Van oorlog kun je doodgaan. De laatste brief van René aan Irma en Mariatje

In de reeks precieze getuigenissen over wat ons hier in Knesselare tussen 1914 en 1918 overkwam, staan we vandaag stil bij een getuigenis van de eerste gesneuvelde van ons dorp, op 12 augustus 1914: een zeldzame brief geschreven kortbij de vuurlinie. Zijn laatste ook.

In 1914 hadden de Belgische soldaten nog de hoop de Duitsers te kunnen tegenhouden. In de Slag bij Halen, op 12 augustus, sneuvelde de eerste Knesselaaarse soldaat. René Bouckaert (26 jaar), kreeg er een kogel in het hoofd. Enkele dagen daarvoor schreef hij met aniline-potlood op een blaadje gelijnd papier nog een brief naar zijn vrouw. Die brief is door de familie bewaard en werd gepubliceerd in een van de boeken van Antoine Schrans (1).

Ironie van het lot: de slag was een klein succesjes voor de Belgen, omdat de hoogmoedige Duitse cavalerie, die graag nog eens in oude stijl te paard en met de sabel de Belgen aanviel, en grotendeels werd weggemaaid. Voor historici ging het hier om de laatste grote cavaleriecharge in West-Europa. Aan Belgische kant vielen bij de Cyclisten 30 gesneuvelden. De Belgische soldaten liggen op de Belgische militaire begraafplaats van Halen.

“Ik laat u weten dat ik nog gezond ben, hetgeen ik van u en mijn kind ook wens… Ja, vrouw Irma, ik ben al ver van u… Wij zitten in de Provincie Brabant dicht bij de stad Tienen. Wij zijn weer afgeladen in een boerenschuur, met 55 man. Ja, nu beleef ik droevige dagen. Wij krijgen weinig eten. Wij hebben dinsdagnacht, toen wij uit Brugge vertrokken zijn, een pak van die harde beschuiten gekocht, die ge haast niet kunt bijten, en een schelle van dien stinkende paté… Wij gaan zeker nog verder op gaan. Volgens ik hoor gaan wij naar Luik gaan.

Ja, vrouw, en veel plaatsen waar ge nog geen stro hebt om op te slapen. Ja, mijn rug doet al pijn.

Waar we nu zijn is er veel gerij. Maar tot nu toe is het nog niet erg, en ik denk dat het niet erg zal zijn ook, want ze zeggen het allemaal.

Ja, het is wel best ook, want ho eerder thuis hoe liever, maar wij weten nog niet wanneer. ..

Ja, Beminde Vrouw, wij zijn maandag om één en half in Brugge toegekomen van uit Sint-Nicolaas, en had ik een velo gehad, dan was ik naar huis gekomen. Maar ik had ook nog burgerkleren moeten hebben, want anders moogt ge buiten Brugge niet, en daarom.

Zo beste vrouw, schept couragie en moed gelijk ik… Ik ga niet lang wachten met schrijven…

Tot later, Irma en Mariatje

René Bouckaert,

soldaat 24ste Regiment de Ligne.

Van René Bouckaert weten we niet waar die begraven is. In Halen kreeg hij geen graf, maar zijn naam staat er wel genoteerd op een monument boven het graf van de gesneuvelden (notities GVdC, 1988).

Bouckaert is natuurlijk niet de enige gesneuvelde. Volgens Antoine Schrans (Herdenkingscomité Oud-strijders Knesselare, 2008) werden 270 militairen opgeroepen. Op de alom bekende foto van de Knesselaarse gesneuvelden staan er 17 “gesneuvelde helden” vermeld. Er ontbreken er drietal (zie verder in rood).

Hieronder kopie van de originele brief van Bouckaert:

Deze slideshow vereist JavaScript.

In de zomer van het eerste oorlogsjaar sneuvelden nog

August Van Vlaenderen (°1890, landwerkman, Schapersbosstraat, + Elewijt Hofstade, vandaag deelgemeente van Zemst. Hij was landbouwarbeider de zoon van Emiel en Marie-Louise Mestdagh. Zijn overlijdensakte werd pas op 8 augustus 1924 in het bevolkingsregister van Knesselare geregistreerd. Zou begraven liggen op de militaire begraafplaats van Veltem-Beisem.

Raymond Brandt (1893, Werchter, 26/8, als vermist opgegeven na gevechten bij Antwerpen, werd wellicht begraven in Veltem-Beisem als “onbekend, gesneuveld voor België”). Zijn overlijdensacte werd in Knesselare pas ingeschreven in 1924. Raymond Brandt, ruiter bij de Gidsen, overlijdt in Werchter. Hij is pas 21 jaar en de zoon van Henri en Emma Hallaert. Raymond Brandt werd als “vermist” opgegeven. Wellicht begraven in Veltem-Beisem als “onbekend, gesneuveld voor België”…

Victor Neirynck (1886, werkman, gesneuveld tijdens de beschieting met zwaar geschut van het fort van Waelhem, 29/9). Een projectiel sloeg dwars door de gewelven van het fort en trof de munitiekamer waar 70 soldaten werden gedood. Hij was de zoon van Charles en Leonarda Mestdagh uit Eentveld. Hij was gehuwd met Maria-Malvina Van Hulle en de vader van twee zonen, Amedé Neirynck en Remi Neirynck. Pijnlijk detail: Victor was… scherpschutter (‘Tireur 1° Classe’)

 

 

 

Voorts René Carette (1886, landbouwer, gesneuveld in de loopgraven van Stuivekenskerke na een tegenaanval toen de Duitsers over de IJzer waren geraakt, 24/10). Herbegraven op het militair kerkhof van De Panne, gevallen “als moedig soldaat en fiere Vlaming”.

 

 

 

 

Andere Knesselaarse gesneuvelden of overledenen in latere oorlogsjaren (lijst hier eerder al gepubliceerd)

  1. Alfons Spanhove (1888), Kleermaker, in plaats van zijn broer soldaat geworden. Dodelijk gekwetst bij de eerste gasaanval in Steenstraete en gestorven toen een obus ontplofte midden het groepje brancardiers die hem wegvoerden – 25/04/1915. Ligt begraven in Westvleteren.
  2. Kamiel Van Heyste (1893), Landwerkman, gesneuveld in de gevaarlijke frontsector Kaaskerke (Diksmuide) aan de IJzer – 29/04/1915. Hij werd er begraven in de hof van de pastorie. Het graf is niet meer terug te vinden.
  3. Edmond Van Hullebusch (1897), gesneuveld in Mannekensvere – 09/05/1915.Ligt begraven in Ramskapelle.
  4. Raymond De Muynck (1890), Landbouwer, ook gesneuveld in Kaaskerke – 14/01/1916. Was ruiter. Hij ligt begraven op het militair kerkhof in Adinkerke.
  5. Georges (Joris) Van Zeveren (1894), gesneuveld in Ramskapelle tijdens zware beschietingen Stierf in de ambulancewagen – 13/02/1916. Ligt begraven in Adinkerke.
  6. Jeroom Vercruysse (1895). Landbouwer, gesneuveld in Stuivekenskerke. Ook deze sector was gedeeltelijk overstroomd en bezet – 27/07/1916. Ligt begraven in Steenkerke
  7. Oscar Van Hulle (1897). Hij was vrijwilliger en kwam bij de genie terecht. Gesneuveld in Boezinge nadat hij een kogel in het hoofd kreeg – 5/09/1916. Ligt begraven in Westvleteren.
  8. Kamiel Veevaete (1882), was van de oudere klassen en werkte – nadat hij gewond was geraakt – in het militaire depôt van Gainneville in Frankrijk waar hij onder een omvallende boom terechtkwam. Hij stierf daarna in het krijgshospitaal in Le Havre – 18/01/1917, Hij ligt begraven op het kerkhof van Sainte-Marie in Le Havre.
  9. Oscar Deloof (1896). Landwerkman, gesneuveld in Kaaskerke nadat een voltreffer zijn schuilkelder trof – 30/11/1917. Ligt begraven in Oeren.
  10. Alfons De Spiegelaere (1887). Werkman. Toen zijn compagnie op rust ging en hij halt hield bij café Den Bombardon in Lo, werd hij dodelijk getroffen door een inslaande granaat – 17/04/1918. Zat 45 maanden aan het front. Hij ligt begraven in Hoogstade.
  11. Karel (Charles-Louis) Thys (1891). Landwerker, sneuvelde kort voor het eindoffensief in Bikschoote , getroffen door een obusscherf in het hoofd –11/09/1918. Zat meer dan vier jaar aan het front. Hij werd begraven in Westvleteren.
  12. René Caboor (1887), landwerker. Hij sneuvelde in het bos van Houthulst/Klerken tijdens het eindoffensief – 29/09/1918. Ligt begraven op het militair kerkhof van Houthulst.
  13. Alberic Vlaminck (1889), sigarenmaker. Werd in april en juni 2015 gewond, de eerste maal bij de eerste gasaanvallen. Verbleef 49 maanden aan het front. Sneuvelde in Zarren toen gedurende het eindoffensief de verdedigingswerken werden ingenomen – 29/09/1918. Werd herbegraven in Zarren.
  14. Jules De Waele (1888). Raakte zwaar gewond in de loopgraven in 1917. Hij werd ziek tijdens het eindoffensief en stierf in Brugge aan de gevolgen van een longonsteking (Spaanse griep?) – 27/11/1918. Ligt begraven in Brugge-Steenbrugge

(Alfons Ryserhove, gesneuveld in de loopgraven van Kaaskerke (kogel in het hoofd op 26/2/1616) is in bovenstaande lijst niet opgenomen, omdat zijn familie tijdens de oorlog verhuisd was naar Melle).

Toevoeging

In dit artikel hebben we het over twee categorieën soldaten:

GEBOREN EN GETOGEN – Hierboven zijn de namen vermeld van de Knesselaarse gesneuvelden die HIER geboren zijn en hier ook nog woonden op het moment van hun dood. Geboren en getogen. Dat zijn er in totaal 19 (Bouckaert natuurlijk inbegrepen, Alfons Ryserhove niet).

DE NIEUWKOMERS – Hierboven zijn ook de soldaten vermeld die hier woonden, maar hier NIET werden geboren.

In die benadering houden we dus geen rekening met DE VERHUISDEN. Dat zijn de soldaten die hier geboren zijn en elders overleden. Filip De Corte bezorgde ons een officieel document van het leger waarin ook die namen zijn opgenomen. Dat zijn er (Alfons Ryserhove hier wél meegeteld) 15.