Kermissen krijgen het lastig

Is het tegenwoordig “alle dagen kermis”? Misschien wel, want de drie traditionele dorpskermissen zijn maar een mager restant meer van het kermisleven waar de generaties voor ons doorheen moesten. Beeld en uitleg.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Een kermis was oorspronkelijk een feest naar aanleiding van een wijdingsdag van een parochiekerk (kerk-mis). Maar dat feesten viel blijkbaar mee, want het werd uitgebreid tot gelegenheidsfeesten allerhande, op heiligendagen en andere gelegenheden. Ongetwijfeld kermist Knesselare al veel langer, maar de eerste ons bekende bronnen zijn de kranten van de jaren 1800, waarin regelmatig sprake is van festiviteiten. We pikken er twee uit, een over de zomerkermis en een over de oktoberkermis:

  • “Zondag en acht dagen is het hier kermis, en den tweeden dag (Sint-Pieter en Pauwel), des namiddags zullen er groote peerdenwedstrijden plaatshebben. De beste peerden uit de koersen van Wareghem zijn reeds ingeschreven. De wedstrijden zullen door onze pasgeboren muziekmaatschappij opgeluisterd worden. (Gazette van Eecloo, 21 juni 1891)
  • “Gisteren werd onze kermis door een zeldzaam feest opgeluisterd. Geerne had onze jonge maatschappij open concert gegeven; maar het theater ontbrak, eerst zal het gereed zijn voor haar aanstaande festival te naaste zomer. Daarom niet gelaten: het kermisconcert moest plaatshebben. Gisteren dan, bij het prachtig zonnig weder, rond 5 uur namiddag, krioelde ons dorp van volk, toen iedereen werd opgeschud door trommelgeroffel en trompetgeschal. Het concert begon. Waar? Het muziek kwam als uit den hemel! De kerk van Knesselare is in aanbouw; de toren is opgemetst, nog niet met zijne naald voorzien. Daar op die hoogte van 40 meters, stonden onze 36 muzikanten, onder de leiding van hunnen knappen bestuurder M. De Vos, van Gent, te spelen. Nooit is er schooner muoziek te Knesselare en in den verren omtrek gehoord geweest. Iedereen stond verrukt. “ (Fondsenblad,  8 oktober 1893)

1927-pc3-001-pantens-paardemolen-vier-heymanskinderenZeer geliefd was de prachtige, fonkelende paardjesmolen, die nog door de kracht van een paard werd voortbewogen en waarbij luidruchtige en meeslepende draaiorgelmuziek stemming bracht bij jong en oud. In  Knesselare was het lange tijd de paardjesmolen van Alfons Pante uit Beernem, die de kermissen opluisterde.

Voor de herberg “De Vier Heymanskinderen” poseren hier Jeanne De Zutter (weduwe René Claeys), Julie Strubbe (vrouw Alfons Pante), de knecht Piet Colpaert (Ursel), Alfons Pante (onderaan) en Camiel Pante (Foto Pauline Cooreman)

Toen Alfons Pante in 1950 overleed, verdween mét hem een honderdjarig Beernems foorbedrijf.

 

Na de Pantes kwam de familie van Jules De Lannoy uit Nevele. De man reisde eerst met een schommel (“de bijze”) de kermissen af, om zich daarna, samen met zijn zuster Emma, een prachtige Ben-Hurmolen aan te schaffen. Naast paarden verschenen nu ook olifanten en (dikke) varkens.

1950-cci17092011_00001-kopieJules De Lannoy uit Nevele was de opvolger van Pante. (Foto jaren 1950, Foto Vera Buysse)

Kranten  uit vorige eeuw hadden het vaak over ondertussen compleet verdwenen vormen van amusement zoals mastklimmen, hoepelbolling, ringsteking, puitenkoers, of zaklopen. Schommels, schietkraam, draaimolens, schietkraam en eetkramen én de “botsauto’s” overleven nog.  Maar hoelang nog? Kaarten, boogschieten, wielerwedstrijden, vinkenzettingen, cylclocross, motorcross waren andere ingrediënten in de marge.

Ook in de marge overleefden nog enige tijd tentoonstellingen van de feestraad en de cultuurraad, activiteiten van verenigingen allerhande. De fanfare WIK blijft initiatieven nemen op de zaterdag van de oktoberkermis met eerst jaren lang pop en rockoptredens, dan de WIKI-quiz en dit jaar de eerste editie van de Oktoberfieste, met optreden van een blaaskapel. De zondag van de oktoberkermis is er de traditionele huldiging van verdienstelijke personen en op maandag om 9.30 uur de traditionele dienst voor overleden parochianen van het voorbije jaar.

Wijkkermissen

Niet alleen op De Plaats, maar ook in tal van wijken werden de kermisbloemen regelmatig buiten gezet. De oudste foto’s in het boek Knesselare van Alfons Ryserhove tonen ons beelden over Drieselkenkermis voor de Eerste Wereldoorlog (1908).  De auteur vermeldt de namen van de voortrekkers Fons Coryn, “papa” Lips, Kamiel De Wispelaere en “Smout” De Loof. De karren verzamelden zich op de hoek met de Koffiestraat, er werden toespraken gehouden, er volgde een optocht met de nodige stops langs de cafés. De maandag was de “vrouwendag”, met hoepelbolling, ringsteking, puitenkoersen, zaklopingen, en noem maar op…

Dat drukke kermisleven bleef lang overeind. Op een lijst van 1957 staan er twintig wijkkermissen vermeld:  Tramstatiekermis (toen 5 mei), Kloosterstraatkermis (26 mei), Veldstraatkermis (9 juni), Westvoordekermis (16 juni), Hulhoekkermis (23 juni), Nieuwstraatkermis (21 juli), Kapellekermis (28 juli), Hoekestraatkermis (4 augustus), Buntelare- en Drieskermis (11 augustus), Eentveldkermis (18 augustus), Hellestraat en Geuzestraatkermis (25 augustus), Maldegemweg en Zandekeskermis (1 september), Maldegem-Noord kermis (8 september), Lijsterhoekkermis (15 september), Blaktekermis (22 september), Vaartkermis (13 oktober) en Molenstraatkermis (20 oktober). Tien jaar later (1967) zijn er dat nog dertien,

Die traditie, hoe oud ook, is zo goed als helemaal verdwenen.