
Over langdurige collectieve verarming, bij voorbeeld. Dat wordt “een netto buil van 3 à 4 procent”.
Over mondmaskers: “Waarom maken wij geen mondmaskers in Vlaanderen? Omdat daar niks mee te verdienen is. Onze lonen zijn te hoog. Textielbedrijven zoals lingeriefabrikant Van de Velde gooien zich daar nu tijdelijk op, om een noodbevoorrading te voorzien, maar structureel gáát dat hier niet.”
Over mobiliteit in de toekomst: “Ik gok dat de overgrote meerderheid van de skiërs straks weer gewoon op shortski gaat. Maar het extreme globetrotten zal de komende jaren wel even verminderen. We zullen onze vakanties eerder in de Ardennen of de Provence beleven dan naar verre landen met een povere gezondheidszorg te trekken”.
Over repatriëringen: “De voorbije weken werd Buitenlandse Zaken overspoeld met aanvragen van landgenoten in het buitenland die sito presto wilden terugkeren naar België. Sommigen waren nog na 22 maart vertrokken, tegen de reisadviezen in, en moesten een paar dagen later weer gerepatrieerd worden. Hopelijk hebben die mensen hun lesje geleerd.”
Vivaldi
Van Marakesh (de exit van de N-VA uit de federale regering uit verzet tegen migratiepact) naar de fusie: “Ik heb Jan Jambon ervan proberen overtuigen in de regering te blijven. Maar ze zijn toch vertrokken.” Was die exit er niet gekomen, dan zat De Crem “hoog en droog in Aalter”, vroeg Humo. “Dat was ook geen straf geweest. Ik heb in mijn gemeente de fusie met Knesselare bewerkstelligd. Dat is mijn kindje en ik zie dat graag groot worden.”
Over asiel en migratie (bijna was De Crem minister van Asiel en Migratie geworden.”Dat wou ik op één voorwaarde: dat ik alle achterpoorten van de gezinshereniging mocht sluiten.” Het werd uiteindelijk minister van Binnenlandse Zaken.
Over regeringsvorming: Wordt de regering Wilmès in het najaar uitgebreid met socialisten en groenen? De Crem :”Deze regering is geen voorbode voor Vivaldi.” Er zal alleszins een regering nodig zijn die een meerderheid heeft in de Kamer. Deze regering heeft die niet. Er kan de komende maanden misschien iets gebeuren, maar wij vinden nog altijd dat de twee grootste partijen aan Vlaamse en Waalse kant mee moeten besturen.”
De toekomst
Over zijn stoppen met nationale politiek: Blijft hij daarbij? De Crem: “Ik ben daar niet mee bezig. Het lot van elke minister ligt in de handen van zijn partijvoorzitter.”
De rechtsbuiten van zijn partij – Was De Crem de rechtsbuiten van zijn partij, die geen ballen meer kreeg en dan maar buitenspel ging lopen met dwarse interviews: “Mijn analyse was toch niet zo gek, hè? We hebben de prijs betaald voor ons ongelukkige parcours. De taak van de christendemocraten is om een sociaal-economische synthese te maken van wat er leeft in de maatschappij, en om een modern normen- en waardendiscours én een rechten- en plichtenverhaal te brengen. In de regering-Michel slaagden wij daar te weinig in.”
Over een opzeggingsvergoeding van 390.000 euro (bruto) waar hij als uittredend parlementslid recht zou hebben: Nog altijd van plan om die op te nemen? De Crem “Dat zal dan in 2024 zijn, zeker? …De wet bepaalt dat ik daar recht op heb. Velen zijn me daarin voorgegaan.”
Over slapen: Klopt het dat u maar drie à vier uur slaapt per nacht? De Crem: “Ja, ik heb me daar altijd op getraind. Als we onze troepen in het buitenland gingen bezoeken, wilde ik altijd ’s nachts vliegen, om minder tijd te verliezen. Tot ergernis van mijn staf. Voor mij volstonden die paar uurtjes slaap in het vliegtuig.”
Over zijn ontspanning: “Ik heb een grote liefde voor Vlaamse muziek (hij noemt de Pastorale van Liesbeth List en Ramses Shaffy, maar ook Niels Destadsbader). Tijdens autoritten maak ik er met mijn medewerkers een sport van om nummers te draaien op Spotify en te raden van wie het is, in welk jaar het werd uitgebracht en waar het stond in de hitparade.”
Over de fusie in coronatijd: “Mijn chauffeur heeft een korte en een lange route. Gisteravond hebben we de lange nog eens gedaan. Ik wil zien of alles er netjes bij ligt, al is dat zeer bevreemdend dezer dagen. Als ik mijn ogen sluit, zie ik een dynamische gemeente met allerlei verenigingen en bruisende leefkernen. Als ik ze open, zie ik terrasmeubels die binnengehaald zijn, lege sporthallen en bedrijfsterreinen, de dames die op maandagavond niet meer kunnen kaarten op café… Dat doet me pijn. Maar we komen hier wel doorheen. En dan wordt alles weer normaal.”