Met een zogenaamd RUP (Ruimtelijk Uitvoeringsplan) Centrum legt de gemeente de krijtlijnen vast voor ruimtelijke ordening in de dorpskern van Knesselare. Het gebied blijft woongebied, maar er komen een rist nieuwe voorschriften voor (ver)bouwers. Voor alle duidelijkheid: het RUP Centrum heeft niets te maken met Ursel.
Opvallendste wijziging: een pakket maatregelen die de appartementenbouw (meergezinswoningen) in de dorpskom niet verbieden, maar reguleren. “Beter integreren in het straatbeeld”, zo luidt het.”Maar ook beperken”, horen we.
Eerst het algemene beeld: ruimtelijke ordening is een bevoegdheid van de Vlaamse Gemeenschap. In de jaren 1960 en 1970 werden zo de fameuze Gewestplannen uitgetekend. Tegen het einde van vorige eeuw kwam er het Ruimtelijk Structuurplan Vlaanderen (1997). De Vlaamse regering plaatste Knesselare bij de “buitengebieden”, waar het vrijwaren van landbouw, natuur en bos voorop staan en wonen en werken best in de dorpskern en op maat van die dorpskern gebeurt.
Vervolgens is er (nog even) de provinciale overheid die via een Provinciaal Ruimtelijk Structuurplan (2004) ook een woordje meespreekt. Zo werd Knesselare aangewezen als hoofddorp en Ursel als woonkern (Voor het subtiele verschil tussen beide: zie voetnoot)
Ten slotte spreken ook de gemeenten een woordje mee via de Gemeentelijke Ruimtelijke Structuurplannen (GRS). Het GRS van Knesselare werd goedgekeurd in maart 2006. Voor de uitvoering van het GRS maakt de gemeente nadien ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP’s), zoals RUP-Centrum er nu ééntje is. Knesselare doet dat in overleg met Veneco, een intergemeentelijk samenwerkingsverband van 25 gemeenten rond Gent.

RUP Centrum (2017): maatregelen voor appartementenbouw in de in bruin aangeduide straten. In blauw de in projectgebieden die daar NIET toe horen: omgeving hoek Kwadam, binnengebied “ommegang” en omgeving Klavertje Vier en GB
Wat verandert er nu concreet?
Aanleiding: In heel Vlaanderen verandert het uitzicht van de dorpskernen de jongste decennia aan een snel tempo: minder huizen, meer appartementen en grote projecten op kleine percelen. Dat zet druk op het landelijke uitzicht van dorpskernen. Ook bij ons. Wie door de Knesselaarse dorpsstraten rijdt, merkt ongetwijfeld dat men nu een beetje wil regelen en rechttrekken wat de voorbije jaren bijna letterlijk “scheef” groeide.
In de periode 1995-2015 kwamen er in Knesselare 693 woongelegenheden bij, waarvan 35 procent appartementen. In het centrum kwamen er evenwel 584 woongelegenheden bij waarvan 294 appartementen (50 procent). Een “schaalverstoring” is er nog niet, maar als de trend zich doorzet komt die er heel snel, zo lezen we in het plan.
De gemeente wenst “sturend” op te treden om de “beeldkwaliteit” van de dorpskern te vrijwaren. Er komen een pak nieuwe regels voor de bouw van meergezinswoningen: regels over de minimale en maximale gevelbreedte, over het maximum aantal bouwlagen, over de maximale bouwdiepte en -hoogte, over dakuitbouwen, het verplicht aantal parkeerplaatsen per woning, de minimale woonoppervlakte, groenvoorzieningen…
Het klinkt mooi, maar voor sommigen tegelijk ook vaag en braaf. Zal dit nieuwe RUP Centrum – op zich een verdedigbare zaak – effectief voor veel verandering zorgen? Het plan maakt deel uit van een kluwen van andere en oudere voorschriften waarin alleen nog specialisten hun weg vinden.Volgens schepen Herlinde Trenson (gemeenteraad maart) wil men de bouw van meergezinswoningen hiermee niet verbieden maar wel ontraden. “Meergezinswoningen worden niet uitgesloten”, lezen we ook in het Veneco-document.
Het RUP bevat nieuwe voorschriften inzake appartementenbouw, maar het document geeft ook een overzicht van “oude” voorschriften die vroeger werden vastgelegd en “onverminderd van kracht” blijven (alle nu al geldende plannen zoals het oude Gewestplan, BPA’s, verkavelingen, RUP’s…). Als we die eens bekijken (zie Structuurplan 2006 hieronder) valt het op dat er tussen plan en werkelijkheid nog veel ruimte zit, en tussen droom en daad blijkbaar veel praktische bezwaren…
Structuurplan 2006: tussen droom en daad
Waar wil men met Knesselare naartoe? Een overzicht van enkele opvallende punten die el in 2006 werden vastgelegd (zie toelichting onder kaart (en legende)
Voorlopig zijn van dit Gemeentelijk Structuurplan 2006 alleen de hieronder in groen aangeduide elementen effectief uitgevoerd/gerealiseerd:
- een parkbos langs de Knokseweg (westkant)
- verdere verkaveling via BPA (inbreiding) tussen Molenstraat-Kerkstraat-Hoekestraat (valt als landbouwenclave buiten RUP centrum; hiervoor zal een tweede RUP nodig zijn) (uitgevoerd nu met Nieuwendorpe)
- het behoud van de fabrieksgebouwen en de molen in de Molenstraat “als beeldbepalende elementen” (historisch erfgoed). Ook hiervoor zou een nieuw RUP nodig zijn.
- de herinrichting van De Plaats als polyvalent centrumplein (met kerk en gemeentehuis, zone 30, aangepaste verlichting, groen, minder parkeerplaatsen gekoppeld aan meer randparking in Klissestraat en Binnengebied (zie verder)
- uitvoering van BPA De Kouter als woonuitbreidingsproject
- het Binnengebied tussen Kerkstraat-Veldstraat-Aalterseweg-Molenstraat, nu ook landbouwenclave wordt gedacht aan een “ingegroende” parking, een park, een woningproject en een dienstencentrum…
- Er is ook veel aandacht voor het “bouwkundig erfgoed”, met name van “historisch waardevolle gebouwen”. Dat zijn er nogal wat, maar er is geen enkele garantie dat die woningen en gebouwen effectief behouden blijven.
- aandacht voor kerkwegels, parkjes, speelruimte als “fijn weefsel”. Maar welke gaan weer open, welke niet?
Een duidelijke timing is in het plan dus niet voorzien.
Bouwen en verkavelen
Even onduidelijk blijft wat in de toekomst met verdere woonuitbreiding zal/kan gebeuren.
- Inbreiding/verdichting beperkt – Al in het Gewestplan werden woonuitbreidingsgebieden aangeduid. In het Gemeentelijk Structuurplan van 2006 werden er nog drie weerhouden (zie R op kaartje hierboven), maar met de opmerking ‘niet aan te snijden voor 2008’. “Wonen in kernen moet gestimuleerd worden”, klonk het ook in 2006 al. Er moet voorrang gaan naar inbreidingsgerichte projecten in plaats van naar excentrisch gelegen verkavelingen. Die inbreiding kwam er met Nieuwendorpe. Anderzijds is Knesselare niet gevat door voorschriften rond de betonstop en de “verdichting” van de dorpskernen (vrij vertaald: voorrang voor het eerste gebruiken van ruimte die er nog is in de centra). Die geldt alleen voor de steden. Structuurplan en RUP laten dus ruim marge voor interpretatie.Wie beslist uiteindelijk over wat waar zal en mag gebeuren?
- Wat gebeurt met de projectzones? Het RUP Centrum geldt voor de dorpskom, maar er zijn hierop wel drie uitzonderingen: de drie zogenaamde projectzones waarvoor een “andere” regeling geldt (zie kaart bovenaan: het ruime binnengebied tussen Veldstraat, Aalterseweg, Molenstraat en Kerkstraat (a), de schoolsite in de Kloosterstraat (b) en de omgeving van de GB (3) maken geen deel uit van het nu voorliggende RUP. “Op termijn” krijgen die een andere bestemming, maar daarover staan weinig details in het nu uitgetekende plan.
- Berschermd en niet beschermd? – Wat met “waardevolle gebouwen”? Er zijn mooie inventarissen gemaakt, maar er zijn de voorbije jaren al tal van locaties gewoon afgebroken, niet zelden “voor meergezinswoningen”. Die optie blijft ook vandaag open. In Knesselare zijn overigens alleen kerk, pastorie en omgeving, en het Witte Huys in de Veldstraat (vroegere post) effectief “beschermd”. De beslissing of andere gebouwen al dan niet worden verankerd in het RUP, is een bevoegdheid van het college, maar, zo lezen we, ‘Het college kan nu nog niet met zekerheid zeggen dat zij alle gebouwen uit de inventaris wenst te verankeren en dat behoud noodzakelijk is” …
Conclusie: de procedures rond ruimtelijke ordening zijn complex en uitgebreid, maar tegelijk behoorlijk vaag, want ze laten nogal wat ruimte voor interpretatie, voor uitzonderingen en bijsturing… Wanneer zal het RUP in uitvoering gaan? “Een RUP vraagt tijd”, schrijft Annelies De Clercq. Ruimtelijke Ordening blijft een lastig iets…
Het plan ligt nu op tafel. U kan het inzien en reageren.
Uw mening? Openbaar onderzoek
Het openbaar onderzoek over het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Centrum loopt van tot en met dinsdag 23 mei 2017. De plannen, toelichtingsnota en stedenbouwkundige voorschriften liggen ter inzage op de dienst Stedenbouw in het gemeentehuis, maandag tot vrijdag van 8.30 tot 12.00 uur, op woensdag ook van 14.00 tot 16.00 uur en op donderdagavond van 16.00 tot 19.00 uur.
Wie bezwaren of opmerkingen heeft, kan die schriftelijk en aangetekend sturen, of afgeven tegen ontvangstbewijs, aan gemeentebestuur Knesselare, t.a.v. de Gecoro, p.a. De Plaats 14, 9910 Knesselare, binnen de termijn van het onderzoek.
(*) Voetnoot: Hoofddorpen zijn groeipolen van de nederzettingsstructuur van het buitengebied, waar de lokale groei inzake woningen, voorzieningen en lokale bedrijvigheid gebundeld wordt. Ursel is geselecteerd als woonkern. Woonkernen hebben een woonfunctie binnen de gemeente. Zij staan in voor de opvang en de bundeling van de eigen groei van de kern en (een deel van) de bijkomende woonbehoeften die ontstaan in verspreide bebouwing in de gemeente. Het voorzieningenniveau is gericht op de ondersteuning van de woonfunctie. Inzake wonen en voorzieningen is er geen verschil in de taakstelling tussen hoofddorpen en woonkernen.