Dit weekend is het 25 jaar geleden dat de gemeentelijke kinderopvang startte. De dagopvang is iets ouder, maar in 1993 startte in het Hemelrijk de voor- en naschoolse opvang. De opvang kwam er niet alleen voor de ouders, maar ook voor de werkzoekenden.
Kinderopvang was in de eerste helft van de 20ste eeuw vooral een familiale aangelegenheid. Veel minder vrouwen gingen werken, al was Knesselare met z’n sigarennijverheid toch behoorlijk atypisch. Grootmoeders, buren, familie en vrienden, men trok z’n plan toen er op de kinderen moest worden gepast. De scholen, kloosterzusters en leerkrachten voorop, zorgden voor een beperkte vorm van naschoolse opvang.
Na de Tweede Wereldoorlog gingen almaar meer vrouwen werken. De nood aan opvang werd groter. De eerste organisatie die structureel probeerde te helpen was de Bond van Grote en Jonge Gezinnen, die “betrouwbare mensen zocht die zich gedurende de werkdagen ter beschikking konden stellen voor de kinderoppas. Onder meer Marleen Coppens, de vrouw van “meester” Jan Pauwels coördineerde de zaak. Dertig jaar geleden telde de bond 280 aangesloten huishoudens.
Gemeente
De eerste sporen (in ons archief dan toch) over een gemeentelijke opvang dateren van 1985. In december van dat jaar zei de toenmalige schepen van jeugd Fredy Tanghe, dat hij een aanvraag zou indienen voor “een opvangdienst voor kinderen”. De toenmalige ploeg die de vakantiewerking leidde (niet minder dan negen BTK’ers – regenten en pedagogisch geschoolde jongeren – met steun van VP en het Urselse Mefeleu) kon de opvang van 130 tot 230 kinderen per namiddag (3-15 jaar) niet aan. In een lijvig rapport stelden de BTK’ers voor om een opvangdienst van 7 tot 19 uur te starten. Hierin zat een optie om het project vakantiewerking uit te breiden tot een permanente onthaaldienst. (Het Nieuwsblad 24 april 1987).
In januari 1993 opende dan uiteindelijk de voor- en naschoolse opvang voor kinderen van 3 tot 12 jaar in de gebouwen van de voormalige sigarenfabriek. Vooraf was er al dagopvang voor kinderen tot 3 jaar. Knesselare was toen samen met Zulte de eerste gemeente in het arrondissement Gent-Eeklo waar de vzw buitenschools opvang een dergelijk project opstartte.
Even vergelijken: het kostte toen 50 frank per uur (1,25 euro) voor het eerste kind, 30 frank voor het tweede. Aanvankelijk was er een opvangcapaciteit voor veertien kinderen. Eén voltijdse en twee halftijdse kinderverzorgsters en een deeltijdse administratieve kracht moesten in die eerste periode de zaak trekken. Het is ondertussen heel wat drukker in de opvang.
Het stond in de sterren geschreven dat de vernieuwing wel voor wat spanningen zou zorgen. Het gemeentelijk initiatief betekende het einde van de opvang in de scholen, waar de vraag almaar groter werd en de middelen (ook personeelsondersteuning) van de overheid niet veel voorstelden. Scholen moesten altijd een beroep moeten doen op leerkrachten, kloosterzusters waren er nog nauwelijks, op het oudercomité, en op vrijwilligers. Dat werd met de dag moeilijker.
Na het afronden van onderhandelingen over het ophalen van kinderen door de gemeente, konden de vrije lagere scholen van Knesselare vanaf september 1993 een punt zetten achter hun eigen opvangdienst. De kinderen van de scholen werden via gemeenschappelijk vervoer naar de Kerkstraat gebracht. Toenmalig burgemeester Schrans gaf de cijfers (25 jaar geleden-): van de meisjesschool Sint-Franciscus kwamen 30-40 kinderen van de 280 kinderen naar de opvang, van de toen nog aparte jongensschool 18 kinderen van de 135.
Een jaar later (1994) werd de opvang wegens succes al fors uitgebreid. Die uitbreiding was mogelijk door verbouwingen van een deel van de fabriek. De aanvankelijke kritiek vanuit de oppositie op het initiatief luwde. De verbouwingen werden deels mee betaald met fondsen van het Meetjeslandse impulsgebied. In de dagopvang telde men toen 25 kinderen, in de buitenschoolse opvang een kleine 30.
Met de uitbreiding groeide ook de tewerkstelling. Er werkten één voltijdse en tien deeltijdse Geko-personeelsleden (weerwerkgeko’s), gefinancierd door de overheid (VDAB). Even verderop werd ondertussen een groot deel van de fabriek platgelegd voor de bouw van bejaardenflats.
En nu
Vandaag telt de opvang 24 kinderen (van 0 tot 2,5 jaar). Daarnaast is er de groepsopvang voor gemiddeld 71 schoolgaande kinderen (2,5 tot 14 jaar). Op sommige dagen loopt dat op tot 90 en meer.
De opvang wordt vandaag vooral mede gefinancierd met subsidies van Kind & Gezin. Er werken een twintig (vooral deeltijdse) personeelsleden en een paar vrijwilligers.
Voor de volledigheid: naast de gemeentelijke opvang zijn er in Knesselare nog de opvang in het Gemeenschapsonderwijs, enkele particuliere initiatieven en natuurlijk ook de vele onthaalouders.
Nu de opvang 25 jaar bestaat, wordt er gefeest op zondag 2 september, van 11.30 tot 16 uur.
Dan kunt u in de gebouwen in de Kerkstraat terecht voor allerlei kinderanimatie, een drankje en een hapje, een optreden van de Knesselaarse jongerenband The Impuls, een fototentoonstelling en een stukje nostalgie. Iedereen welkom, ouders en kinderen, maar ook peuters en kleuters van toen.
Hieronder een recente prentenbak van Paul Verhoestraete