De taxi van Knesselare

 

Er was de voorbije dagen een en ander te doen over de taxi-strijd in Brussel. In al wat bestofte tijden had Knesselare zijn “taxichauffeur”. Robert Van Heyste was zowat de Knesselaarse Uber-taxichauffeur ‘avant la lettre’. De Uber-slogan ‘vraag direct een rit aan of plan er een in voor de een later tijdstip’ had driekwart eeuw geleden al Roberts slogan kunnen zijn. Een bijdrage van Paul Verhoestraete.

Robert met een van zijn vehikels en met een absoluut makkelijk te onthouden telefoonnummer

Robert Van Heyste, geboren in Knesselare op 04 november 1907 is een telg uit een familie van wie de achternaam op vlak van vervoer en transport in Knesselare nog altijd klinkt als een bel. Heden ten dage is het internationaal transportbedrijf Van Heyste, gevestigd in het Aalterste industriepark daar nog altijd het sprekende bewijs van.

Afstanden hebben blijkbaar nooit een probleem gevormd voor de familie Van Heyste. Reeds in 1867, toen de meeste dorpelingen amper van onder hun kerktoren wegkwamen, trok Joannes Van Heyste – de grootvader van Robert – al te voet naar Rome om er als zoeaaf deel uit de maken van het pauselijk leger.

Al op heel jonge leeftijd trok Robert samen met zijn vader Alphons tijdens de Eerste Wereldoorlog met paard en kar mee naar Gent. De in Knesselare in de Vande Walle Frères sigarenfabriek geproduceerde sigaren werden er zowat wekelijks afgeleverd. Robert moest er wel ‘de school voor blauwen’ (spijbelen), maar daar werd toen nog geen belang aan gehecht.

Al in 1929 – je kon toen het aantal bezitters van een auto in Knesselare op één hand tellen – kocht Roberts vader zijn eerste auto, een Ford die onmiddellijk ingezet werd om het koppel J. Martlé en A. Ide naar hun huwelijksmis te voeren. De eerste taxirit in Knesselare was een feit!

Al onmiddellijk werd Robert taxichauffeur genoemd, al was het woord toen zeker nog niet ingeburgerd. De term taxi is een verkorting van het Franse taximètre, zelf afgeleid van het Griekse taxis (betaling) en later het Latijnse taxa (taxatie) dat in de Middeleeuwen op huurrijtuigen van toepassing was.

Mensen op eenvoudig verzoek – zonder een vaste standplaats te hebben – onmiddellijk of wat later naar een welbepaalde bestemming brengen – wat Uber ook nu doet –  was vanaf toen Roberts taak, al bleef ‘elektricien’ zijn hoofdberoep.

Rijken

In het begin was er op dat vlak nog niet zoveel werk. Een taxi was “iets voor de rijken“, zei Robert daarover en zoveel waren er dat niet in Knesselare. Zijn grootste verdienste haalde hij uit het voorrijden van jonge paartjes naar hun huwelijksmis.

De Tweede Wereldoorlog bracht opnieuw een onderbreking in Roberts taxi-activiteiten – de Duitsers namen zijn 8-cylinder Ford zelfs mee – maar eenmaal deze onzalige periode voorbij,was Robert gelanceerd.

Wat hem uit die periode vooral bijgebleven is is de geboorte van een baby tijdens de autorit naar het ‘moederhuis’. Kort daarop reed Robert ook nog met een moeder en haar pasgeboren baby naar Brussel. De vader van het jonge kind lag immers na een werkongeval in het ziekenhuis en had zijn pasgeboren dochter, ondertussen al enkele weken oud, nog niet gezien.

Robert maakte heel wat mee in zijn taxi, leuke en minder leuke zaken natuurlijk, maar nooit ‘klapte hij uit de biecht’. Meestal verliepen de ritten aangenaam, vertelde Robert daarover, maar het gebeurde ook wel eens dat de stemming er eentje in mineur was, maar dan praat je nadien natuurlijk niet over. Wie hij vervoerde, waar naartoe hij zijn klanten bracht, daarover zei Robert nooit een woord. Alleen over zaken die hij persoonlijk beleefde vertelde hij heel graag. Zo reed hij een tijd met een auto waarvan de pedalen nog door het koetswerk gingen en er geen perfecte afdichting was. Het gebeurde wel eens dat een muis medepassagier tijdens de taxirit was en ooit kroop er een in de broekspijp van Robert die al rijdend niets ander kon dan die dood te knijpen in zijn broek.

Autoritjes  in opdracht van de mutualiteit, ritjes naar het Aalterse treinstation, familiebezoekjes…steeds stond Robert paraat om op eenvoudig verzoek zijn dorpsgenoten op de gewenste plaats af te zetten. Heel bekend waren de vele verplaatsingen die Robert deed met notaris Robert Maeyens op de achterbank. Roland, de zoon van Robert die zelf ook wel eens insprong als taxichauffeur, vertelde ons dat notaris Maeyens inderdaad geen auto had, ja zelfs niet met een auto kon rijden en zich in heel de streek naar ‘verkopingen’ liet voeren. Soms waren het lange ritten, maar vooral de wachturen terwijl de verkoping doorging –  en vaak ook uitliep in tijd – waren belastend, zeker als je weet dat die uren niet betaald werden.

De golden sixties kwamen eraan en stilaan kocht iedereen zich een auto. Ook Robert paste zich aan, kocht een mooie zwarte ‘limousine’ en legde zich toe op ceremonie-vervoer. Tot op hoge leeftijd – een heel eind in de zeventig –  bleef Robert dit aangename werk uitoefenen. Veel oudere Knesselarenaren zullen zich die eerste minuten als pas gehuwd koppel in de taxi van Robert herinneren. Fijn uitgedost met de onafscheidelijke kepie reed Robert hen voor, stapte plechtig uit, opende het portier en leidde hen de kerk in.

 

 

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s