Jan werd vermoord even voorbij de bolbaan (1673)

 

We gaan bij de verslaggeving over enkele moorden in Knesselare deze keer ver terug. Zo’n 350 jaar zelfs. Naar een moord even voorbij een “bolbaan” (toen al!) in de Hoekestraat. Geweld met “deghen en roer” (geweer).De moord werd gepleegd door Jan Maeyens, nadat die in woede ontstak omdat hij als ‘zwartbrouwer’ – werd beboet.

Jan Hooft de Jonge (1625-1673), een verre voorvader van de huidige familie Hooft, was de zoon van Joannes Hooft, die baljuw was in Knesselare. Jan zelf werd hier ‘amman’, een ambtenaar van de hogere overheid. De Fransen hadden het hier toen in onze streek voor het zeggen. In een onrustige tijd legden ze zware belastingen op, en alle weerstand werd in de kiem gesmoord. Zo worden in 1683 in Knesselare 74 huizen, 2 molens en 38 schuren vernietigd.

In die woelige jaren wordt Jan Hooft hier vermoord in 1673 door een zekere Jan Maeyens. Over dat incident zijn gerechtelijke documenten bewaard, waaronder veel getuigenissen van dorpsbewoners die ons veel leren over dit gebeuren, en over die tijd (wegen, bolspel, zurkel, tijd van degens en primitieve geweren, namen, belastingen, etc…).

Joos Borm, een 28-jarige kamslager getuigt dat Jan Maeyens had “gesworen dat hij jan hooft doot soude omverschieten” en dat gebeurde “op de straete gaende van keircke naer houcke“.

Andries Millecam verklaart dat hij “ten huyse van Joos Borm wonachtig ande plaetse” Jan Maeyens “met sijn roer (geweer) in sijn handt” had horen spreken “van craqueel dat hij hadde met Jan Hooft” (omdat) die hem had “bepoent (bestraft/belast) van wat te brauwen… seggende dat hij Hooft soude omverschieten”.

Landman Pieter Verhaege was die zondag omstreeks twee uur na de noen “blijven staen sien op de bolders“. Toen hij over de moord hoorde, is hij gaan kijken en zag hij dat Hooft “op de straete bij thofstedeken Jan Frans dood lach”.

Maeyken Potvliege, “jonge dochtere”, zegt dat ze “surckel treckene op een stick land ande straete gaende vande keircke naar houcke” heeft gezien dat Maeyens “met sijn roer ende Hooft poochde te slaen met zijn deghen die hij in de scheede hadde ende sach den selven Hooft loopen al duysselen deur de straete”. Iets later vond ze hem daar door.

Huisvrouw Tanneken van Assche van Ursel was op die zondag op bezoek bij haar schoonvader Jan Frans en ontmoette op weg daarheen Maeyens “met syn roer op zijnen schauder”. Iets later hoorde ze “datter afgynck een straffe scheutte van een roer”.

De processtukken over de moord zijn bewaard in het Fonds Land Van de Woestijne. Het is Firmin Neirynck die destijds bij stamboomonderzoek (zijn moeder is ook een Hooft) in de archieven dit document heeft gevonden. Ook de heemkundigen Daniël Verstraete en WIlly Stevens vonden oude sporen van de familie.

Epiloog

Een uitdaging? Wie goed z’n best doet kan hieronder eens het “schrift” lezen zoals het werd geschreven in de late jaren 1600. Een fragment van een getuigenis, daaronder getypt op een 20ste eeuwse “schrijfmachine” (vanaf de vierde regel).

Let vooral op de “e” die als een soort “9” werd geschreven. Met dat sleuteltje lukt het zeker…