Knesselaarse topnamen uitgelegd (2)

In een vorig nummer van Knesselaars Nieuws gaven we de populairste familienamen in Knesselare. Hieronder geven we mee wat wetenschappers over de betekenis van de namen hebben gepubliceerd (*).  Familienamen zijn soms ondoorgrondelijk, maar de meeste zijn terug te brengen tot volgende oorsprong: afstamming (vb. Janssens, Peeters), een plaats (vb. Van den Berghe, Van Vlaenderen…), een beroep (vb. Desmet, Debacker…) of een eigenschap (vb. De Groote, De Leeuw…). Hieronder wagen we ons – met een korrel zout in de buurt… – aan een verklaring, zoals destijds opgezocht voor Uilenspiegel (1981) en geactualiseerd met recentere info, vooral uit het Woordenboek van de familienamen in België en Noord-Frankrijk van Dr. Frans Debrabandere. We vermelden enkel de meest voorkomende naamvorm/schrijfwijze. (samenstelling: Paul Verhoestraete)

Hier gaan we:

Verspreiding van de naam Claeys

Claeys: Komt zeer veel voor (zie kaartje voor spreiding), maar duidelijk het meest in onze omgeving. Afgeleid van de voornaam Nicolaas, een samenstelling van het Griekse nikè (overwinning) en laos (volk). Die voornaam betekent dus: ‘overwinnaar met (of van) het volk’. De naam werd in heel Europa populair via Sint-Nicolaas, bisschop van Myra in het zuidwesten van Klein-Azië (4de eeuw).

De Baets: Volgens de ene bron afgeleid van vrouwelijke Germaanse voornaam Baets (14de eeuw) waarvan de Oudnederlandse mansvoornaam Bate een variante werd. Volgens een andere van het Oudfranse ‘bache’ (onderbroek, vrouwenbroek…Hij/Zij die de broek droeg).

De Muynck – Afgeleid van het woord munnik, monnik. En dat is dan weer een – via het Latijn – uit het Grieks overgewaaid woord (monarchos, alleen levend, kloosterling). Jawel, sommige monniken hadden ook wel eens nakomelingen…

Verniest – Oorsprong onduidelijk. Voor sommigen een verkorting van  (van der)‘Niest’. Niest/Nies zou dan weer zijn afgeleid van Dionysius (God van de oogst in de Griekse oudheid). Andere verklaring: een lokaal ontstane vervorming van Verriest, met binnengeslopen ‘n’.

Martlé – De naam is vermoedelijk van Romaanse oorsprong en een verkleinvorm (-elet) van de naam Martin(us). Dat zou dat weer een verkleinvorm zijn van het Franse woord marteau (hamer), martelet (kleine hamer). Misschien gebruikt voor een smid of schoenmaker.

Vermeire – Zoals Meire, Vermeersch, e.a. duidelijk afgeleid van een plaatsnaam (meer, grote plas, stilstaand water). ‘Ver’ = Van der

Mestdagh – Van kerkelijke oorsprong. Een “mesdag” = misdag. Dag buiten de zondag waar er (vaak) naar de mis werd gegaan.

Wittevrongel – Komt van het Middelnederlands woord ‘witterwrongel’ of gestremde melk. Dus een bijnaam of beroepsbijnaam voor de man die dit soort melk verhandelde

Mouton – Zeer oude naam. Voor het eerst vermeld in 1241. De naam is afgeleid van een dierennaam (Mouton, Fr. = schaap).

De Jaegher – Eenvoudige, vanzelfsprekende beroepsnaam, vooral voorkomend in het West-Vlaamse.

De Neve – Nog zo’n vooral in onze streken voorkomende naam, zelfs top voor Knesselare. Verwantschapsnaam, afgeleid van een graad van familie (de neef). Oudste vermelding in schriftelijke bronnen: ‘Neveken’ in 1176.

De Loof – Alweer een topnaam voor Knesselare en omgeving.- Zou zijn afgeleid van lupus (Latijn voor wolf) en in oorsprong een voornaam zijn geweest. Eerst vermeld onder de naam “Louf” (1102), daarna als Lof (1198). Andere bronnen vermelden als oorsprong het Middelnederlandse love, loof (moe, mat, uitgeput), nog andere naar loef (loebas, lompe, lelijke, afzichtelijke kerel of vrouw, lummel).

Sierens – Bij veel namen is de s achteraan een eenvoudige verwijzing naar zoon van (Peters, Pieters, Jansens…). Kan verwijzen naar ‘zoon van Sieren’, en dat is dan weer een Vlaamse variant van Cyrin, Cyrinus.  Een andere bron houdt het bij de Germaanse voornaam Zierik (“zege-heerser”)

Gussé – Hiervoor zijn veel mogelijke verklaringen genoteerd.  Afgeleid van de voornaam Gossé (van Goswin, Germaanse voornaam)? Of een variant van Guchez, Gauchez,  Gacet, Gosset)?  In 1313 komt de voornaam Gacet voor in Parijs.

Van Hulle – Veel voorkomende naam, met Maldegem.als toplocatie – Afgeleid van een plaatsnaam hull – hil = heuvel

Goethals – Zou komen van de beroepsbijnaam Goedaels. Goedael = goede ale, goed bier.

Almey –  Uilenspiegel verwees naar de voornaam Amey = ami (Fr.) = amicus (Latijn voor vriend); Recenter houdt men het bij een variant van ameye, hameye = boom, slagboom, afsluiting, afgesloten ruimte (veld, hoeve), gehucht.

Schelstraete – Afgeleid van een plaatsnaam: straat naar of aan de Schelde. Bronnen uit de 14de eeuw verwijzen naar zo’n straten in diverse Vlaamse steden en gemeenten.

Scheyving – Misschien afgeleid van het Middelnederlandse woord ‘scheivich’ = met schele ogen kijkend, nijdig, grimmig. Misschien van het Middelnederlands scive, scheyf (scheef, schuin, scheel)

Hooft – Vrij evidente verklaring: een verwijzing naar een lichaamsdeel.

naamkundehoofdingTot hier de top-20 van meest voorkomende familienamen in Knesselare in 1978.  Een deel van die namen zijn in 2008 (laatste bron) uit die top-20 verdwenen, enkele andere zijn in de plaats gekomen. Voor die nieuwkomers houden we het hier kort

 

De Sutter: Beroepsnaam, waarbij ‘sutter’ verwijst naar het Latijnse sutor (naaier, kleermaker, schoenmaker).

Mattheeuws: Vervorming van de voornaam van onder meer de apostel Mattheus (Hebreeuws voor ‘geschenk van Jahweh’).

Verheye: Verkorting van Van der Heiden. Dat is dan weer een plaatsnaam (heide, onbebouwde zandgrond…)

Neirynck: Van Neerinck(x), afgeleid van het Germaanse ‘ner’ (voedsel). Hij die voor voedsel zorgde

De Clerck: Van Latijnse ‘clericus’ (geestelijke), lid van de clerus, de enige geletterde stand in de middeleeuwen. Zie ook ‘klerk’.

Steyaert: Zou afgeleid zijn van het Oudfrans  ‘estoier’, opsluiten, wegsluiten.

De Meyer: Afgeleid van het Latijnse woord maior. In het Middelnederlands was een meyer/meier een ambtenaar (rentmeester), bij uitbreiding een pachter. Zie ook Franse maire, Engelse mayor. .

Matthijs: Naam verwijzend naar van de apostel Matthias. Sterk verspreid.

Toemaatje: meeste voorkomend in Knesselare

Verspreiding van de naam Martlé in België

Sommige familienamen zijn opvallend zeldzaam en komen verhoudingsgewijs nergens anders meer voor dan in Knesselare. Dat wijst erop dat veel van die namen bij ons (soms Knesselare zelf, soms Knesselare en aanpalende gemeenten) heel sterk geworteld zijn, veelal ontstaan zijn zelfs. Onderstaand overzichtje toont dat goed aan.  Zo woont meer dan een kwart van alle Martlés onze gemeente.

  1. Martlé (zie kaartje hierboven) – Komt 188 keer voor in België. Meer dan een kwart van die Martlés woont in Knesselare (28,72%)
  2. Scheyving – Maar 115 naamdragers in het hele land, waarvan 33 in Knesselare (28,69%)
  3. Van den Kerchove – 82 Belgen, 20 ervan wonen in Knesselare (24.4%).
  4. Gyselbrecht – 98 Belgen met die familienaam, 22 wonen in Knesselare (22,4%)
  5. Gussé – 129 Belgen, waarvan er 28 wonen in Knesselare (21,7%)

top-5-p1a-met-namen

 

 

 

 

 

 

En voorts nog in de top-10: de namen Almey (17,5%), Focquaert (17,5%), Verniest (21,6%), Verkimpe (14,5%) en Stofferis (14,1%)

Voor nog heel wat andere namen (Mestdagh, Wittevrongel, Mouton, De Neve…) is Knesselare een toplocatie, maar ze zijn veel ruimer verspreid in het land en halen om die reden niet die hoge/hoogste percentages.

indexKomt uw naam hierboven niet voor en wilt u toch verder zoeken naar de verspreiding van uw naam in Knesselare en in het hele land? Klik hier

(*) De naamkunde onderzoekt de oorsprong en betekenis van voornamen en familienamen. Een beetje zoals toponymie de plaatsnamen probeert te verklaren.  Soms gaat dat makkelijk, soms is dat een stuk moeilijker. En verklaringen van vandaag kunnen morgen worden bijgestuurd, bijvoorbeeld als er nieuwe informatie opduikt, of een nieuwe methodiek (vb. via gedigitaliseerde bronnen, zoekrobots, etc…)