Het hing al een tijdje in de lucht, maar nu is het definitief: onze Knesselaarse trots Jens Almey (°1996) kapt met het shorttracken. Luc De Muynck vroeg hem voor Knesselaars Nieuws wat meer uitleg over zijn beslissing en blikt meteen met woord en beeld ook nog eens terug op zijn korte, maar boeiende carrière.
Op de jongste Olympische Winterspelen vertegenwoordigde Jens nog ons land en onze gemeente. En velen hebben het wellicht op TV gevolgd.
Hoe ben je eigenlijk tot deze niet zo gekende sport gekomen?
Mijn vader was een fanatieke schaatser, die regelmatig met zijn vriend Joris Ide het ijs opging. Vanaf mijn zes jaar mocht ik mee rondjes trekken in de Yeti in Eeklo. Daar kwam een Gentse schaatstrainer extra-training geven aan zijn zoontjes en ik mocht met hen meedoen.
Toen bleek dat ik wel talent had kwamen de serieuze trainingen en de eerste wedstrijden er aan. Ik herinner mij nog levendig mijn eerste deelname aan de Easter Cup in Gent, wat eigenlijk al een wedstrijd was op internationaal niveau. Ik eindigde bijna op de laatste plaats en ik was zo kwaad op mezelf dat ik besloot het nog ernstiger aan te pakken.
Het volgende jaar won ik die wedstrijd al! Het moet gezegd, doordat ik regelmatig in Nederland ging schaatsen leerde ik veel over de manier om wedstrijden te rijden. Het is niet alleen hard rijden maar techniek en tactiek spelen ook een heel grote rol.
De volgende grote stap was mijn verhuis naar Hasselt in 2013. Weg van huis en helemaal alleen in een vreemde stad waar ik volledig mijn plan moest trekken. En dan was er nog dat druk dagschema: training van 6.15 uur tot 8.15 uur, vlug op de fiets naar school, om 15.30 uur opnieuw trainen tot 18 uur, het avondeten klaarmaken en nog wat schoolwerk afmaken. Lange , zware dagen, maar ik kwam er sterker en zelfstandiger uit!
In welke landen heb je zoal geschaatst?
In een groot deel van Europa heb ik wedstrijden gereden, inclusief Rusland. Verder nog in Canada , de Verenigde Staten Japan, China en Zuid-Korea. De stages met de Amerikaanse A-ploeg in Salt Lake City en Calgary waren ook leuke ervaringen. Zo werd ik stilaan een wereldburger die zonder moeite het vliegtuig neemt naar om het even welke bestemming. En niet meer het jongetje dat bang was dat hij het treinstation van Aalter zou missen als hij naar huis spoorde van Hasselt!
Wat waren de mooiste ervaringen in uw loopbaan?
Persoonlijk vind ik nog altijd mijn Europese titel bij de junioren mijn mooiste herinnering. Ik behaalde die in 2016 in Budapest (Hongarije). Het speciale eraan was dat ik won op alle afstanden (500 – 1000 – 1500m) en de gedoodverfde Letse favoriet op het spurtnummer kon kloppen.
Ook de Olympische Spelen in Zuid-Korea blijven natuurlijk een unieke belevenis. Maar de vele vriendschappen die ik in mijn loopbaan mocht meemaken zijn even uniek. En de vele reiservaringen kan niemand mij meer afpakken. Ik heb via mijn sport een groot deel van de wereld gezien en veel ervaring en zelfvertrouwen opgedaan.
Waren er ook moeilijke momenten in uw loopbaan?
De beslissing dat ik niet mocht deelnemen aan het individueel Europees Kampioenschap kwam bijzonder hard aan. Ik mocht enkel deelnemen aan de aflossing per ploeg (relay in vaktermen). Zo dicht bij de Winterspelen kon ik die wedstrijd nog goed gebruiken als voorbereiding op de O.S.
Verder was de ganse voorbereiding op de Spelen in mineur. De sfeer binnen de ploeg was zeker niet optimaal doordat er toch wel enkele dubieuze beslissingen genomen waren bij de selectie van de deelnemers. Mijn teamgenoten van het relay-team waren er ook niet bij want we hadden onze selectie niet kunnen afdwingen. En mijn persoonlijke conditie liet ook lang te wensen over.
De moeilijkheden rond het Europees Kampioenschap zaten nog wel in mijn hoofd, maar dat heb ik opzij gezet en ik besloot met de benen te spreken op de Spelen. Pas een drietal dagen voor mijn aantreden merkte ik dat de supervorm er terug was.
Met die vorm en een goed wedstrijdplan kon ik doorstoten tot de halve finale. Ik schatte mijn kansen om de B-finale te halen hoog in en zelfs een plaats in de A-finale was niet onmogelijk. Toen kwam die ongelukkige hapering met een Amerikaanse rijder en ik lag in de boarding met een polsbreuk er bovenop! Dat kwam hard aan, na 5 jaar van hard werk, vele trainingen en opofferingen zat het er op. Topsport kan hard zijn.
Voor een gedetailleerd overzicht van de carrière van Jens: zie dit document palmares Jens (2)
Wat brengt de toekomst?
Het BOIC wou mij nog graag zien overschakelen naar het langebaanschaatsen, maar zelf zag ik dat niet zitten. Ik houd er niet van tegen de tijd te schaatsen, want ik zou het wedstrijdgewriemel van het shorttracken missen . En de techniek is ook helemaal anders. En daarbij konden ze mij de professionele omkadering die nodig is om successen te behalen niet garanderen.
Het is zeker geen geheim dat ik ook het wielrennen een warm hart toedraag. Voor mijn schaatscarrière nam ik regelmatig deel aan wedstrijden bij de aspiranten en nieuwelingen. Ik behaalde toen regelmatig tal van ereplaatsen, maar nooit een overwinning. Misschien kan ik daar nog verandering in brengen.
Ik ga evenwel niet overhaast te werk gaan. Ik help momenteel op de boerderij mijn vader. Dat is ook ter ontspanning na die drukke maanden. Daartussen probeer ik nog regelmatig te fietsen en fit te blijven. Zelfs over verder studeren of gaan werken is nog geen beslissing gevallen. Maar daar zal de komende weken zeker over nagedacht worden. Per slot van rekening kan ik me nu toch niet meer inschrijven en moet ik wachten op het nieuwe schooljaar dat start in september.
Ik heb al veel mensen die mij gesteund hebben in mijn carrière bedankt voor hun hulp, maar ik wil via deze weg ook de mensen van Knesselare bedanken voor hun steun. Ik weet wel dat velen mijn prestaties op de voet volgden en gespannen voor hun TV zaten tijdens mijn wedstrijden op de O.S.”
En vanwege de redactie: een dikke proficiat voor uw loopbaan en succes in alles wat je verder presteert! Als herinnering aan de tweede Knesselaarse atleet die mocht deelnemen aan de Olympische Spelen hieronder nog een PRENTENBAK
Luc De Muynck