Wat we in Knesselare konden leren van de Romeinen (Arendsoog)

 

Er werd vanop diverse plekken gereageerd op wat ons Arendsoog voor vorige editie van deze rubriek had gegrepen (zie:  ‘Een wiel, rare krullen en wat rare tekens’). Het beeld hieronder maakt alles duidelijk: het ging om onze pastorie, gebouwd in 1779. De volgende opgave is een duister iets.

Dat fragment toonden we

https://knesselaarsnieuws.net/2020/01/07/van-koeienkop-naar-een-wiel-krullewieten-en-bizarre-tekens/

Verbazend toch wel dat veel lezers dit bouwwerk op andere locaties meenden te zien. Velen dachten aan Café De Lusthof (vroeger ook postgebouw) in de Veldstraat. Enkelen hadden correct de pastorie aangeduid. Maar wat toelichting geven over die ‘rare tekens’, dat hebben er maar een paar kunnen doen.

Deze keer was het Dirk Pieters die het eerst een aanvaardbaar antwoord gaf: “De Pastorie op ’t Drieselken met in Romeinse tekens het bouwjaar”. We geven een woordje uitleg bij deze zeldzaamheid.

 

Foto Paul Verhoestraete

Wat we in Knesselare nog kunnen leren van de Romeinen?

Met een klok met Romeinse cijfers hebben we geen moeite, in één oogopslag weten we hoe laat het is. De cijfers lopen van één tot twaalf (I tot XII), iedereen kent ze. Maar wat te denken van deze aanduiding, terug te vinden op een prachtig fries in onze gemeente. Deze op het eerste zicht onleesbare letterreeks verklaart u na enig cijferwerk het jaargetal waarin het gebouw met fries werd opgetrokken Weet je waar het terug te vinden is?

Een geheugensteuntje :

I = 1 (unus)    V=5 (quinque)    X = 10 (decem)    L = 50  (quinquagenta)    C = 100 (centum)    D = 500 (quingenti)     M = 1000 (mille)

Oplossing

Romeinse cijfers zijn afkomstig uit het oude Rome. De Romeinen inspireerden zich op het getalsysteem van de Etrusken die op hun beurt de symbolen overgenomen hadden van de kerven op de kerfstokken van schaapherders.

De Romeinen vormden de kerven om tot cijfers en gaven die elk een bepaalde waarde. De hoofdregel die ze in in acht namen was dat de waarde van de losse symbolen bij elkaar worden geteld, behalve als een symbool met een lagere waarde vóór een symbool met een hogere waarde staat. In dat geval wordt de lagere waarde ervan afgetrokken (bv : XI = 11  —  IX = 9)

Het mooie fries vind je terug op de voorgevel van onze pastorie en dateert de bouw ervan in 1779 (M = 1000  // D = 500 // CC = 200 // L = 50 // XX = 20 // IX = 9).

De pastorie zelf heeft een sobere Lodewijk XVI voorgevel (de nummering van gelijknamige vorsten geschiedt ook nog steeds met Romeinse cijfers, hier dus Lodewijk de zestiende).

Van pastorie naar kroeg

Een kleine twintig (XX) jaar na de bouw van de pastorie in 1798 (MDCCLXLVIII – MDCCL = 1750  // LX = 40 // VIII = 8) opende de Fransgezinde veldwachter Pieter De Swaef er een herberg.

De pastorie stond oorspronkelijk op een groot omwald terrein met een rode beukendreef naar de Kloosterstraat, naast de kerk die toen nog helemaal anders was georiënteerd. De dreef  verdween bij de bouw van de nieuwe kerk op het einde van de jaren 1800; met uitzondering van twee prachtige reuzen die bleven staan, één vóór de pastorie en één aan het begin van het kerkhof.

Ook die verdwenen zowat eind jaren zestig van vorige eeuw. Door uitbreiding van het kerkhof en aanleg van extra parkeerplaatsen op het Drieselken verloor de pastorietuin heel wat oppervlakte.

Paul Verhoestraete

Let rechts op de foto op een nog zichtbare toren van de “noodkerk” die op Het Drieselken stond toen de nieuwe en huidige kerk in opbouw was. Een van de oudste foto’s van Knesselare (serie Hendrickx, omstreeks 1900). Toen postkaarten hier nog tweetalig waren … De luiken zijn verdwenen

We voegen er nog een kleinigheid aan toe: De Knesselaarse pastorie is bijna honderd jaar ouder dan de kerk en werd dus gebouwd tien jaar voor de Franse Revolutie. Dat is de tijd dat de Oostenrijkers hier nog de baas waren. Met de komst van de Fransen werd de pastoor verjaagd en de pastorie voor enige tijd een herberg.

De voorgevel is opgetrokken in sobere Lodewijk XVI-stijl, genoemd naar de laatste Franse koning. Bouwwerken werden na de rococo minder uitbundig, soberder, met strakke lijnen en met veel symmetrie. Kenmerkend voor de bouwstijl van toen, het classicisme, waren ook de lijstgevel en het fronton. Technisch omschreef men “het wiel en de krullewieten” ooit zo: “Rechthoekige omriemde vensters met sluitsteen en rolluiken in plaats van persiennes; nieuwe rechthoekige deur met bovenlicht en arduinen omlijsting. Aflijnend hoofdgestel met 19de-eeuwse kroon- en tandlijst op uitgesneden modillons, boven de twee middentraveeën onderbroken door een pseudo-fronton met jaartal en omlijste oculus met guirlande.(Een modillon is een sierlijke beugel, zoals onder een kroonlijst; een travee is een deel van een gevel, een fronton is een bekroning van een gevel, venster of ingang. Oculus is het Latijnse woord voor oog. Meestal cirkelvormige lichtopening in een muur of koepel. Een guirlande is een slinger van bloemen of vruchten)

Aan de rechterkant van de pastorie op de foto nog te zien: de luiken en vooraan een bouwdeel, die later werden afgebroken.

Nieuwe zoeker

Laat u nog maar eens gaan bij dit nieuwe zoekertje. Betrapte het Arendsoog hier overvallers, of inbrekers? Of zijn het misschien vuurwerkmakers? We zijn benieuwd.

 

Geef een reactie

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s