Vlaanderen keurt fusie goed. Maar wat loopt er fout in kleinere gemeenten?

We zijn erbij. Het Vlaams Parlement keurde de fusie van Knesselare met Aalter goed. Ander fusienieuws: de Vlaamse bedrijfsleiders pleiten voor een verplichte fusie van gemeenten met minder dan 10.000 inwoners. Minister Homans (N-VA) wil dat aantal nog optrekken. Niet iedereen is blij.

De bevoegde commissie van het Vlaams parlement heeft dinsdag de zeven nieuwe fusiegemeenten goedgekeurd (Aalter en Knesselare, Puurs en Sint-Amands, Kruishoutem en Zingem, Meeuwen-Gruitrode en Opglabbeek, Neerpelt en Overpelt, Deinze en Nevele en Lovendegem, Waarschoot en Zomergem).

Vlaams minister Liesbeth Homans zette deze legislatuur in op vrijwillige fusies. De fusieteller bleef haperen op welgeteld zeven nieuwe fusiegemeenten (zie kaartje). Een succes kun je dat niet noemen.  “Ik denk dat een fusie nog steeds best van onderuit komt”, zegt Homans vandaag. Of dat in Knesselare zo is gebeurd, kan de lezer zelf wel inschatten. “Soms moet je ook iets tegen de wens van de bevolking in doen”, vult Homans aan. Ah zo. Ook goed om weten. Als wij goed kunnen lezen, zit er een tegenstelling tussen haar twee uitspraken.

Nog niet gedaan

Wie zich vorige week ook roerde, was de werkgeversorganisatie Voka. Die wil een ondergrens van 10.000 inwoners per gemeente. Grote gemeenten zijn volgens Voka “niet per definitie bestuurskrachtiger dan kleine”, maar er bestaan wel studies die aantonen dat gemeenten met een inwonersaantal van minder dan 10.000 de rol lossen”. Wat betekent dat, “de rol lossen”? En klopt dat? En zijn/waren er geen alternatieven (samenwerkingsvormen)? We hebben die studie opgevraagd en houden u op de hoogte.

De fusies in 2017… Een mager beestje

Reacties

Lezers van de krant reageren verdeeld. “Hoe minder gemeenten, hoe minder profiteurs”, klinkt het al eens populistisch. Veel verder dan dat komen de voorstanders niet.

Tegenstanders wijzen op volgende nadelen: de dienstverlening verhuist verderop, grotendeels naar de hoofdgemeente (administratie, politie, etc.). De schuld per inwoner is in veel gevallen kleiner dan in veel grotere gemeenten of steden. Steden en gemeenten kunnen ook samenwerken ad hoc (naar gelang onderwerp, dienst, noodwendigheid en gezond verstand). Dat doen ze trouwens nu al behoorlijk  (intercommunales, Vereniging van Steden en Gemeenten, politie, brandweer, etc.). En nog een kritiek op de fusies: het aantal mandatarissen vermindert licht, dat klopt, maar wedden van burgemeesters en schepenen en ook de zitpenningen verhogen.

Wat is een goed gemiddelde?

Zijn er in Vlaanderen te veel kleine gemeenten? Er zijn er vandaag 308 voor 6,5 miljoen inwoners (gemiddelde: 20.490). Wat zegt het buitenland? Daar kun je alle kanten mee uit. Zwitserland heeft 2352 gemeenten voor 8,2 miljoen inwoners (gemiddelde: 3.486), Luxemburg heeft er 105 voor 500.000 inwoners (gemiddelde: 4761), Frankrijk heeft er 35.416 voor 66,9 miljoen inwoners (gemiddelde: 1888), Duitsland heeft er 12.000 voor 81 miljoen inwoners (gemiddelde: 6750). Allemaal minder dan Knesselare in Vlaanderen. Nederland heeft er 388 voor 17 miljoen inwoners (gemiddelde: 43.814) en Denemarken 98 gemeenten voor 5,5 miljoen inwoners (gemiddelde: 56.000).

WILT U KNESSELAARS NIEUWS OP DE VOET VOLGEN?

DEZE BLOG VOLGEN IS MAKKELIJK. NOTEER UW EMAILADRES IN HET PASSENDE VAKJE RECHTS NAAST OF ONDER DIT ARTIKEL EN DRUK ENTER. ZO BENT U ALTIJD METEEN MEE