‘Groot gelijk.’ Je moet er verdikke van profiteren.” Museeuw zal Lambrecht missen, zegt hij. “Hij was rustig, los, vlot, lief, aangenaam. Noem het allemaal maar op. Een superkerel. Ik wens zijn familie veel sterkte.”

“TOEKOMST LACHTE HEM TOE”

Het Laatste Nieuws, Bart Audoore

Een carrière veel te vroeg gefnuikt. Hij was 22 en de toekomst lachte hem toe. Bjorg Lambrecht was voorbestemd om samen met Remco Evenepoel het nieuwe gezicht te worden van het Belgische wielrennen. Hij reed van ereplaats naar ereplaats in de klimklassiekers, in de Dauphiné – dé voorbereidingskoers op de Tour – won hij de witte trui. Een val in de Ronde van Polen kostte hem het leven.

“Ik besef nu dat ik dit kan.” We spreken 24 april van dit jaar. Bjorg Lambrecht is net vierde geworden in de Waalse Pijl, hij staat nog uit te hijgen over zijn stuur, maar wanneer hij opkijkt, fonkelen de ogen in dat altijd guitige gezicht. Dit is waar hij op hoopte, dit is de bevestiging van zijn grote talent. De jongen is een paar dagen eerder ook al vijfde geworden in de Brabantse Pijl en zesde in de Amstel Gold Race – namen die klinken als een bel in het wielrennen. En nu legt hij wereldtoppers als Julian Alaphilippe en Jakob Fuglsang het vuur aan de schenen op de steile

Muur van Hoei. Het doet een jonge wielrenner dromen. “Ik heb zeker nog twee jaar nodig, maar ik hoop dat jullie dan pagina’s vol over mij mogen schrijven.”

Met uitroepteken

Had Remco Evenepoel (19) niet bestaan, dan hadden we Bjorg Lambrecht zonder blozen het grootste Belgische wielertalent van deze generatie mogen noemen. Eerlijk gezegd, de combinatie zag er zowaar nog mooier uit: Evenepoel, dat is de grote rondehoop waar dit wielergekke land al zo lang op zit te hopen, Lambrecht was de puncher-klimmer die België weer zou doen dromen in de Waalse en Italiaanse klimkoersen, de eerste sinds Frank Vandenbroucke – dat ene wonderjaar van Philippe Gilbert niet meegerekend.

Tv-commentator Michel Wuyts noemt hem “één van de drie pijlers waarop ons wielrennen gebaseerd zou worden“. De derde is dan de jonge Limburgse sprinter Jasper Philipsen (21). Lambrecht besefte zelf heel goed welk potentieel hij in zich droeg. “Ik denk dat ik bewezen heb dat ik in de toekomst een winnaar kan zijn”, zei hij in april.

Het klinkt nu wrang, maar op 5 juni stuurde Lotto-Soudal nog vol trots een perscommuniqué de wereld in. ‘Breaking news: Bjorg Lambrecht tekent bij!’ Met een uitroepteken op het einde. De toekomst leek verzekerd nadat het goudhaantje zijn handtekening had gezet onder een nieuw contract van twee jaar.

Tot wat hij in staat was, zullen we helaas nooit weten. De jongen uit het Oost-Vlaamse Knesselare, bij Aalter, was pas bezig aan zijn tweede profjaar. Vorig seizoen won hij een rit in de Tour des Fjords in Noorwegen – dát was al heel knap voor zo’n jong ventje. In het najaar werd hij tweede op het WK bij de beloften, hoewel hij al prof was, mocht hij meedoen omdat hij nog zo jong was. Hij was de beste klimmer van het hele pak, maar de Zwitser Marc Hirschi toonde zich een betere daler en de finish lag beneden. “De grootste ontgoocheling van mijn leven”, sprak Lambrecht.

Het is de enige keer dat we hem boos zagen. Want Lambrecht was altijd vrolijk, altijd aan het lachen, en dat zijn geen clichés: de jongen was een flapuit, heerlijk ontwapenend en charmant. Toen bekend werd dat hij prof zou worden, poseerde hij in de krant met zijn geboorteknuffel, een konijn – dat reisde overal met hem mee en dat was niets om zich over te schamen, vond hij.

Zijn ouders, die een Opel-garage uitbaten, waren zijn grootste supporters. Dit weekend maakten ze zelfs de verplaatsing naar Polen: op grote momenten moedigen ze hun zoon graag aan, en hun Bjorg droomde stiekem van eindwinst in Polen. De renner laat ook een zus en vriendin achter.

Huilend over de meet

Op de fiets was hij een karaktertje, een bijter, explosief en impulsief. “Maar dat laatste leer ik onder controle te houden”, vertelde hij aan het begin van deze zomer. “Ik verspil nu minder energie en dat zie je aan mijn resultaten.” In juni werd hij zo twaalfde en beste jongere in het Criterium du Dauphiné, de koers waarin alle groten zich gaan bereiden op de Tour. Alweer die belofte. En net als in de Tour krijg je daar een witte trui voor, die nu voor altijd de zijne is.

De verslagenheid bij zijn ploeg is groot. Koers is een gevaarlijke sport – ‘de dood rijdt altijd mee’, zegt een luguber wielergezegde – maar de Lotto-ploeg in het bijzonder werd de voorbije jaren niet gespaard. Vier jaar geleden, in de Vuelta 2015, belandde Kris Boeckmans twee weken in coma na een frontale val op zijn gezicht. In 2016 ontsnapte Stig Broeck nipt aan het ergste na een val in de Ronde van België. Lambrechts naam komt op een trieste en veel te lange lijst.

Zijn ploegmaats en ploegleiders reageerden gisteren emotioneel. Ploegleider Kevin De Weert reed huilend over de meet in Polen. De renners kregen pas na de rit, die niet werd geannuleerd, te horen dat hun collega en vriend was overleden. Ook voormalige en toekomstige ploegmaats betuigden hun medeleven. André Greipel kon de tragedie niet vatten nu ‘Matchbox’ -de bijnaam voor het pluimgewicht, naast de bonkige ‘SUV’ Greipel – er niet meer is. John Degenkolb, die volgend jaar bij Lotto-Soudal rijdt en ook in Polen was, ging zich na de rit meteen aan de Lotto-ploegbus vergewissen van de situatie en keerde met gebogen hoofd terug.

De rit van vandaag in de Ronde van Polen wordt geneutraliseerd: het peloton zal in gesloten formatie van start naar finish rijden. De Belgische wielerbond gelastte de persconferentie af die vandaag voorzien was in aanloop naar het EK in het Nederlandse Alkmaar. De geselecteerde renners mogen zelf beslissen of ze in actie komen.

Nog een laatste keer Lambrecht, naar aanleiding van de vele goeie resultaten en prestaties van de jonge gasten dit seizoen – Bernal, Hirschi, Evenepoel, Sivakov, Hamilton… “Ik trek me daaraan op. Ik denk dan: het mag ook een keer mijn beurt zijn. Ik hoop dat het dit jaar nog eens prijs is.”

“DE LIEFSTE MENS DIE IK OOIT TEGENKWAM” (Eddy Planckaert, Karl Vannieuwkerke)

Het Laatste Nieuws

Bjorg Lambrecht charmeerde Karl Vannieuwkerke en Eddy Planckaert tijdens ‘Vive Le Vélo’, amper tien dagen geleden. Ze vloeken: “Godverdoeme.”

“Wat moet je zeggen, jong? Eigenlijk zet je best een paar puntjes en gedaan.” De stem van Eddy Planckaert stokt. De ex-renner leerde Bjorg Lambrecht kennen tijdens de opnames van ‘Vive Le Vélo’, op 27 juli in het kasteel van Germolles in Mellecy. “Hij is vier uur mijne kameraad geweest. Zo een braaf manneke. Ik ben hier echt niet goed van. Godverdoeme. Bjorg was de liefste mens die ik ooit ben tegengekomen – en dat zeg ik niet zomaar. Ik heb een degout gekregen van de wielersport. Het is te veel aan het worden, ik heb er geen woorden voor. Als je ziet hoe gevaarlijk het allemaal geworden is. Er gebeuren simpelweg veel te veel accidenten.”

Ook gastheer Karl Vannieuwkerke houdt niks dan warme herinneringen over aan zijn eerste ontmoeting met Lambrecht. “Voordien kende ik hem niet persoonlijk.” Maar toen stak hij ineens zijn hoofd in de VRT-camper. “Een fris kopke”, omschrijft Vannieuwkerke. “Toen hij nadien onder de luifel zat met Eddy en Hendrik (Redant, ploegleider bij Dimension Data en die dag de andere studiogast, red.), zeiden we op onze redactie tegen mekaar: ‘Da’s nog een kind, zo een tenger lichaam.’ Op de achtergrond hoorde ik hem voortdurend lachen. Hij amuseerde zich. En wat was hij charmant.” Planckaert beaamt: “Ne crème van ne gast, zonder kapsones.”

Fantastische kerel

Dat bleek ook na de opnames. “Hij bedankte me voor de uitnodiging”, herinnert Vannieuwkerke zich. “Waarop ik zei: ‘Ik hoop dat je nog wilt komen als je alles gewonnen hebt.’ (mijmert) Bjorg antwoordde dat ik me allerminst zorgen moest maken. En nu… (zwijgt even) Dit is zo onwezenlijk. Zo oneerlijk. Ik leef mee met zijn familie.”

Dat doet Planckaert eveneens: “Ik wens zijn ouders sterkte. Hun leven is naar de vaantjes. Maar van één ding mogen ze zeker zijn: Bjorg was een fantastische kerel. En als coureur een supertalent, de man van de toekomst. Maar dat maakt nu allemaal geen kloten meer uit. Wat een drama.” (FDZ/PJC)

“PELOTON VERLIEST ZIJN KLEINE KONING”

Het Nieuwsblad, Pieter Huyberechts, Bram Vandecapelle, Hugo Coorevits en Guy Van Den Langenbergh (ook in Nieuwsblad verschenen)

Gisteravond, 18.50 uur. Een Poolse spoedarts bevestigt het nieuws waar iedereen voor vreesde: profrenner Bjorg Lambrecht (22) is op de operatietafel van het ziekenhuis in het Poolse Rybnik bezweken aan zijn verwondingen. Na een crash in een kletsnatte etappe op spek­gladde wegen. De Belgische wielerwereld verliest zijn grootste klimtalent. “Bjorg was de kleine koning van Knesselare.”

Matchbox, zo luidde zijn bijnaam in het peloton. Een grapje van ­André Greipel, gewezen ploegmaat bij Lotto Soudal. Omdat hij de zoon was van een garagist, en omdat hij zo klein was. 1 meter 65 lang, 56 kilogram licht. Het maakte hem tot een dartele klimgeit – volgens kenners zelfs ’s lands beste klimmer – klaar om ooit Tour­winnaar Egan Bernal het leven zuur te maken.

De twee rastalenten vochten jaren geleden in de Ronde van de Toekomst, de Giro Valle d’Aosta en de Tour de Savoie al verbeten duels uit. Want Lambrecht, afkomstig uit het Oost-Vlaamse Knesselare, was op zijn best in de bergen. Dat bewezen fraaie ereplaatsen dit voorjaar in klimklassiekers als de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl. “Over drie jaar ga ik voor een klassement in de Tour de France”, zei hij onlangs nog in onze krant.

Geen grootspraak à la Frank Vandenbroucke, maar oprechte ambitie van een jonge gast die perfect wist waar hij mee bezig was. Net voor de Tour won hij nog het jongerenklassement in klimkoers Critérium du Dauphiné. Het talent spatte van zijn fiets. En het car­rièreplan was minutieus uitgestippeld. Het ging als een col: recht omhoog.

Vergeetachtige speelvogel

Tv-kijkend Vlaanderen leerde ­onlangs, in Vive le vélo, een goedlachse, vlotte, charmante renner kennen. Binnen de ploeg stond hij bekend als speelvogel. Vergeetachtig ook. “Bjorg was iemand die al eens zijn portefeuille vergat. Of onderweg zijn iPhone kwijtspeelde”, zegt collega Adam Hansen.

Terwijl iedereen de laatste weken lyrisch werd over dat andere Vlaamse rastalent, Remco Eve­nepoel, vertrok Lambrecht vorige week naar de Ronde van Polen, met in zijn kielzog zijn ouders. Zijn trouwste supporter, groot­vader Jozef – Jos – Timmerman (foutje natuurlijk – red.) overleed vorig jaar, net voor de grote doorbraak van zijn kleinzoon. Bjorg had al heel jong dezelfde ambitie als zijn grootvader: de beste wielrenner worden van Knesselare en omstreken.

De Ronde van Polen moest voor Bjorg de ultieme voorbereiding worden voor zijn grote najaarsdoel: de Ronde van Spanje. Maandagmiddag stond de frêle Oost-Vlaming in het Poolse Chorzow aan de start van de derde etappe. Klaar voor 150 kilometer koers richting aankomstplaats Zabrze. “Het regende heel hard”, vertelt Artur Filipiuk, die als journalist de Ronde van Polen van nabij volgt. “Na 48 kilometer, op een lang, dalend recht stuk, was er een valpartij. De oorzaak? Onduidelijk, want beelden van de val zijn er niet. Lambrecht moest uitwijken en reed met 40 per uur tegen een betonnen duiker langs de weg. Pech, brute pech.”

Volgens de koersdokter was er net voordien mogelijk nog contact met een andere renner. Bjorg Lambrecht werd ter plaatse gereanimeerd, vertelde de Poolse koersdokter. Omdat hij zo zwaar aan zijn romp geraakt bleek en heel wat inwendige bloedingen had opgelopen, kon hij niet per helikopter naar het ziekenhuis van Rybnik overgevlogen worden. Een slecht voorteken. Urenlang was het nagelbijten voor zijn ouders en zijn collega’s. Dat de podiumceremonie na de finish niet doorging, deed het ergste vermoeden. Aan de finish dropen renners intussen huilend af. Ook ploegleider Kevin De Weert vocht tegen de tranen, wachtend op een sprankel hoopvol nieuws. Die kwam er niet.

Collectieve rouw

Rond 18.15 uur sijpelden de eerste berichten door dat Bjorg Lambrecht op de operatietafel van de spoedafdeling bezweken was aan zijn verwondingen. Wat later kwam het harde verdict van de spoedarts: “We hebben alles gedaan wat we konden om hem te redden.” Om 19 uur volgde een officiële mededeling van de ploeg: “De grootst mogelijke tragedie die familie, vrienden en ploegmaats kan treffen, is net gebeurd. Rust in vrede, Bjorg.”

Het was het begin van een onwaarschijnlijke stroom reacties op sociale media. “Blijf schijnen zoals je altijd hebt gedaan, maat”, schreef Remco Evenepoel. “Dit komt heel hard binnen”, schreef Elke Weylandt, zus van Wouter, dat andere talent dat jaren geleden stierf in de koers.

Bij iedereen geliefd

Bjorg was de kleine koning van Knesselare”, zei iemand op Twitter. Minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V), dorpsgenoot van Lambrecht, schreef dat Aalter een graag geziene jongeman verliest van wie iedereen hield en die iedereen koesterde. “Iedereen hield van Bjorg”, zegt Nico Bouche, de man die vorig jaar, na het behalen van zilver op het WK voor beloften, een supportersclub oprichtte. “Bjorg was een crème van een gast: op en top prof, altijd vriendelijk, zonder kapsones.”

De Belgische ­zegeroes in de Tour én de triomftocht van Evenepoel afgelopen weekend lijken ver weg nu we ons grootste klimtalent kwijt zijn. ‘Matchbox’ laat naast zijn ouders een jonge zus en een vriendin na.

“KLEINE KONING VAN KNESSELARE IS NIET MEER”

De Standaard, Pieter Huyberechts, Bram Vandecapelle, Hugo Coorevits en Guy Van Den Langenbergh (ook in Nieuwsblad verschenen)

Gisteravond, om 18.50 uur, bevestigde een spoedarts het nieuws waar iedereen voor vreesde: Bjorg Lambrecht (22) was aan zijn verwondingen bezweken na een crash op spekgladde wegen in de Ronde van Polen.

Matchbox was zijn bijnaam in het peloton. Een grapje van André Greipel, gewezen ploegmaat bij Lotto Soudal. ­Omdat hij de zoon was van een garagist, en omdat hij zo klein was: 1,65 meter lang en 56 kilogram ‘zwaar’. Wat hem volgens velen tot onze beste klimmer maakte, klaar om Tourwinnaar Egan Bernal ooit het leven zuur te maken.

De twee rastalenten vochten ­jaren geleden in de Ronde van de Toekomst, de Giro Valle d’Aosta en de Tour de Savoie al verbeten duels uit. Want Lambrecht, ­afkomstig uit het Oost-Vlaamse Knesselare, was op zijn best in de bergen. Dat bewezen fraaie ereplaatsen dit voorjaar in klimklassiekers als de Brabantse Pijl, de Amstel Gold Race en de Waalse Pijl. ‘Over drie jaar ga ik voor een klassement in de Tour de France’, zei hij onlangs nog in Het Nieuwsblad. Het was oprechte ambitie van een jonge kerel die perfect wist waarmee hij bezig was. Net voor de Tour won hij nog het jongerenklassement in het Critérium du Dauphiné. Het talent spatte van zijn fiets. Zijn carrièreplan was minutieus uitgestippeld en ging als een col: recht omhoog.

Terwijl iedereen de laatste ­weken lyrisch werd over dat andere Vlaamse rastalent, Remco Evenepoel, vertrok Lambrecht ­vorige week naar de Ronde van Polen. Met in zijn kielzog zijn ­ouders. Zijn trouwste supporter, grootvader Jozef – Jos – Timmerman, (hier zit De Standaard fout natuurlijk – red.) overleed vorig jaar, net voor Bjorgs grote doorbraak. De kleinzoon had op jonge leeftijd dezelfde ambitie als de grootvader: de beste wielrenner van Knesselare en omstreken te worden. Zijn ­afreis naar Polen gold als ultieme voorbereiding voor zijn grote najaarsdoel: de Ronde van Spanje.

Tegen betonnen duiker

Maandagmiddag stond de frêle Oost-Vlaming in het Poolse Chorzow aan de start van de derde etappe, klaar voor 150 kilometer koers richting Zabrze. ‘Het regende heel hard’, vertelt Artur Filipiuk, die als journalist de Ronde van Polen van nabij volgt. ‘Na 48 kilometer, op een lang, dalend recht stuk, was er een valpartij. De oorzaak is niet duidelijk, want er zijn geen beelden van de val. Lambrecht moest uitwijken en reed met 40 kilometer per uur tegen een betonnen duiker langs de weg. Pech, brute pech.’

De jonge renner werd ter plaatse gereanimeerd. Omdat hij zo zwaar geraakt bleek aan het hoofd, kon hij niet per helikopter naar het ziekenhuis gevlogen worden. Dat de podiumceremonie na de finish niet doorging, deed het ergste vermoeden. Aan de finish dropen renners intussen huilend af. Ook ploegleider Kevin De Weert vocht tegen zijn tranen, wachtend op een sprankel hoopvol nieuws. Dat kwam er niet.

Rond 18.15 uur sijpelden de eerste berichten door dat Lambrecht op de operatietafel van de spoedafdeling bezweken was aan zijn verwondingen. Wat later kwam het harde verdict van de spoedarts. Gevolgd door een officieel statement van de ploeg om 19 uur: ‘De grootste mogelijke ­tragedie die familie, vrienden en ploegmaats kan treffen, is net ­gebeurd.’

Bjorg was de kleine koning van Knesselare’, reageerde iemand op Twitter. Minister van Binnenlandse Zaken Pieter De Crem (CD&V), dorpsgenoot van Lambrecht, schreef dat Aalter een graag geziene jongeman verliest, die iedereen koesterde.

‘Werkelijk iedereen hield van Bjorg‘, bevestigt Nico Bouche, de oprichter van Lambrechts supportersclub. ‘Ik kan met de beste wil van de wereld geen slecht woord over die jongen zeggen. Het is niet te vatten.’ Volgens Bouche lag er een voorwerp op de weg, waardoor Lambrecht plots moest uitwijken.

Na het hoogtepunt, het dieptepunt

In één klap lijken de Belgische zeges in de Tour en de triomftocht van Remco Evenepoel, vorig weekend, ver verleden tijd. Op ­sociale media was iedereen het er over eens: we verloren maandagnamiddag ons grootste klim­talent. Een zoveelste schok voor het Belgische wielrennen, na een rist eerdere overlijdens, de afgelopen jaren.

‘Matchbox’ Lambrecht laat naast zijn ouders ook een jongere zus en een vriendin na.

“BIJTERJTE OP DE FIETS, ONTWAPENEND ERNAAST”

De Morgen

Bjorg Lambrecht was voorbestemd om samen met Remco Evenepoel het gezicht van het Belgische wielrennen te worden. In de klimklassiekers reed hij van ereplaats naar ereplaats, in de Dauphiné won hij de witte trui als beste jongere. Een val in de Ronde van Polen kostte hem het leven.

“Ik besef nu dat ik dit kan.” We spreken 23 april van dit jaar. Bjorg Lambrecht is net vierde geworden in de Waalse Pijl, hij staat nog uit te hijgen over zijn stuur. Wanneer hij opkijkt, fonkelen de ogen in dat altijd guitige gezicht. Dit is waar hij op hoopte, dit is de bevestiging van zijn grote talent. De jongen is een paar dagen eerder al vijfde geworden in de Brabantse Pijl en zesde in de Amstel Gold Race – namen die klinken als een bel in het wielrennen. Nu legt hij wereldtoppers als Julian Alaphilippe en Jakob Fuglsang het vuur aan de schenen op de steile Muur van Hoei.

Het doet een jonge wielrenner dromen. “Ik heb zeker nog twee jaar nodig, maar ik hoop dat jullie dan pagina’s vol over mij mogen schrijven.”

Had Remco Evenepoel (19) niet bestaan, dan hadden we Bjorg Lambrecht (22) zonder blozen het grootste Belgische wielertalent van deze generatie mogen noemen. Eerlijk gezegd, de combinatie zag er zowaar nog mooier uit. Evenepoel, dat is de grote rondehoop op wie dit wielergekke land al zo lang zit te hopen, Lambrecht was de puncher-klimmer die België weer zou doen dromen in de Waalse en Italiaanse klimkoersen, de eerste sinds Frank Vandenbroucke – dat ene wonderjaar van Philippe Gilbert niet meegerekend.

Tv-commentator Michel Wuyts noemt hem een van de drie pijlers waarop ons wielrennen zou worden gebaseerd. De derde is dan de jonge Limburgse sprinter Jasper Philipsen (21). Lambrecht besefte zelf heel goed welk potentieel hij in zich droeg. “Ik denk dat ik bewezen heb dat ik in de toekomst een winnaar kan zijn”, zei hij in april.

Het klinkt nu wrang, maar op 5 juni stuurde Lotto-Soudal nog vol trots een perscommuniqué de wereld in. “Breaking news: Bjorg Lambrecht tekent bij!” Met een uitroepteken op het einde. De toekomst leek verzekerd nadat het goudhaantje zijn handtekening had gezet onder een nieuw contract van twee jaar.

Vicewereldkampioen

Tot wat hij in staat was, zullen we helaas nooit weten. De jongen uit het Oost-Vlaamse Knesselare, bij Aalter, was pas bezig aan zijn tweede profjaar. Vorig seizoen won hij een rit in de Tour des Fjords in Noorwegen, dat was al heel knap voor zo’n jonge renner. In het najaar werd hij tweede op het WK bij de beloften. Hoewel hij al prof was, mocht hij meedoen omdat hij nog zo jong was. Hij was de beste klimmer van het hele pak, maar de Zwitser Marc Hirschi toonde zich een betere daler en de finish lag beneden. “De grootste ontgoocheling van mijn leven”, sprak Lambrecht.

Het is de enige keer dat we hem boos zagen. Lambrecht was altijd vrolijk, altijd aan het lachen en dat zijn geen clichés. De jongen was een flapuit, heerlijk ontwapenend en charmant. Toen bekend werd dat hij prof zou worden, poseerde hij in de krant met zijn geboorteknuffel, een konijn – dat reisde overal met hem mee en dat was niets om zich over te schamen, vond hij.

Op de fiets was hij een karaktertje, een bijter, explosief en impulsief. “Maar dat laatste leer ik onder controle te houden”, vertelde hij aan het begin van deze zomer. “Ik verspil nu minder energie en dat zie je aan mijn resultaten.”

In juni werd hij zo twaalfde en beste jongere in het Criterium du Dauphiné, de koers waar alle groten zich gaan bereiden op de Tour. Alweer die belofte. En net als in de Tour krijg je daarvoor een witte trui, die nu voor altijd de zijne is.

Lambrecht ging gisteren halverwege de rit tussen Chorzow en Zabrze tegen het asfalt. Er was geen andere renner bij de val betrokken. Volgens Poolse media kwam hij op een betonnen rioolbuis terecht. Duidelijk is dat het parcours door de regen spekglad was.

“We hebben ter plekke geprobeerd hartmassage te geven en hebben een helikopter opgeroepen, maar zijn toestand bleek te ernstig om hem per helikopter te vervoeren”, zei wedstrijddokter Ryszard Wisniewski. “We hebben dan ter plekke meer reanimatie gedaan en zijn daar in de ambulance mee doorgegaan. In het ziekenhuis is hij tijdens de operatie bezweken.”

De verslagenheid bij zijn ploeg is groot. Koers is een gevaarlijke sport – de dood rijdt altijd mee, zegt een luguber wielergezegde – maar de Lotto-ploeg in het bijzonder werd de voorbije jaren niet gespaard. Vier jaar geleden, in de Vuelta van 2015, belandde Kris Boeckmans twee weken in coma na een frontale val op zijn gezicht. In 2016 ontsnapte Stig Broeck nipt aan het ergste na een val in de Ronde van België. Lambrechts naam komt op een trieste en veel te lange lijst.

Zijn ploegmaats en sportbestuurders reageerden gisteren emotioneel. Ploegleider Kevin De Weert reed huilend over de meet in Polen. De renners kregen pas na de rit, die niet werd geannuleerd, te horen dat hun collega en vriend was overleden.

Sportief manager Marc Sergeant verwoordde het even later zo: “Ik ben in de war na het overlijden van Bjorg. Wat een pijn voor zijn familie, vrienden en de hele Lotto-ploeg. ‘Sterk blijven’ is makkelijker gezegd dan gedaan. Dit is zó hard en oneerlijk.”

Jasper De Buyst, zijn ploegmaat: “Een toptalent en bovenal een fantastische kerel. Altijd grapjes maken, vriendelijk tegen iedereen. Nu heb je ons veel te vroeg verlaten. Je zal enorm gemist worden!”

Werelduurrecordhouder Victor Campenaerts haalde een anekdote boven. “Bjorg, weet je nog twee weken geleden? Ik had alle moeite van de wereld om het tempo van de groep te volgen tijdens training. Ik had het fysiek en mentaal lastig. Je draaide je om en kwam teruggereden tot bij mij: ‘We doen dit samen!’ Het was een genoegen om twee jaar ploegmaat van je te mogen zijn”

Rit geneutraliseerd

Ook voormalige en toekomstige ploegmaats betuigden hun medeleven. André Greipel kon de tragedie niet vatten nu ‘Matchbox’, zoals zijn bijnaam luidde, er niet meer is. John Degenkolb, die volgend jaar bij Lotto-Soudal rijdt en ook in Polen meedoet, ging zich na de rit meteen aan de Lotto-ploegbus vergewissen van de situatie en keerde met gebogen hoofd terug.

De rit van vandaag in de Ronde van Polen wordt geneutraliseerd; het peloton zal in gesloten formatie van start naar finish rijden. De Belgische wielerbond gelastte de persconferentie af die vandaag voorzien was in aanloop naar het EK in het Nederlandse Alkmaar. De geselecteerde renners mogen zelf beslissen of ze de komende dagen in actie komen.

Nog een laatste keer Lambrecht, naar aanleiding van de vele goede resultaten en prestaties van de jonge gasten (Bernal, Hirschi, Evenepoel, Sivakov, Hamilton…) dit seizoen: “Ik trek me daaraan op. Ik denk dan: het mag ook een keer mijn beurt zijn. Ik hoop dat het dit jaar nog eens prijs is.”

“KOPMAN” 

Gazet van Antwerpen, Guy Van den Langenbergh

Met het overlijden van Bjorg Lambrecht beleeft de wielersport alweer een gitzwarte dag. De dood fietst altijd en overal mee. Op training, in wedstrijden, altijd en overal werpt het grootst denkbare onrecht een lange schaduw over de wieler-sport.

Met vijftien jaar wielerjournalistiek op de teller ben ik niet meer dan een middelmatig ervaren wielerjournalist. En toch lijkt het alsof er elk jaar opnieuw slachtoffers te betreuren zijn, jongens die ik goed of minder goed heb gekend. De impact van de dood van Fabio Casartelli in de af­daling van de Portet d’Aspet, in de Tour van 1995, was ook een jaar later nog intens voelbaar. Erover praten? Neen, dat deden de dichtst betrokkenen – ploegleider Hennie Kuiper, getuige Johan Museeuw, ploegmaat Lance Armstrong – liever niet. “Over de dood praat je niet”, vond Johan Museeuw en ik kon hem niet eens ongelijk geven. Het was mijn eerste Tour, Johan kende mij amper. En zelfs als hij me goed zou hebben gekend, had ik het nog moeten begrijpen.

Als Kempenzoon kende ik ook het verhaal van Jean-Pierre Monseré. Op nog jongere leeftijd dan Bjorg Lambrecht overleden, als regerend wereldkampioen en dan domweg op een auto gebotst op een kermiskoers in Retie. Niet dat er niet over werd gepraat in Retie en omstreken, maar er werd – ook jaren later – niet graag over gepraat. Alsof een ganse regio zich schuldig voelde bij het heengaan van een van de grootste wielertalenten.

Doorheen de jaren is de dood het peloton geruisloos blijven volgen, onder meerdere vormen en gedaanten om dan in al zijn geweld toe te slaan. Wouter Weylandt die van ons heenging in de afdaling van een Italiaanse col van wie ik de naam niet meer wil kennen, Frederiek Nolf die niet meer ontwaakte in een Qatarese hotelkamer, Rob Goris die ook al in zijn slaap overleed terwijl hij de Tour bezocht, het ongeval in Gent – Wevelgem dat Antoine Demoitié het leven kostte, mijn vriend Kristof Goddaert die op een trainingstocht door een lijnbus werd aangereden met het ergst denkbare gevolg. En dan vorig jaar Michael Goolaerts, de altijd goedlachse Michael Goolaerts wiens hart het begaf tijdens de koers van zijn dromen. Koers en de dood! Je weet dat het kan gebeuren en toch voel je elke keer de grond onder je voeten wegzakken.

En nu dus Bjorg Lambrecht. Ik kende de jonge Oost-Vlaming niet zo goed, ik kende wel zijn dromen. In bergetappes de strijd aangaan met de betere klimmers, in klassiekers de strijd aangaan met de allerbeste punchers, een goed klassement rijden daar waar mogelijk. Maar vooral een gelukkig en gezond wielrenner zijn. Een stom ongeval op een kletsnatte baan ergens in Polen heeft al die dromen zomaar stukgeslagen.

Egan Bernal won vorige week met overmacht de Ronde van Frankrijk. Egan Bernal is 22 jaar en heeft nog een grote toekomst voor zich. Zijn grootste concurrent als bij de beloften de weg bergop liep, was Bjorg Lambrecht, net geen vier maanden jonger dan de Colombiaanse Tour- winnaar. De lijn tussen groot succes en onnoemlijke pech, tussen tranen van vreugde en tranen van verdriet, tussen leven en dood, is flinterdun. Vraag dat maar aan Egan Bernal. Ook hij zal zich misschien bij het vernemen van het nieuws hebben afgevraagd waarom. Waarom Bjorg, waarom de onomkeerbare gevolgen? Een antwoord vinden zal ook hem niet lukken, behalve dat het een groot onrecht is wat er gisteren­middag in Polen is gebeurd.

“WIELERDRAMA: RUST IN VREDE, KLEINE KONING VAN KNESSELARE”

Gazet van Antwerpen, Pieter Huyberechts

Om 18.50u maandagavond bevestigde een Poolse spoedarts het nieuws waar iedereen voor vreesde: Bjorg Lambrecht (22) was op de operatietafel van het ziekenhuis in Rybnik bezweken aan zijn verwondingen. Na een crash in een kletsnatte etappe op spekgladde wegen. De Belgische wielerwereld verliest met het overlijden van de vicewereldkampioen bij de beloften zijn grootste klimtalent. “Bjorg was de kleine koning van Knesselare.”

‘Matchbox’, zo luidde zijn bijnaam in het peloton. Een grapje van André Greipel, gewezen ploegmaat bij Lotto Soudal. Omdat hij de zoon was van een garagist en omdat hij zo klein was: 1 meter 65 lang, 56 kilogram “dik”. Wat hem tot een dartele klimgeit maakte – volgens kenners zelfs ’s lands beste klimmer, klaar om ooit Tourwinnaar Egan Bernal het leven zuur te maken. Beiden garanties op succes.

De twee rastalenten vochten jaren geleden in de Ronde van de Toekomst, de Giro Valle d’Aosta en de Tour de Savoie al verbeten duels uit. Want Lambrecht, afkomstig uit het Oost-Vlaamse Knesselare, was op zijn best in de bergen. Dat bewezen fraaie ereplaatsen dit voorjaar in klimklassiekers als Brabantse Pijl, Amstel Gold Race en Waalse Pijl. “Over drie jaar ga ik voor een klassement in de Tour de France”, zei hij onlangs nog in de krant.

Vergeetachtige speelvogel

Geen grootspraak à la Frank Vandenbroucke, maar oprechte ambitie van een jonge gast die perfect wist waarmee hij bezig was. Net voor de Tour won hij nog het jongerenklassement in klimkoers Le Dauphiné Libéré. Het talent spatte van zijn fiets. En het carrièreplan was minutieus uitgestippeld en ging als een col: recht omhoog.

Tv-kijkend Vlaanderen leerde onlangs, tijdens Vive le Vélo, een goedlachse, vlotte, charmante renner kennen. Binnen de ploeg stond hij gekend als speelvogel. Vergeetachtig ook. “Bjorg was iemand die al eens zijn portefeuille vergat. Of zijn iPhone onderweg kwijtspeelde”, zegt collega Adam Hansen.

Terwijl iedereen de laatste weken lyrisch werd over dat andere Vlaamse rastalent, Remco Eve­nepoel, vertrok Lambrecht vorige week naar de Ronde van Polen. Met in zijn kielzog zijn ouders. Zijn trouwste supporter, grootvader Jozef ‘Jos’ Timmerman overleed vorig jaar, net voor kleinzoons grote doorbraak. De kleinzoon had op jonge leeftijd dezelfde ambitie als de grootvader: de beste wielrenner van Knesselare en omstreken worden. Zijn afreis naar Polen gold als ultieme voorbereiding voor zijn grote najaarsdoel: de Ronde van Spanje.

Tegen betonnen duiker

Maandagmiddag stond de frêle Oost-Vlaming in het Poolse Chorzow aan de start van de derde etappe. Klaar voor 150 kilometer koers richting aankomstplaats Zabrze. “Het regende heel hard”, vertelt Artur Filipiuk, die als journalist de Ronde van Polen van nabij volgt. “Na 48 kilometer, op een lang, dalend recht stuk, was er een valpartij. De oorzaak? Onduidelijk, want beelden van de val zijn er niet. Lambrecht moest uitwijken en reed met 40 km/u tegen een betonnen duiker die langs de weg stond. Pech, brute pech.”

Volgens de koersdokter was er net voordien mogelijk nog contact met een andere renner. De jonge renner werd ter plaatse gereanimeerd, vertelde de Poolse koersdokter. Omdat hij zo zwaar aan hoofd en torso geraakt bleek, kon hij niet per helikopter naar het ziekenhuis van Rybnik overgevlogen

worden. Een slecht voorteken. Urenlang was het nagelbijten bij collega’s en zijn ouders. Dat de podiumceremonie na de finish niet doorging, deed het ergste vermoeden. Aan de finish dropen renners intussen huilend af. Ook ploegleider Kevin De Weert vocht tegen de tranen, wachtend op een sprankel hoopvol nieuws. Die kwam er niet.

Collectieve rouw

Rond 18.15u sijpelden de eerste berichten door dat Lambrecht op de operatietafel van de spoedafdeling bezweken was aan zijn verwondingen. “We hebben alles gedaan wat we konden om hem te redden.” Wat later kwam het harde verdict van de spoedarts. Gevolgd door een officieel statement van de ploeg om 19u: “De grootst mogelijke tragedie die familie, vrienden en ploegmaats kan treffen, is net gebeurd. Rust in vrede Bjorg.”

Het begin van een onwaarschijnlijke stroom reacties op sociale media. “Blijf schijnen zoals je altijd hebt gedaan, maat”, schreef Remco Evenepoel. “Dit komt heel hard binnen”, schreef Elke Weylandt, zus van Wouter, dat andere talent dat jaren geleden stierf in de koers.

Bij iedereen geliefd

Bjorg was de kleine koning van Knesselare”, zei iemand op Twitter. Minister van Binnenlandse

Zaken Pieter De Crem (CD&V), dorpsgenoot van Lambrecht, schreef dat Aalter een graag geziene jongeman verliest van wie iedereen hield en die iedereen koesterde.

“Werkelijk iedereen hield van Bjorg”, zegt Nico Bouche, de man die vorig jaar, na het behalen van de zilveren medaille op het WK voor beloften, een supportersclub oprichtte. Volgens zijn informatie lag er een voorwerp op de weg waardoor Lambrecht plots moest uitwijken. “Bjorg was een crème van een gast: op en top prof, altijd vriendelijk, zonder kapsones. Ik kan met de beste wil van de wereld geen slecht woord over die jongen zeggen. Het is niet te vatten.”

In een klap lijken de Belgische zegeroes in de Tour én de triomftocht van Remco Evenepoel afgelopen weekend ver verleden tijd. Op sociale media was iedereen het erover eens: we verloren maandagnamiddag ons grootste klimtalent. Een zoveelste schok voor het Belgische wielrennen na een rist eerdere overlijdens de afgelopen jaren. ‘Matchbox’ Lambrecht laat naast zijn ouders ook een jonge zus en een vriendin na.

“GLADIATOREN VAN DE WEG” (Standpunt)

Gazet van Antwerpen, Dirk Hendrikx

Wikipedia is er altijd griezelig snel in. Toen het nieuws van het ongeluk maandagavond nog maar net bekend was gemaakt, stond het zo al op zijn pagina: Bjorg Lambrecht, wielrenner, geboortedatum 2 april 1997 – sterfdatum 5 augustus 2019. Twee data die schijnbaar routineus waren ingevuld op een administratief formulier, maar ze staan voor een drama dat de wielerwereld in shock achterlaat en dat ook buiten de sport niemand onberoerd laat.

Het ongeval gebeurde dan nog midden in de euforie na de historische prestatie van Remco Evenepoel, die andere Belgische belofte. Ineens is daar het noodlot, dat ons allemaal terug met de voeten op de grond zet: de mens wikt, maar we beschikken niet, het laatste woord ligt elders, bij hogere instanties, of gewoon bij het lot.

Maar het overlijden van iemand zo jong roept altijd ook de vraag op of het niet vermeden had kunnen worden.

De veiligheid in het peloton is vaak onderwerp van debat. Valpartijen horen er gewoon bij. De term ‘valpartij’ op zich is een alledaags woord geworden door de koers. Wie mee wil spurten voor een overwinning moet zijn verstand op nul durven te zetten. Soms zijn er meerdere ‘valpartijen’ tijdens één rit. Je kunt de tv niet aanzetten voor een verslag of er komt een moment dat je een paar renners tegen de grond ziet gaan. Gelukkig loopt het meestal relatief goed af. Maar niet altijd.

In 2011 was er nog Wouter Weylandt die in Italië een dodelijke smak maakte. Die beelden, van het roerloze lichaam naast de betonnen wegafzetting, staan in het geheugen gegrift. Een paar jaar geleden getuigden zijn ouders dat ze niet meer naar het wielrennen kunnen kijken zonder zich kwaad te maken om al die valpartijen. Ze verwezen ook naar Stig Broeckx, die na een val in 2016 maanden in een coma lag, en naar Tom Boonen, die in de Ronde van Abu Dhabi in 2015 een schedelbreuk opliep. Dichterbij hebben we de zware val van Wout Van Aert gehad in de Tour. “Ik ken eigenlijk geen enkele job waarin zo veel werkongevallen gebeuren als in de koers”, zei de vader van Wouter Weylandt nog.

In de Formule 1 was er tot in de jaren negentig een genadeloze reeks zware crashes. Vandaag is waarschijnlijk geen enkele sport zo risicovol als het wielrennen. Het is veiliger om in de snelste bolides ter wereld te kruipen dan op een fiets. Eigenlijk is dat te gek voor woorden, maar niemand weet wat eraan gedaan kan worden. En het lot beschikt. En wij blijven kijken naar die gladiatoren van de weg. Is er een breekpunt?

“AFSCHEID VAN EEN PRACHTKEREL”

Gazet van Antwerpen, Bram Vandecapelle

Ik ken geen enkele andere mens met de voornaam Bjorg. Een specialleke. Hij paste jou als gegoten. Uniek. Amper 1m68 groot, maar rot van het talent en geliefd in het peloton. Een ode aan Bjorg Lambrecht, voor één keer niet veel te laat, maar minstens 60 jaar te vroeg.

De kaastaart was al op. Je antwoordde niet op mijn berichten. Harm Vanhoucke en Steff Cras waren al 20 minuten aan het wachten. Ik werd nerveus, Harm en Steff niet. Zij kenden je al jaren, ik niet. Zij wisten dat Bjorg Lambrecht altijd te laat kwam: “Hij kan er niks aan doen, zenne. Hij is gewoon zo.” Nog eens tien minuten later kwam je erdoor: “Ja man, helemaal verkeerd gereden. Ik wist niet dat Gent zo groot was. Eigenlijk ken ik alleen de Overpoort een beetje. Ach ja, hoe zeggen ze dat ook weer? Echte vedetten komen altijd wat later, hé. Maar het is goed dat de taart al op is. Goed voor de lijn.”

Van de drie youngsters aan de tafel was jij inderdaad de vedette. Het was eind augustus 2017. Jullie waren beloften en hadden net samen de Ronde van de Toekomst gereden. Jij was alweer tweede geworden. Alweer achter die dekselse Egan Bernal. “Altijd tweede. Da’s vloeken, hoor. Ze noemen mij al Poulidorke. En zeggen dat ik mij soms echt op een domme manier heb laten kloppen. Dju toch!”

Wist jij toen veel dat die dekselse Colombiaan twee jaar later de Tour zou winnen en een echte wielerster zou zijn. Ook jij zou twee jaar later een ster zijn, helaas fonkelend aan de wielerhemel. Fonkelend was je ook wanneer je sprak. De guitigheid zelve, een flapuitje. Op mijn vraag of je net zoals Bernal een Colombiaan wilde zijn en op grote hoogte wilde leven, antwoordde je: “Ik eet niet zo graag bananen.” Bij elke andere renner zouden de mensen aanstoot nemen aan zo’n antwoord, maar nooit bij jou. Het antwoord was even onschuldig als hoe je eruitzag. Jommeke in de koers. Je zei het zelfs niet eens om een grapje te maken. “Ik denk dat het leven van een Europese klimmer leuker is. Hoe vaak denk je dat Bernal zijn ouders ziet? Geef mij maar de kerktoren van Knesselare.”


Je had gelijk. Je was toen nog geen prof en dacht nog aan de echt belangrijke dingen des levens.

Jeansbroeken, bijvoorbeeld. Je vond als 19-jarige nooit je maat in de winkel. “Weet je wat de hel is? De solden. De kleinste maat van de volwassenenafdeling is te groot. De grootste maat van de kindermaten is te klein. Wat wil je? Ik ben klein, heb maar twee kilo vet en heb ook nog eens de smalle heupen van mijn moeder geërfd.”

Toch was je trots op je lichaamsbouw. “Die zichtbare aderen op mijn kuiten, de zichtbare ribben die je kan tellen… Het is daarvoor dat je hard werkt als coureur.” Het was ook de periode dat je pochte over je VO2max van 85. Heel hoog. Vol van talent. Dat zou enkele maanden later blijken bij de profs.

Je debuut bij de grote jongens was er nochtans eentje in mineur. Door een misser met de licenties mocht je niet meedoen in de Tour Down Under. Je reed dan maar elke dag een paar uur voor het peloton. Helemaal alleen in de hitte. Karakter kweken. Een paar maanden later won je als neoprof meteen een rit in de Ronde van de Fjorden. Weinig neoprofs die je dat kunnen nadoen.


Een maand voor die doorbraak had ik je nog eens geïnterviewd. Het was maandag 16 april 2018, twee dagen voor je vuurdoop in de Waalse Pijl. Het interview in Maastricht zou gaan over je vlotte aanpassing bij de profs. Ik was te vroeg, woordvoerder Arne Houtekier was op tijd, jij uiteraard te laat. Arne grinnikte toen hij je zag binnenwandelen in de lobby van het hotel met je T-shirt binnenstebuiten. Typisch Bjorg.

Ter voorbereiding van het interview had ik met je ploegleider Mario Aerts gebeld. “Bjorg? Een talent, hé, maar o zo verstrooid. Dat heb ik nog niet meegemaakt.” Geen enkele renner kon slordiger zijn valies maken dan jij. Geen enkele renner kon sneller zijn gsm verliezen op een hotelkamer van een paar vierkante meter dan jij. Geen enkele renner maakte sneller een stal van de ploegbus dan jij. Gelukkig is buschauffeur Mario Meeuwssen al een tijdje kaal, je had hem anders een pak grijze haren bezorgd.

Onbevangen was je ook, maar zeer respectvol. Tijdens de Vuelta vertelde Maxime Monfort dat je ogen zo groot als ganzeneieren werden toen je besefte dat hij ooit eens zesde was geworden in de Vuelta. Je luisterde naar al zijn tips en leerde zeer snel. Een maand later had je wereldkampioen moeten worden bij de beloften. Bergop stak je er in Innsbruck met kop en schouders bovenuit. Je werd tweede, geflikt door de snelle daler Marc Hirschi. Je was ontgoocheld, maar wie maalde daar nog om na de Ardennenklassiekers van dit jaar? Zesde in de Amstel en vierde op de Muur van Hoei. Prachtige resultaten, even prachtige quotes: “Het was sprinten tot ik scheel zag. Na de finish geraakte ik zelfs niet uit mijn klikpedalen.” We noteerden het gretig. Vlaanderen lag aan je voeten, de ploeg was fier.


Wie ook fier geweest zou zijn, was Jozef Timmerman. De broer van je oma, die in maart 2018 stierf. Jef was ooit nog prof geweest, ploegmaat van Rik Van Looy. Jef was jouw idool. Je nam het woord op zijn begrafenis en zei dat Jef de beste renner was die Knesselare ooit heeft gekend.

Binnen enkele dagen word jij begraven. Veel te vroeg, dat weten we allemaal. Wie het woord zal nemen, is nog niet geweten. Dat maakt ook niet uit. Wat die persoon zal zeggen, weten we wel al: dat Bjorg Lambrecht den beste coureur was die Knesselare heeft gekend. En ook de meest verstrooide.

Eet daar vanboven maar een stukje kaastaart samen met Igor Decraene, nog zo’n veel te vroeg overleden renner die we nooit zullen vergeten.

“ZELFDE KIJK OP KOERS EN HET LEVEN”

Het Belang van Limburg

De dodelijke val van Bjorg Lambrecht – het zoveelse plotse overlijden van een jonge renner – zorgt voor een schokgolf in de wielerwereld. We vroegen enkele Limburgse renners die de jongeman goed gekend hebben naar hun emoties.

Bjorg en ik hebben de voorbije weken de kamer gedeeld op hoogtestage in Livigno”, zegt een aangeslagen Jelle Vanendert, Bjorgs ploeggenoot uit Hamont-Achel. “Dat hij er nu niet meer is, is onwezenlijk. Bjorg was een steengoed renner vol ambitie, maar ik onthoud vooral van hem dat het een heel lieve, fijne gast was. Koers was belangrijk voor hem, maar hij had ook interesse in de dingen des levens.”

“Ondanks ons leeftijdsverschil (Vanendert is 34, Lambrecht was 22, nvdr.) hadden wij een hartelijk contact. Eigenlijk deelden wij dezelfde kijk op de koers en op het leven. Hij was een echte teamspeler, met aandacht voor alle jongens rondom hem.”

“Ik moet toegeven dat het allemaal veel begint te worden: verhalen zoals die van Stig Broeckx, Kris Boeckmans, Wouter Weylandt… Als je me nu vraagt of het dat allemaal waard is, zeg ik nee en besef ik dat wielrennen een onveilig beroep is. Maar aan de andere kant doe ik dit zo graag en trekken we op een bepaald moment toch weer de weg op. Maar dat zal nu nog even duren, want dit doet enorm veel pijn. We zullen zien hoe de ploeg dit een plaats zal geven.” (dasc)

“MET EEN LACH EN EEN DROOM UIT HET LEVEN GEVALLEN”

(Knack, Jonas Creteur)

Hij werd ‘Matchbox’genoemd, wegens zijn flitsende demarrages en kleine gestalte. Maar bovenal had Bjorg Lambrecht een ijzeren wil om ooit zijn droom te realiseren: de Tour winnen. Het noodlot heeft er anders over beslist: Lambrecht overleed maandag na een val in de Ronde van Polen. Nooit was het verschil groter, tussen de euforie van een zaterdag en de diepe droefheid van een maandag. Zaterdag zochten we in onze archieven nog informatie op voor een verhaal over Remco Evenepoel, het wonderkind dat de wielerwereld in San Sebastián met verstomming had geslagen en de Belgische koersfans een delirium had bezorgd. Dromend van een grote toekomst.

Een anekdote, van ex-bondscoach Kevin De Weert, trok onze aandacht. Over de klimstages van de Belgische bond in de Vogezen, waar ze Remco Evenepoel hadden laten testen op de Ballon d’Alsace. Van alle Belgische talenten die er ooit de revue gepasseerd waren had die (na een vermageringskuur, als gespierde ex-voetballer) de op één na beste tijd ooit neergezet op de bekende Vogezencol.Slechts één (toenmalige) belofte was nóg sneller, tot grote verbazing van Evenepoel: Bjorg Lambrecht.

Geen toeval dus dat de ‘Paolo Bettini van Knesselare’- zijn andere bijnaam – dat jaar tweede werd in de Ronde van de Toekomst, de kleine Tour de France. Na ene Egan Bernal.

Naar aanleiding van de eerste Tourzege van de Colombiaan had Lambrecht er nog over verteld, in Vive le Vélo en in Het Nieuwsblad. Dat hij het een eer vond om geklopt te worden door zo’n toptalent. Maar dat het hem niet belette om zélf te dromen. Van een Tourpodium, de gele trui. Ook al besefte Lambrecht dat hij daarvoor nog niet de tijdrijderscapaciteiten bezat, en dat hij nog beter moest worden in het hooggebergte. Daarom wilde hij komende winter een huis kopen in Spanje, om nog meer in de cols te kunnen trainen.

Flitsen van klasse

Het moest de volgende stap in zijn nog prille carrière worden. Een carrière waarin het jeugdproduct van Lotto-Soudal al flitsen van zijn klasse had laten zien: in 2018, zijn debuutjaar bij de profs, won hij op zijn 21e een rit in de Tour des Fjords, door ervaren profs als Michael Albasini en Edvald Boasson Hagen te kloppen. Niet toevallig in een sprint op een korte slothelling. Later dat jaar werd Lambrecht mooi vierde in een Vueltarit, ook niet toevallig op een steile aankomstklim.

Het deed het Oost-Vlaamse lichtgewicht dromen van een wereldtitel, bij de beloften in Innsbruck, waar hij op zijn leeftijd nog aan mocht deelnemen.’Ik wil de opvolger van Eddy Merckx (de laatste Belgische wereldkampioen bij de amateurs, nvdr.) worden, de geschiedenisboeken ingaan’, stelde Lambrecht zelfs. Want in dat kleine lijf van hem zat veel ambitie, een oeverloze gedrevenheid, en soms ook ongeduld.

Het was net die eigenschap die hem in Innsbruck de verhoopte regenboogtrui kostte, hij sprong te wild met zijn krachten om. Lambrecht moest zo genoegen nemen met zilver, na Max Hirschi, de Zwitser die nota bene vorig weekend derde werd na… Remco Evenepoel en Greg Van Avermaet in de Clásica San Sebastián.

Vaandeldragers

Lambrecht trok dit jaar, in zijn pas tweede profseizoen, die lijn door. Flitsend als een Matchbox op de korte hellingen: vijfde in de Brabantse Pijl, zesde in de Amstel Gold Race, vierde in de Waalse Pijl, als jongste renner van de top tien. Zoals hij twee maanden later ook de jongste was in de top twintig van het Criterium Dauphiné, en dankzij zijn twaalfde plaats het jongerenklassement won. Net ervoor had Lambrecht een contractverlenging van twee jaar getekend bij Lotto-Soudal, als een van de speerpunten voor de nabije en verdere toekomst. Als een van de vaandeldragers ook van een veelbelovende nieuwe generatie Belgische renners, naast Jasper Philipsen en Remco Evenepoel.

Eerst nog mikkend op eendagskoersen en ritzeges in grote rondes, zoals hij nu via een opbouw in de Ronde van Polen in de aanstaande Vuelta beoogde. Om daarna, vanaf zijn 25e, te focussen op een klassement in de Giro, Tour en/of Vuelta. Als een nieuwe Lucien Van Impe, zoals ex-renner Frank Hoste hem noemde. Het noodlot heeft er helaas anders over beslist.

Verloren iPhone

Nooit meer zullen zijn ploegmaats kunnen lachen om de portefeuille die Bjorg voor de zoveelste keer liet liggen in een coffeeshop. Om de iPhone die hij weer eens niet meer vond. Om de geboorteknuffel, een konijn, die hij altijd met zich meedroeg, zonder schaamte. Om de grappen die Bjorg graag uithaalde, steevast rondlopend met zijn kenmerkende guitige glimlach, die typische schittering in de ogen.

Hoe tragisch is het dan ook voor de entourage van de Lotto-Soudalploeg, die drie jaar geleden ei zo na Stig Broeckx verloor, ook door een valpartij. En zich daarna optrok aan diens herstel, doorzettingsvermogen en levensvreugde, om van heel ver terug te vechten.Hoe verscheurend moet het nieuws ook zijn voor de families van Frederiek Nolf, Wouter Weylandt, Rob Goris, Kristof Goddaert, Daan Myngheer, Igor Decraene, Antoine Demoitié, Jimmy Duquennoy en Michael Goolaerts, renners die de jongste jaren ook hun leven lieten tijdens of na een koers.

Telkens weer worden we dan met de neus op de feiten gedrukt. Keert dat besef telkens terug: hoe levensgevaarlijk (prof)wielrennen is. Wegens de bovenmenselijke inspanningen die zo veel van het hart vragen. Of wegens een noodlottige val.

Iets wat renners zelf beseffen, zo bleek nog tijdens de voorbije Tour toen de Engelstalige wielerwebsite Cyclingtips coureurs over hun angsten liet spreken. En één iets bovendreef: de angst om met 100 kilometer per uur een berg af te zoeven, om met 60 kilometer per uur richting een massasprint te stormen.

Toch willen renners daar niet aan toegeven. Want wie te vlug remt, verliest zijn positie, en zijn kans om te winnen. Het maakt van hen even heroïsche als kwetsbare helden. Het is dan ook ironisch dat Lambrecht bestempeld werd als een zeer stuurvaardige renner, die zich als 1m68 kleine man perfect alleen een weg door het peloton kon banen, zonder hulp van een grotere, struise ploegmaat.

Veiligheid benadrukken

Die capaciteiten voorkwamen echter niet dat hij in Polen, in een gewone sprintersetappe ver voor de finish, met een vrij trage snelheid tegen een betonnen duiker botste. Met de fatale crash als gevolg. Niemand die schuld trof. Gewoon pure, brute pech. Het doet niettemin de nog altijd te lakse Internationale Wielerunie hopelijk beseffen dat ze nog veel meer nadruk moet leggen op veiligheid. Dat ze desnoods ritten moet schrappen als de organisatoren weer eens een gevaarlijke aankomst hebben neergelegd.

Het zal veel ouders van jonge rennertjes, na vorig weekend dromend van een blitzcarrière zoals Remco Evenepoel, allicht doen denken: laat onze kleine maar voor een andere, veiligere sport kiezen. Het doet je als wielerliefhebber ook steeds meer vrezen dat een renner niet meer zal rechtstaan, wanneer die na een val op de grond blijft liggen. En wanneer dat akelige, intussen herkenbare gevoel je overmeestert. Het zál toch niet weer…?

De meeste renners springen gelukkig opnieuw op de fiets. Omdat het renners zijn, met slechts één doel voor ogen: zo snel mogelijk terugkeren naar het peloton. Bjorg Lambrecht heeft die achtervolging niet meer kunnen inzetten. ‘Matchbox’zal voortaan elders flitsen en schijnen zoals hij dat hier deed, op en naast de fiets. Herinneringen nalatend als een in volle bloei geknakte, jonge wielerster. Maar bovenal als, zoals ploegmaat Adam Hansen hem passend omschreef, a good kid

“WIELERTALENT LAMBRECHT OVERLEDEN”

De Tijd, Dries Bervoet

Het Belgische klim- en rondetalent Bjorg Lambrecht (22) is overleden na een zware val in de ronde van Polen. ‘De grootst mogelijke tragedie die kon gebeuren voor familie, vrienden en teammaats is gebeurd’, zo maakte zijn ploeg Lotto-Soudal zijn overlijden bekend.

Tweedejaarsprof Lambrecht gold als een van de grootste talenten van het Belgische en mondiale wielrennen. In de jeugdcategorieën domineerde hij in het klimwerk, samen met zijn generatiegenoten Egan Bernal en de Rus Pavel Sivakov. De Colombiaan Bernal won vorige week de Ronde van Frankrijk.

Ook Lambrecht werd een gouden toekomst voorspeld in zware eendagskoersen met veel hoogtemeters en in het rondewerk. In de Dauphiné kreeg hij nog de witte trui van beste jongere. DB

“DIT IS HET ALLERERGSTE WAT KON GEBEUREN”

Het Laatste Nieuws, Joeri Seymortier

https://www.hln.be/in-de-buurt/aalter/thuisbasis-in-shock-na-overlijden-bjorg-lambrecht-een-drama-voor-het-wielrennen-maar-nog-meer-voor-familie-en-vrienden~a61d0e31/

DORP DAT VORIG JAAR NOG VOL TROTS BJORG HAD GEHULDIGD, NU IN ROUW GEDOMPELD

Het Nieuwsblad, Erwin Mynsberghe