Napoleon zorgde voor meer Knesselaarse doden dan de Duitsers

Napoleon kon als revolutionaire strateeg zijn soldaten niet thuis houden. Franse troepen veroverden ook onze streken en nestelden zich in Knesselare. Een vergeten oorlog, waarin meer soldaten de dood vonden dan in de twee wereldoorlogen van de vorige eeuw.

In een bericht over de Openkerkendag probeerden we met enkele vragen de nieuwsgierigheid te prikkelen voor een aantal toch wel merkwaardige zaken die hier in en om de kerk gebeurden. Hoe vriendelijk was Napoleon voor onze pastoor? Wat schreef een ander over de inval van de Duitsers? Wie was de sympathiekste onderpastoor? Is het waar dat een van onze pastoors honderd boeken schreef? Waarom luidde Gerard de kleine kerkklok? Wat had de pastoor tegen de mensen van Eentveld? Waar werd brood uitgedeeld aan den armen? Werd het mooiste beeld uit de kerk gestolen? Hoeveel moesten we bidden per dag? Waarom zaten de klokkenluiders in zak en as? We starten met de eerste vraag.

‘Hoe vriendelijk was Napoleon voor onze pastoor”. Dat viel nogal tegen. Kort na de Franse Revolutie (1789) veroverden de revolutionairen ook onze gewesten. In 1792 arriveerden de eerste Franse troepen in Knesselare. De Fransen namen hier de macht over. Tegen priesters die de eed van trouw aan de Franse Republiek weigerden af te leggen, start in 1796-1797 een ware kerkvervolging.

Verraad

Pastoor en onderpastoor duiken onder, maar de pastoor wordt verraden door veldwachter De Swaef. Op 9 september 1797 wordt pastoor Lieven Naudts door de Fransen aangehouden, gewelddadig gebonden en naar het Rasphuis van Gent overgebracht (zie hierboven foto van een tafereel in een stoet in de jaren 1940) en uiteindelijk gedeporteerd naar het eiland Rhé, “drie uren ver in zee, tegenover de monding van la Charente, samen met nog 640 andere geestelijken (Rijksarchief Gent, lijst verbannen priesters). “De toestand van deze gevangenen was werkelijk vreeselijk; het voedsel bestond uit de afgewezen spijzen der kazernen; men sliep er op stroo, onbeschut tegen regen, koude of hitte; overal woekerde ongedierte; de priesters waren er onderhevig aan opsluiting, honger en drost; men voegde een aantal galeiboeven en ontuchtige vrouwen bij hen, terwijl zij van allen troost verstoken bleven” (Liber Memorialis Knesselare)..

De Swaef ging in de pastorie wonen en mocht er van de Fransen een herberg houden. Pas toen Napoleon de acties tegen de priesters matigde, keerde pastoor Naudts terug (1802). In datzelfde jaar werd hij uiteindelijk nog pastoor in Sint-Pauwels-Waas. De onderpastoor Van de Voorde bleef voortvluchtig. Veel jongemannen die werden “uitgeloot” om mee te gaan vechten met de Franse legers doken onder. Een behoorlijk aantal Knesselaarse jongens die meegingen, sneuvelden of overleden aan hun verwondingen, of kwamen om van ziekte of ontbering.

Knesselaarse registers

Onze vroegere dorpsgenoot Eric Van Hulle ging in het gemeentearchief op zoek naar de gesneuvelden en publiceerde de lijst van overleden Knesselaarse soldaten in het leger van Napoleon (tijdschrift De Levensboom, 14-2). In de registers van de Burgerlijke Stand in Knesselare (periode 1794-1818) bevinden zich een aantal originele brieven met info over de overleden soldaten. Die werden hier – soms maanden later pas – ingeschreven in een overlijdensakte. Eric vond 31 namen terug van Knesselaarse soldaten, gestorven tussen 9 januari 1805 en 24 juli 1815 in dienst van Napoleon. Het kan zijn dat er nog een aantal vermisten of anoniem gesneuvelden ontbreken. Deze bron leert ons een en ander over deze oorlogstijd. Het onderzoek omvat info genoteerd tussen 19 Nivose an 13 (9 januari 1805) en 24 juli 1815. Voor de periode voor 1805 is geen enkel overlijden teruggevonden.

Europa

Interessant om de omvang van de Napoleontische oorlogsvoering een beetje in te schatten is het overzicht van zijn belangrijkste veldtochten en veldslagen (zie kaartje). De bevolkingsregisters en bijhorende brieven leren ons waar de Knesselaarse soldaten vochten, verzorgd werden en overleden.

Enkele Knesselaarse jongens stierven in de hospitalen van Brussel, Mechelen, Gent, maar de meesten lieten het leven op ‘Europese velden’ en in buitenlandse ziekenhuizen. Een overzicht: Frankrijk (Bordeaux, Metz, Laon, Bourges, Gironne, Witteau-Vagraines), Duitsland (Munster, Bamberg, Magdenburg, Neustadt, Landsberg), Oostenrijk (Wenen, Walckendorf), Italië (Marengo/Alessandria en Florence) en Spanje (Barcelona, Cerida, Zamora).

Doodsoorzaak

Interessant is ook de vermelding van de doodsoorzaken. Nog meer dan de eigenlijke strijd op de slagvelden overleden de jongemannen aan “koorts”. Ten gevolge van ziekte en ontbering, of ten gevolge van kwetsuren. In 14 van de 31 gevallen is koorts genoteerd als de doodsoorzaak. Voorts wordt zesmaal genoteerd dat het overlijden een gevolg was van kwetsuren, waarvan slechts één soldaat bezweek op het slagveld zelf. Voorts worden nog geregistreerd: apoplexie (beroerte), ethisie (vochtuitstorting ergens in het lichaam) , hydrophisie general (waterzucht, oedeem) (met dank aan dokter Frans Veevaete voor die toelichting).

Hieronder geven we de integrale tekst zoals die 200 jaar geleden werd genoteerd. Het leert ons dat tijdens de Napoleontische oorlogen meer Knesselaarse soldaten sneuvelden dan tijdens de wereldoorlogen van de vorige eeuw. Hier gaan we, al was het maar omdat zo’n lijstje jonge doden erg confronterend is. ‘Altijd iemands vader”…, maar in dat geval toch vooral “altijd iemands kind”… Onder de lijst loopt de tekst door…

Dodenlijst

Jean-Baptiste Bruggeman, hier geboren op 11 september 1784 als zoon van Pierre en Caroline Verschueren, fuselier in het 7de regiment, wordt in Bordeaux gehospitaliseerd en overlijdt op 21 november 1805.

Jean-Baptiste Calle, hier geboren op 12/9/1786, zoon van Bernard en Isabelle De Meester, fuselier in het 18de reglement, overlijdt in Brussel in het Militair Hospitaal op 30/8/1808

Charles Catoor, geboren in Ursel en wonend in Knesselare, 22ste Regiment, opgenomen in hospitaal van Munster op 7/1/1812 en daar overleden ten gevolge van koorts (14/2/1812)

Jean-Baptiste Claeys, hier geboren, opgenomen in het burgerlijk hospitaal St.-Croix overleed in Barcelona op 1 augustus 1808 ten gevolge van koorts.

Joseph Corrijn, pionier in de 3de compagnie, werd binnengebracht in het ziekenhuis van Castellazo op 6 september 1807 en overleed op 2 november 1807 ten gevolge van pijn in de borststreek.

Charles (de) Craemer, hier geboren op 11 november 1781, 24ste Regiment Infanterie, overleed in het ziekenhuis van Bamberg op 12 juni 1807 aan apoplexie (beroerte).

Jean-Baptiste Craemersch, 100ste Regiment, stierf in het Militair Hospitaal in Metz , ten gevolge van koorts, op 14 november 1807. Hij was 20 jaar oud.

Jean-Baptiste De Decker, hier geboren in 1781, 114de Regiment, overleed in het hospitaal van het Hoofdkwartier in Cerida in Spanje op 13 mei 1810 en overleed er ’s anderendaags, ten gevolge van kwetsuren.

Jean-Baptiste D’Hoore, hier geboren op 3 april 1794, fuselier in het 112de Regiment, kwam terecht in het ziekenhuis Bonifacio in Florence op 4 augustus 1813 en overleed er de 13de ten gevolge van koorts.

Jean-Baptiste D’Oosterlinck, in Knesselare geboren op 3 mei 1786, fuselier in het 6de regiment, kwam in het ziekenhuis van Castellazo-Alexandrië (Alessandria) terecht en overleed er op 22 april 1807.

François Dryoel, geboren in Knesselare op 16 augustus 1786, infanteriesoldaat in het 13de Regiment, overleed in het ziekenhuis van Laon op 26 november 1807.

Guillaume (van) Heyste, hier geboren op 13 september 1794, fuselier in het 112de Regiment, werd op 24 juni 1813 opgenomen in het Ziekenhuis Bonifacio in Florence en overleed er aan koorts op 10 juli van dat jaar.

Josse Impens, hier geboren op 9 oktober 1782, fuselier in het 44ste Regiment, overleed op 9 januari 1805 in het Burgerlijk Ziekenhuis van Bourges.

Bernard Itterbeek, hier geboren op 22 oktober 1792, lansier in het 3de Regiment, overleed in het Hopital Militaire de la Douane in Magdenburg aan koorts op 14 januari 1814

Ignace Lambert, hier geboren op 1 februari 1784, fuselier in het 7de Regiment op 11 juli 1806 in het Burgerlijk Hospitaal van Grenoble.

Dominique Landeschotte, hier geboren op 18 december 1788, fuselier in het 15de Regiment, werd opgenomen in het tijdelijk hospitaal in het Spaanse Zamora op 2 juli 1810 en stierf er 6 dagen later.

Jean Lippens, fuselier van het 65ste Regiment, overleed in Gent op 19 juni 1811.

Jean-Baptiste Mortier, hier geboren op 7 augustus 1790, fuselier in het 100ste Regiment, werd gedood tijdens het gevecht in Witteau, Vagraines op 6 juli 1809.

Jean (De) Neve, hier geboren en grenadier in het 7de Regiment, werd op 28 november 1810 binnengebracht in het Hopital Saint Ciprien in Gironne waar hij op 8 januari 1811 overleed.

Bernard (De) Rigger, hier geboren op 25 juni 1785, 102de Regiment, werd door een geweerschot gedood in Neustadt op 11 mei 1813.

Jean François (De) Roo, in Knesselare geboren op 9 november 1796, fuselier in het 112de Regiment, overleed in Florence ten gevolge van koorts op 18 augustus 1813 in het Hopital Bonifacio, waar hij 9 dagen eerder was opgenomen.

Louis Schautteet, hier geboren op 29 november 1781, grenadier in het 13de Regiment, verbleef in het hospitaal Renneweg in Wenen sinds 25 mei 1809, waar hij aan zijn verwondingen bezweek op 25 juli 1809.

Pierre (De) Spiegelaere, dragonder in het 5de Regiment, kwam in het Militair Hospitaal in Mechelen terecht  op 24 juli 1815. Hij overleed er dezelfde dag nog aan zijn kwetsuren.

Jean-Baptiste Verschuere, geboren in Knesselare op 10 oktober 1787, jager in het 25ste Regiment, overleed in Wenen aan koorts op 5 juli 1809 in het Grand Hopital Academie Josephine, waar  hij verbleef sedert 19 juni.

Pierre Verschueren, hier geboren op 3 november 1794, fuselier in het 112de Regiment, stierf aan koorts op 24 september 1813 in het Hopital Bonifacio in Florence, waar hij verbleef sinds 30 augsuts 1813.

Jean-Baptiste (Van de) Vere, fuselier in het 7de Regiment, overleed aan koorts op 10 januari 1807 in “Alexandrië (Egypte of Italië?)” nadat hij er ziek was geworden op 11 december 1806. (het gaat, gezien de datum niet over Egypte, maar over Alessandria in Noord-Italië – red.)

Pierre Verhuyst, infanteriste-jager van het 15de Regiment, sneuvelde op het slagveld van Walckendorf in Oostenrijk door een geweerschot (geen data)

Charles (De) Vlieger stierf in Gent op 24 november 1808 in een niet nader bepaalde kliniek aan ‘hydrophisie general’. Hij was er opgenomen op 18 oktober.

Ive (Van) Waesberghe, wonende in Kneselare, sergeant-majoor bij het 5de Bataljon Infanterie werd opgenomen in een militair hospitaal in Brussel, waar hij aan koorts overleed op 14 april 1815. Hij verbleef er seders 20 februari. De melding van zijn dood bereikte Knesselare op 22 mei, waar zijn vader Gisbert Ignace François, ambtenaar van de Burgerlijke Stand in onze gemeente, hem plichtsbewuste inschreef in de registers… Van de 31 teruggevonden overleden soldaten was hij de enige die een militaire graad bezat.

Pierre Wallert, hier geboren op 9 juni 1781, overleed in Gent aan ‘ethisie’ op 18 februari 1809, waar hij in een kliniek verbleef sinds 14 november 1808.

Jean-Baptiste (De) Wispelaere, hier geboren, 10de Regiment Curasiers,  overleed in Landsberg op 16 november 1807.

Mosterd

Waar halen we – behalve bij het onderzoek van de bevolkingsregisters door Eric Van Hulle – info over die periode in onze geschiedenis? In het kerkarchief waarin pastoors ingrijpende gebeurtenissen noteerden in een liber memorialis. Heel uitzonderlijk zijn persoonlijke notities uit die tijd bewaard gebleven. Zo is er een een notaboekje bewaard van Joannes Maeyens (1784-1872), “Oudgepensioneerden krijgsdienaar van Napoleon I”. Hij overleefde de veldtochten van Italië, Beieren, Oostenrijk en Spanje. De man was ook voorzitter der Kerkfabriek van Knesselare. Hij noteerde hoe hij werd uitgeloot en duidde alle plaatsen aan waar hij met de Fransen moest vechten (1806-1811) Er is ook verspreid archief bewaard van de familie Maeyens.

Er zijn ook administratieve documenten bewaard (gevangen genomen en verbannen pastoors, bevolkingsregisters, documenten in archieven van gemeenten en andere entiteiten). Nu en dan is er een academicus, auteur of student die opzoekingen doet in oude archieven en die noteert. In die categorie past een onderzoek naar alle pastoors die door de Fransen werden vervolgd en gedeporteerd.

Er is ook de overlevering. Het doorvertellen van sterke verhalen, generatie op generatie, leert ons ook wel iets. Zoals wij nog een en ander vernamen van onze grootouders en ouders over de oorlogen van de 20ste eeuw, werd ongetwijfeld in veel gezinnen verteld over de boerenkrijg en de Franse bezetting. Gerard Van de Casteele noteerde in de jaren 1930 een aantal “dorpsverhalen”. We lezen er dat de Fransen op 10 september 1798 de kerk zwaar beschadigden, de klokken kapot sloegen of meevoerden. “Al de meubelen en verschillende schilderijen werden op de markt geworpen en verbrand”, Alle kapellen, behalve de Grote Kapel werden verwoest. “De Franschen spraken zelfs van de kruisen en zerken op het kerkhof te vernielen. Dat ging te verre. De jongemannen stroomden samen, rukten den vrijheidsboom van de Franschen uit, openden de kerk, wierpen de vrouwenbeelden van de altaren en luidden de klok van ’t klooster”… Knesselare nam zijn deel aan den boerenkrijg. “Vandanaf werd mis gedaan en gedoopt, enzovoort in schuren (bv. ’t Blauwgoed)… Pastoor Naudts kwam vergrijsd terug (na zijn verbanning). Hij weende als een kind als hij vernam hoe van zijn beste parochianen gesneuveld waren als helden voor hun Geloof. Hij bezocht elk getroffen gezin en herhaalde er zijn woorden van troost…”

Op het programma van de vele historische stoeten die hier vroeger door de straten trokken vinden we dan ook taferelen uit het Knesselaarse verleden. Zo trok in de massaal bijgewoonde optocht voor Constant De Lichte (oudste inwoner van België) een groep die de gevangenneming van pastoor Naudts uitbeeldde (zie foto en knipel)

.

Ten slotte is er ook informatie verzameld en gepubliceerd door historici en heemkundigen. Filip Bastiaen (Aalter) deed veel speurwerk over veldwachters, misdadigersbendes, etc. Hij vond dan weer documenten over de met de Fransen collaborerende veldwachter De Swaef (over veldwachters hebben we het later nog wel).

 

WILT U KNESSELAARS NIEUWS OP DE VOET VOLGEN?

INSCHRIJVEN OP DEZE BLOG IS MAKKELIJK. NOTEER UW EMAILADRES IN HET PASSENDE VAKJE RECHTS NAAST DIT ARTIKEL RECHTS OF ONDER DIT ARTIKEL (smartphone), EN DRUK ENTER. ZO BENT U ALTIJD METEEN MEE