Verzuipt Knesselare als de dijken breken?

Als de dijken breken’ is met ca. anderhalf miljoen kijkers het drukst bekeken maritiem televisiedrama sinds Schipper naast Mathilde. De Vlaams-Nederlandse coproductie amuseert bij ons en in Holland miljoenen kijkers. Stel, stel, stel…. Houden we hier in Knesselare dan de voeten droog?als-de-dijken-brekenRegisseur Hans Herbots weet in Humo hoe hij zijn serie aan de man/vrouw moet brengen: “We zien wat er zou kunnen gebeuren als die storm nu zou plaatsvinden, wat trouwens niet eens zó ongelooflijk hypothetisch is”. “Het is niet de vraag of zo’n superstorm er komt, maar wanneer”, titelde Het Nieuwsblad op 30 november. Ook kranten moeten verkopen.

Maar goed, wanneer loopt het fout? Mogelijks bij een superstorm, één keer om de 10.000 jaar, zei Frank Deboosere, bij ‘Van Gils en Gasten’. Zeg nooit “nooit!” als je over superstorm en dijken spreekt. Het kan fout gaan bij de niet zo lekkere combinatie van een superstorm (1), bij noordwesterwind pal op de kuststreek (2), als er tegelijkertijd springtij is (dwz: zon, maan en aarde op één lijn staan) waardoor het water nog een meter hoger komt (3) en als de storm volgt op een kletsnatte periode (4). Dan kunnen de golven “diep landinwaarts” gaan en schade veroorzaken.

Dus moeten we bouwen. De ramp van 1953 leidde tot de immense Deltawerken in Nederland. In Cadzand-Bad werd onlangs de laatste ‘zwakke schakel’ weggewerkt. Hoe zit het bij ons? In 1977 lanceerde Vlaanderen het Sigmaplan tegen overstromingsgevaar rond de Schelde en haar zijrivieren. Van de 650 km dijken zijn er vandaag al 540 verhoogd en verbreed. Het recentere Masterplan Kustveiligheid moet onheil aan zee voorkomen. Met zachte en harde zeewering, verbrede stranden, zandbuffers en stormmuren. Maar dat duurt nog even. De stijging van de zeespiegel (4 millimeter per jaar) vangen we meteen mee op.

Tot waar

Maar stel, stel, stel…Tot waar stuwt een eventuele superstorm bij zo’n eventuele dijkbreuk het water het land in?

241Volgens sommigen zou een tiende van België “kunnen” overstromen. Vooral dan de poldergebieden (zee en Schelde) en de omgeving van waterlopen. Dat zijn de zogenaamd “van nature overstroombare gebieden” – gebieden die het water zou innemen in afwezigheid van beschermende infrastructuur. Daaruit blijkt dat Knesselare daar net niet bij hoort (zie kaartje).

 

 

 

 

 

 

 

zeespiegel-5

 

 

 

 

 

 

 

 

Maar stel, stel, stel… dat het toch nog veel erger wordt. Nog veel erger dan in dit filmpje bijvoorbeeld (hagelstorm over Knesselare) hier

Zal de dood ons in Knesselare ooit in de nek hijgen? Even de hoogte meten en dus op zoek naar info. De dorpel van de kerk van Knesselare ligt 18,15 meter boven de zeespiegel.  Wie het niet gelooft, moet aan het ijkpunt van onze kerk maar even gaan zien.

IJkpunt bij de kerk (geodetisch punt). Aangebracht toen er nog geen gps was. Coördinaat voor positiebepaling waarbij men voor waterpassing het correcte niveau tov de zeespiegel moest weten

Oef, 18 meter boven de zeespiegel, dat valt best mee. Maar stel, stel, stel?… Vanaf nu schakelen we over naar woeste toekomst. Kunnen we dan te voet naar zee? Volgens sommige scenario’s wel (zie kaartje)…

zeespiegel-5

 

 

 

 

 

En wat als het nog erger wordt? Dan verzamelen we best in de buurt van de hoge kerk en Kouter (zie rode sterretje op de maquette). Maar daar is weinig plaats. Dus pakken de inwoners van Knesselare in nood beter snel hun rubberen laarzen en hun biezen en verzamelen ze op de hoge heuvelrug (cuesta) die van Zomergem tot  Oedelem loopt, gelukkig dus ook door Knesselare. Kleine tip: stel dan best de gps in op De Kleiten, de Rammelaeredreef – het hoogste punt van de gemeente – en de Voordestraat.Helemaal niet ok zijn de laag gelegen Hellemeersen, nu al vaak verzuipend als het een paar uur stevig regent.  Niet doen!

de-cuestaStel, stel, stel… dan worden we tot overmaat van ramp ook nog eens overspoeld (sic) door een vloed aan mensen met ver gevorderde watervrees.

Die zullen niet komen uit Aalter (22,16m) en Zomergem (22,18 m), want daar ligt het centrum hoger dan het onze. Ze zouden daar wel gek moeten zijn om bergaf te vluchten. Wel komen ze dan in dichte drommen uit het westen (Beernem, 11,47 meter) en vanuit het lage noorden (Maldegem 8.77 meter)

De allerbeste vluchtoptie zou natuurlijk het relatief hoog gelegen Drongengoed kunnen zijn, de hoge kleirug aldaar (zie maquette: witte markering in de dieprode cuesta). Op naar ons hooggebergte. Al is de vraag of de buren van Ursel op dat moment die leefbare ruimte al niet met de banieren van Pierlala zullen hebben bezet.

In dat geval rest er ons niets anders dan te vluchten naar de Ardennen of de Alpen. Maar daar is het nat, en koud.

Dus toch maar wat uitkijken met rommel die mogelijks de boel opwarmt en stevige dijken bouwen. En gezellig thuis lezen en kijken naar nieuws op www.knesselare.nat

Vanuit het veel lager gelegen Maldegem zullen de watervluchtelingen niet te tellen zijn

Op de rug van de Cuesta (van Voordestraat tot Rammelaere en Drongengoed wordt het drummen in de klei

Zeker te mijden als de dijken breken: de Hellemeersen (liggen er nu al nat bij)