In de nieuwjaarsreeks met ex-inwoners kan u vandaag eens rustig lezen wat Tim David ons schreef over zijn geboortedorp. Een stevige brok tekst, bedenkingen, mijmeringen, om eens rustig te lezen. Zoals je mag verwachten van een theaterman, in Knesselaarse kringen ook bekend als acteur (Zaak De Zutter) en regisseur die hier een grote groep jonge mensen op de scene bracht.
Tim David (34) is de zoon van Jean-Pierre en Mia Van den Kerchove. Hij woonde aanvankelijk in de Kloosterstraat, vervolgens in de Eentveldstraat, en na een periode Antwerpen is hij uiteindelijk in Gent beland. Hij is acteur en theaterdocent. In Knesselare was hij lid van jeugdbeweging Chiro en muziekvereniging, maar bij het grote publiek wellicht het meest bekend als regisseur van enkele toneelstukken uitgevoerd met veel enthousiaste jonge mensen van de gemeente én op ongebruikelijke locaties als de ‘hangar’ van zijn opa Wilfried Van den Kerchove en de militaire loods in het Drongengoed.
Waar denk je aan als je ‘Knesselare’ hoort?
Etymologisch heeft de naam een fascinerende betekenis omdat het zo dicht bij de natuur staat. ‘Knesse’ komt van clesse/kliskruid en ‘lare’ betekent onbebouwd, woest stuk grond. Ik vraag me af hoe Knesselare er zou hebben uitgezien als er nog geen mensen leefden? Groeiden er naast kliskruid nog andere kruiden? Bosklit misschien? Of adderwortel? Stijve ogentroost, herfstbitterling, brave hendrik? De meeste van deze kruiden hebben geneeskundige krachten. Ook kliskruid. Wist je dat in de Chinese keuken ze de wortels eten als groente? Heel erg smaakvol.
De oorsprong van de benaming van Ursel is minder duidelijk. Waarschijnlijk komt het van ‘oeros-bos’. Een bos waar oerossen leefden. De oeros at in het voorjaar vooral kruiden, bladeren van bomen en struiken. Misschien stonden de lekkerste kruiden wel in Knesselare en was Knesselare de favoriete plek van een oeroud rund.
Van kleinsaf leerde ik de natuur omarmen. Mijn speelplekken waren het Drongengoedbos, hangaars met strobalen, vervallen huizen, varkensstallen en achtertuinen. Ik klom graag in bomen, ontdekte het leven in de Flabbaertbeek en leerde – T.S. Eliot-gewijs – de schoonheid te zien in ‘The Waste Land’.
Als ik ‘Knesselare’ hoor denk ik aan 1001 mooie herinneringen uit mijn jeugd. De naam associeer ik met een veilige haven. Mijn ouders wonen er, een groot deel van mijn familie en mijn vrienden.
Wat zou u ertoe aanzetten ooit opnieuw in Knesselare te komen wonen?
Mensen willen elkaar begrijpen en ze willen vooral heel graag dat iedereen is zoals zij. Maar het leven gooit dingen op je weg, dat heb je niet onder controle. Op dit moment hou ik van het leven in een stad. Ik wil niet weten wat me zou kunnen aanzetten om te verhuizen naar een andere plek. Het leven moet verrassend blijven.
Iemand zei me ooit dat je pas betrokken kunt zijn met een plek, als je er even niet bent geweest. Laat mij maar afstandelijk betrokken zijn met mijn geboortedorp. Knesselare is als een geheime tuin. Alleen de uitverkorenen weten waar hij is.
Welke mens(en) in het Knesselaars onderwijs heeft/hebben voor u iets betekend?
Men zei me ooit dat het grootste geluk is, wanneer iemand een raampje voor je open zet. Wel, er zijn veel mensen die raampjes hebben open gezet in het Knesselaarse onderwijs.
Mijn passie voor muziek, bijvoorbeeld. Die leerde ik kennen in de muziekschool. Ik leerde er ‘flugelhorn’ (bugel) spelen. Een instrument dat ik nog steeds bespeel in theatervoorstellingen. Iemand anders gaf mij de liefde voor de natuur. En weer iemand anders liet me gedichten voordragen in de klas. Sommige meesters en/of juffrouwen gaven me waarden mee die ik nog elke dag koester: verbondenheid, vertrouwen en discipline.
Jan Van Leirsberghe, die dit jaar – veel te vroeg – is overleden, was mijn sportmeester op de lagere school.
Meester Jan was in vele harten een man die raampjes heeft open gezet. Er was altijd iemand die op de speelkoer riep: “Het is reis rond de wereld bij meester Jan!”. Een oefening in evenwicht op turntoestellen. Ik weet nog dat wij toen als een kudde jonge geitjes van “bergtop naar bergtop” sprongen om niet “in het water te vallen”. Ik ben dankbaar hem als gids te hebben gekend.
Indien je ooit heimwee had naar Knesselare, waarnaar was dat dan?
Ik denk dat ik vaker Fernweh heb. Dat is een Duitse woord dat niet bestaat in het Nederlands. Het staat voor verlangen naar onbekende situaties, het tegenovergestelde van heimwee. Heimwee is een gevoel dat je kan misleiden door te veel in het verleden te leven.
Ik geloof dat je alleen gelukkig kan worden in het tijdloze ‘nu’. Waarmee ik de vraag niet wil onderdrukken of banaliseren, want iedere mens heeft het gevoel van verlangen naar huis, of algemener gezegd, naar de geborgenheid en de zekerheden van het bekende.
Mijn warme nest ligt in de Eentveldstraat, maar vroeger woonden mijn ouders op de plek waar nu het repetitielokaal van de fanfare Willen is kunnen is. Als muzikant van de fanfare zat ik dus ooit muziek te spelen op een plek waar vroeger mijn slaapkamer was.
Als de tijd een landschap zou zijn, wandel ik graag nog eens in de mooie achtertuinen die ik in mijn jeugd heb gezien. Het waren kleine paradijsjes vol prachtige kruiden en bloemen, oude bomen en struiken. Ik hield ervan op deze plekken, het kleine leven te ontdekken. De hommel die met stuifmeel op zijn rug, van bloem naar bloem vliegt, zonder te weten welk wonder hij verwezenlijkt. De meikevers langs de beukenhagen. De nachtvlinders die zich overdag wonderlijk goed konden camoufleren. De molshopen die met de dag groter werden. De magische geuren: van verse tomaten tot de afweerstof van lieveheersbeestjes.
Wat is uw leukste herinnering aan Knesselare?
Ik herinner me de avondmarkten in Knesselare. Dat waren vroeger grote feesten, waarin heel wat voorbereiding en energie stak. Standplaatsen werden nauwkeurig afgemeten en de opbouw van sommige standen duurden vaak een hele dag. Mensen kwamen op straat om te kopen en te verkopen. In de Kloosterstraat liepen kamelen en olifanten rond. Op één van die avondmarkten kon je – mits betaling – met een helikopter boven Knesselare vliegen.
De dag voordien had ik – samen met mijn neef Jan – het gras afgereden. Op die bewuste avondmarkt liepen mijn neef en ik mee in de stoet. Jan als poes en ik als clown. Ik herinner me dat we zenuwachtig waren om te vliegen. Na de stoet rende we heel snel naar het oud voetbalveld en namen plaats in de helikopter. Een poes en een clown. Samen in een helikopter. Hoog, boven Knesselare. Ik weet nog dat onze ogen de hele vlucht zochten naar een stuk achtertuin waarin we de dag voordien ‘JAN EN TIM’ in het gras hadden gemaaid. Maar ik kan me niet meer herinneren of we ‘ons kunstwerk’ daadwerkelijk hebben gezien.
Wat vind je mooi aan Knesselare ?
De mensen die er leven hebben allemaal hun eigen verhaal en die verhalen zijn allemaal de moeite waard om te vertellen. Ze zijn allemaal waarachtig. Sommige mensen dragen hele grote rugzakken verdriet. Sommige mensen hebben stiekem vlinders in hun buik. Sommige mensen geloven in God. Sommige mensen geloven in grote bedrijven. Sommige mensen houden van dansen. Sommigen mensen houden van duiken. Sommige mensen blijven liever thuis.
Net zoals in andere dorpen – overal ter wereld – vertellen mensen elkaar verhalen. Je zou ook kunnen zeggen: ze roddelen. Ze vertellen elkaar ‘onwaarheden’. Maar ik zie roddelen niet als iets negatief. Het is een bindmiddel, een overlevingsmechanisme. Het is een manier om informatie in te winnen: wie is te vertrouwen, en voor wie moet ik oppassen, wie zijn mijn rivalen en wie mijn medestanders? Soms zegt de leugen iets over de reden waarom men liegt. Soms kan je de reden voelen of zien in lichaamstaal. Soms geloven we onwaarheden als overlevingsmechanisme. Een leugen is niet alleen een onwaarheid. Een leugen is een uitdrukking van iets wat zich op een ander niveau als zuivere waarheid manifesteert.
En nu ga ik vertellen wat ik daar mooi aan vind. Naast het dorp Knesselare ligt er een groot stuk natuur, het Drongendgoedbos. En als je er over begint door te denken, staat die natuur ook stijf van de leugens en de oplichterij. Neem nu : de koekoek. Wat voor oplichter is dat? De leugen blijkt een essentieel onderdeel te zijn van de natuur. Planten halen ongegeneerd alles uit de kast om insecten te lokken.
Ik heb gemerkt dat schoonheid en troost vaak samen gaan. Leugens en oplichterij kunnen heel veel leed veroorzaken maar in de natuur brengen ze me troost.
Eind volgend jaar zal de fusie van Knesselare met Aalter een feit zijn, houdt je dat nog bezig en wat zijn volgens u de voor en nadelen hiervan ?
Als Knesselare en Aalter samenkomen, sluit men een verbond. Een beetje zoals een huwelijk. Een feest. Als je er over begint door te denken, ben ik een deel van dat verbond. Mijn vader is afkomstig van Aalter, mijn moeder is afkomstig van Knesselare.
Waarschijnlijk zullen er op beide grondgebieden inwoners zijn die voelen dat ze onrecht worden aangedaan. En misschien zijn er ook mensen die bang zijn, samenwerken betekent samen leven.
Waar ik niet in meega, is dat je denkt dat onrecht te kunnen bestrijden door in de tegenstelling te gaan staan, het wij-zij denken, het dualisme. Dat doen we al twintig eeuwen, wij mensen: links- rechts, arm-rijk, hoog-laag opgeleid. Je kan het onrecht blijven aanklagen en bestrijden, het werkt niet, het verdwijnt er niet door.
Aan deze mensen zou ik willen zeggen dat ze hun verhalen met hun emoties moeten leren overstijgen. Kijken hoe we tegengestelden in elkaar kunnen vlechten. Elkaar niet de kop inslaan omwille van een zelfde waarheid. Oprecht luisteren naar elkaar, zodat de ander zich begrepen voelt. Dan kan hij ook horen wat jij zegt.
Wist je dat bomen al eeuwenlang met elkaar samenwerken? Wetenschappers hebben ontdekt dat er een ‘wood-wide web’ door onze bossen heen loopt. Bomen staan in contact met elkaar via hun wortels. Ze geven elkaar informatie en voedingstoffen door. Er bestaat zelfs contact tussen verschillende boomsoorten, ook al beschouwen ze elkaar als concurrenten.
PS: Dit jaar is Tim onder meer te zien op Theater aan Zee in de première van ‘HEIMAT 3’, waarmee hij ook op Vlaamse tournee trekt. In het najaar van 2018 speelt hij ‘Het ding en ik’ (5+), ‘The Beauty Queen of Leenane’ (TG DE LINK), ‘NIETS’ (Het paleis en De nieuwe tijd). In 2019 speelt hij mee in een nieuwe theaterproductie bij Het Paleis in Antwerpen.