Stoere mannen die als ontspanning met een logge bal naar elkaar werpen. Het lijkt wel een prentje uit Asterix en Obelix, maar niets is minder waar. We spreken hier over krachtbal, een sport die jaren geleden ook in Knesselare gespeeld werd maar ondertussen al weer is verdwenen uit ons dorpsleven.
Krachtbal wordt gespeeld tussen 2 teams van 4 personen. Het speelveld bestaat uit een rechthoek met aan de uiteinden een doelgebied. De bedoeling van het krachtbal is de bal in het doelgebied van de tegenstander te gooien door middel van maximaal drie worpen. Wie de meeste punten scoort in een tijdspanne van tweemaal 25 minuten, is de winnaar. De speelbal is een medicijnbal en weegt 4 of 5 kilogram voor de heren en 2 kilogram voor de dames.
Krachtbal was een alternatief voor het monotone werpen met een medicinebal op conditietrainingen.
Luc De Muynck trok naar Antoine De Dobbelaere, de pionier van de krachtbalsport in Knesselare. Antoine woont in de Maldegemseweg en is de grootvader van het wielertalent Born De Dobbelaere.
Antoine legt uit: “In het begin van de jaren 1960 werd de Bruggeling Etienne Schotte, leraar lager onderwijs in diverse Brugse scholen, ervan overtuigd dat er een sport moest komen die specifiek geschikt was voor krachtige jongeren. Teveel jongens kwamen niet aan de bak in de loopsporten en gingen verloren voor de sport. Daarom begon hij in de gymlessen oefeningen in te voeren met de zware medicinebal (5 of 3 kg of 4/2). Hij zette de ene na de andere spelregel op papier en ging dan van start met zijn spel op de beschikbare speelpleinen/basketbalterreinen. Via deze ervaringen werden de spelregels op punt gesteld en kon een nieuw sportief spel gelanceerd worden”.
Dit spel bekend maken in veel meer Vlaamse gemeenten was niet zo moeilijk, want de leerlingen van Etienne kwamen uit alle hoeken van Oost- en West-Vlaanderen. In elke gemeente vond Etienne wel iemand die een spelerskern wilde vormen en trainingen wou geven. De krachtbalcompetities werden opgestart, met ploegen van vier tegen vier.

De pioniers: Jean De Loof, Freddy De Loof, Gilbert De Neve, André Dierickx. Zittend op de bal: Antoine De Dobbelaere
Voor Knesselare vond Etienne Schotte in Antoine De Dobbelaere de geschikte persoon om zijn sport te lanceren . Antoine zorgde voor de nodige spelers en zijn ploeg kon van start op een terrein naast het oude voetbalveld in de Kluizestraat (nu Sportstraat) .
De “pioniers” waren Jean De Loof, Freddy De Loof, Gilbert De Neve, André Dierickx en zittend op de medicinebal Antoine De Dobbelaere.

Staande: Marcel Van Overloop, Daniël De Vylder, Norbert Verkimpe, Jean De Loof, onderaan: Christiaan Floryn, Roland De Loof, Gilbert De Neve, Hubert Van Daele en (waarschijnlijk) Eddy De Neve
Geleidelijk aan groeide de spelerskern en kon ook met een jeugdploeg begonnen worden. Mooie uitslagen bleven niet uit en er werden zelfs kampioenentitels veroverd.
In 1976, op de winterkermis, opende burgemeester Devreese het nieuwe “Sportcomplex Prinsengoed” (nu Flabbaert). Het terrein voorzag Knesselare van twee voetbalvelden, een kindervoetbalveld, twee basketbalvelden, twee volleybalpleinen, een tennisplein, naast een speelterrein, bolbanen, plaats voor handboogschutters én … een krachtbalveld.
Maar het mooie liedje bleef niet duren. De Knesselaarse krachtbalploeg moest met beperkte financiële middelen proberen de seizoenen aan elkaar te knopen, want gemeentelijke subsidies waren niet aan de orde. De spelers hadden zelfs een systeem om met hun eigen zakgeld de verfrissingen tijdens de rustpauzes te betalen. De aankoop van de wedstrijdballen en de verplaatsingen naar de uitwedstrijden waren nog een grotere kost.
Ondertussen was in Aalter ook een krachtbalploeg gestart, maar die had een spelerstekort. De buurjongens boden de Knesselaarse spelers betere “speelvoorwaarden” aan en zo maakten enkelen de overstap. Het gevolg was dat bij de start van het volgende seizoen Knesselare zelf in spelersnood zat en er een einde kwam aan de krachtbalsport in Knesselare . Jong maar moedig Knesselare speelde het seizoen 1977-1978 nog uit en wierp toen de handdoek in de ring. De krachtbalploeg van Aalter is nog steeds actief.
En het moet gezegd : krachtbal is bijzonder geliefd, bij spelers en supporters, door de strikte spelregels en de sportieve manier waarop het spel wordt gespeeld. De sport is in Vlaanderen geleidelijk aan toch fors uitgegroeid tot een brede competitiesport met verschillende reeksen. En de meisjes/dames hebben hun eigen competitie .
(Tekst: Luc De Muynck / info en foto’s: Antoine De Dobbelaere en Daniël De Vylder)
In onze sportrubriek vindt de lezer binnenkort nog meer info over verdwenen sporten (rolstoelbasket, judo, tafeltennis, …). Het eerstvolgend stuk gaat over rafting.