Tweemaal 100 jaar op één maand tijd

Toen we in de jaren 1980 voor het Knesselaarse blad Octavie Lips bezochten, was 100 jaar worden een grote uitzondering. Voor zover bekend telde Knesselare in de periode voor 1980 maar drie eeuwelingen (Livina Millecamps, Rosalie De Neve, Constant De Lichte). Dat is tegenwoordig wel even anders. De voorbije maand waren dat er twee. Jeroom en Antoinette, allebei nog thuis.

Op 24 december 2021 vierde Jeroom D’Hooge zijn honderdste verjaardag. Jeroom woont nog zelfstandig in het oude huisje in de Westvoordestraat (nr. 33) waar hij geboren werd en waar ook ooit zijn vader opgroeide. Hij was de jongste van zeven kinderen en de enige nog in leven.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Jeroom werd geboren in de boerderij van zijn ouders. Zijn grootouders woonden rechtover de deur op de plaats die nu door ANB wordt beheerd ten bate van de wandelaars. Die hoeve is daar een decennium geleden verdwenen.

Jeroom nam de boerderij van zijn ouders over en startte een gemengd landbouwbedrijf. Een zestal koeien was voor hem genoeg om in zijn levensonderhoud te voorzien. Op zijn zestigste is hij gestopt met zijn bedrijf.

Opvallende herinnering is – zoals voor velen die het hebben meegemaakt –  die aan de Tweede Wereldoorlog. Bij het begin van de oorlog trok hij samen met een tiental leeftijds- en streekgenoten naar Gimont in Zuid-Frankrijk. Hij is – naar eigen zeggen “teruggekeerd”, een pak ervaringen rijker. Hij heeft er zijn leven lang over verteld.

“Op zijn boerderij kon hij zeer goed zijn plan trekken. Hij had voor zijn beestjes zelden een veearts nodig. Meer zelfs, hij was een halve paardenmeester en nogal wat mensen kwamen bij hem als hun koe moest kalveren”, vertelt men in zijn omgeving.

Jeroom was een fervent krulbolder, zijn gehele leven lang. Dat bollen zat in de familie. Veertig jaar deed hij het, in een tentje, tot driemaal in de week.

Hij was ook een sociaal man, die graag bij de mensen was en de zondag zijn pintje ging pakken in een dorpscafé (zie foto bij een kaarting in Het Witte Paard, bij Willy Verhoestraete op De Plaats)

De gezondheid is nog vrij goed, al heeft hij “versleten knieën”. Daardoor is hij sinds een klein jaar aan zijn rolstoel gekluisterd. De rest van zijn lichaam is nog behoorlijk goed, zijn communicatie ook.

Kaarting in het Witte Paard op De Plaats. Jeroom (bleek pak) en zijn broer Jules aan het keuvelen, centraal in beeld

Feest

Het feest verliep prima. Een tiental verpleegsters van het wit-gele kruis hebben er in beroerde tijden toch mee voor de nodige sfeer gezorgd.

Jeroom heeft het geluk dat zijn kinderen Anita en Marnix naast hem kunnen en mogen bouwen en zij zorgen ervoor dat vader niets tekort komt. Samen met de goede zorgen van het Wit-Gele Kruis leeft hij er goed, al valt de eenzaamheid hem toch soms zwaar. Zijn echtgenote Magaretha Van Speybroeck (+11.09.1984) stierf 34 jaar geleden en sindsdien is Jeroom alleen. Zijn vrienden zijn er niet meer (info parochieblad en schoonzoon Eric Blondia)

Antoinette, 6 januari honderd

Op 6 januari (Driekoningendag) werd Antoinette Magerman honderd. Ze oogt nog als een frisse tachtiger. Fonkelende ogen, een goeie conditie, en een geheugen waar wij zelfs jaloers van zijn. Samen met vriend Gab brachten we haar een bezoekje na het feest dat ze mordicus zonder veel externe aandacht wilde vieren. Alleen met familie, gesplitst in groepjes omwille van corona, dat zag ze wel zitten. Grote aandacht wou ze niet, maar ze is toch fier op een tafel vol kaartjes met gelukwensen.

De familie is “gestruikt” in Oombergen, bij Zottegem. Een familie van organisten, van vader op zoon. Ze leerden hun vak in Sint-Niklaas. Zo ook haar vader Jan Baptist. In het gezin werden de vijf kinderen geboren, de eerste twee (Albert en Gerard) nog in Oombergen, Antoinette en de jongere broers (Antoine, Aimé en André en Maurice) in Knesselare, nadat Jan Baptist hier tot koster/organist was benoemd.

Het jonge gezin Magerman kwam in de Kloosterstraat wonen, naast Anna Arnaut, het huis waar ook slager Van Gaever en Robert Schelstraete nog woonden. Negen jaar later verhuisde Jan Baptist met vrouw en kinderen naar de woning vooraan in de Veldstraat, waar nu Angelique Martlé woont. Het was de huidevetterij van de familie De Jaeger, horend bij een stuk grond dat parallel met de Kerkstraat doorliep tot achter de voormalige KBC-gebouwen. “Ons moeder had er een kruidenierswinkeltje, vader was koster/organist en werkte wat bij in De Post.

Antoinette (met gele bloes) bij (schoon)broers en -zussen op een bijeenkomst van de familie Magerman. Op de foto Godelieve Hooft en André Magerman (Hellestraat), Aimé Magerman (herbergier aan het Drieselken) en zijn vrouw Gerarda De Jaegher, Antoinette Magerman (Aalterseweg), Yvonne Crappé en Antoine Magerman (onderwijzer, Hellestraat) en Estelle Van Wiemeersch, de weduwe van Gerard… Niet op de foto de toen al overleden Albert, Gerard en Maurice, in de na-oorlogse jaren in Knesselare bekend als komiek op onder meer de muziekavonden, waar hij optrad met Gaston Saey (Mieske en Saey)

Terug naar het prille begin. “Ik ben in 1922 in Knesselare geboren op een zogenaamde Mesdag, een soort halve kerkelijke feestdag, waarvan er enkele per jaar waren. Ik ben geboren op Driekoningen, mijn vader werd uit de kerk gehaald en Octaaf Arnaut nam zijn orgelspel over, is mij altijd verteld.

Kleuteronderwijs en lager onderwijs volgde Antoinette bij de zusters in de Kloosterstraat. “Ik herinner me onder meer nog goed de zusters Pacifique en juffrouw Adèle. In het derde leerjaar werd ik naar Lotenhulle gestuurd om er Frans te leren. Octaaf Arnaut, een van de weinigen in Knesselare met een auto, voerde mij vaak binnen en dat was telkens voor weken, in een strenge school. Alles was daar in het Frans en wie die regel niet volgde kreeg een “signe“, een soort straf-teken dat je moest dragen als je Nederlands sprak. Ik zat er tot mijn veertiende. Daarna moest ik naar het Crombeen in Gent. Mijn pa had me zonder dat ik ervan wist daar ingeschreven. Ik moest en zou onderwijzeres worden, al had ik liever talen gestudeerd. In mijn laatste jaar brak in mei 1940 de oorlog uit, We werden naar huis gestuurd, maar in augustus moest ik mijn examens gaan afleggen.”

Als jonge onderwijzers deed ze interims in Oedelem, in een schooltje aan het Vliegend Paard, en natuurlijk ook in Knesselare (1965). In een tijd dat je moest stoppen met lesgeven toen je trouwde. Antoinette “De Koster”, zo werd het beroep van haar vader haar roepnaam, trouwde op 10 juli 1951 met Antoon van der Steen, in Knesselare dan weer gekend als Antoon “den Hollander” (zo ging dat in die tijd, toen men in de Kerkstraat ook sprak van Tino, den Italiaan).  Het jonge koppel ging in de Kerkstraat wonen, in de woning naast het huis Vanden Brande.

“Antoon was afkomstig uit Rijen in Noord-Brabant in Nederland. De familie Van der Steen had er tot einde de jaren 1960 een leerlooierij. Antoon kwam in Knesselare terecht in de leerlooierij Devreese in de toenmalige Molenstraat (nu de Looierijstraat) om er te helpen een nieuw systeem aan te leren in de leerlooierij dat ze bij hun thuis in Nederland toepasten. Antoinette ging nogal vaak bij Agnes De Deyne, de vrouw van Maurits Devreese, toen al burgemeester, en van het een kwam het ander … Antoon was verkocht aan Antoinette en Knesselare.

Later is Antoon gaan werken bij het schildersbedrijf Socentrem en vervolgens en tot aan zijn pensioen voor dit schildersbedrijf op Sidmar in Zelzate.

In de jaren 1950 kreeg het koppel twee kinderen (Louis 1954 en Anneke 1956). In 1969 verhuisde het gezin naar de Aalterseweg, waar Antoinette vandaag nog zelfstandig woont. In 1975 overleed Antoon (1918-1993)

Louis en Anneke naast hun fiere 100-jarige moeder. Of omgekeerd …

Antoinette was ook actief in het verenigingsleven. In haar jonge jaren zong ze mee in een Knesselaars koortje De Nachtigalen.

Lid van het koortje De Nachtigalen (centraal in beeld), naast Gerard VdC en Julien VdW. Vooraan Remi, André en Madeleine VHo, Alida Coryn, Suzanne Strobbe.

Ze was actief in de seniorenvereniging Okra, was vaak reisleider op de uitstapjes en buitenlandse busreizen, en werd er gewestelijk “delegee” van Okra, werd op vraag van burgemeester Fredy Tanghe ook even lid van de Knesselaarse cultuurraad.

De mobiliteit is vandaag wat minder, maar met een stapkarretje trekt ze nog graag alleen haar plan. Haar rustige dagen vult ze met een combinatie van tv-kijken, met plezier van documentaires, maar ook van de actualiteitsprogramma’s en van het gezwind invullen van kruiswoordraadsels en sudoku’s. “Daar ben ik zot van, zegt ze. Dat houdt me bij de zaak”.

 

Feest

Honderd worden in coronatijd is geen makkelijke zaak. Grote feesten voor eeuwelingen horen er al een hele poos niet meer bij. Hoe verliep het gebeuren bij Antoinette? “Zonder veel troela, en dat was vooral mijn eigen keuze, want die honderd maakte me wel wat nerveus”, zegt ze enkele dagen na de jubileumdag, die ze doorbracht met haar kinderen.

Ze wou het gebeuren discreet en stilletjes laten passeren. Geen gedoe met kranten etc., maar op vraag van zoon Louis, onze jeugdmaat, wilde ze voor Knesselaars Nieuws bij een pralientje wel even achterom kijken.

Het slotwoord is voor haar: “Ik ben dankbaar voor wat ik heb mogen beleven en meemaken, gewoon dankbaar. Voor mijn kinderen en kleinkinderen, maar ook voor veel anderen die ik heb mogen kennen. Het is goed geweest. En wat nog mag komen, is ook goed”.

Foto’s: Paul Verhoestraete, Gab Van den Brande, Eric Blondia, de families Dhooge en Magerman; Luc De Coninck, Hooft en parochie Sint Willibrordus

Antoinette (met bruine jas) op een van haar uitstapjes met Okra

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s