Hoe zou ’t met Luc zijn…? Nog altijd lid van de Bende van Knesselare

Luc De Coninck (58) woonde in Westvoorde, vertrok hier in 1979 en woont vandaag in De Pinte. Luc werkt nu op de Nationale Luchthaven. Hij was er overigens getuige van de aanslagen. Hij kijkt voor ons even terug naar zijn “Knesselaars” leven. Luc vertelt ons ook een verhaal over het Drongengoed. Maar dat leest u in een bericht dat hierop volgt.

Luc De Coninck (°1959) is de zoon van René en Maria Vanpoucke. Hij woonde in de Westvoordestraat. “Mijn ouders waren kleine landbouwers en omdat het landbouwbedrijf te kleinschalig was om een gezin met vier kinderen te kunnen onderhouden is mijn vader,  halverwege de jaren zestig, gaan werken bij de firma Tubolit (het plastiekfabriekske) langs de Urselweg. Later ging hij werken bij Omco in Aalter.

Luc ging naar de gemeenteschool en volgde nadien technisch onderwijs in Aalter en Brugge. In 1978 studeerde hij af en ging bij Sabena aan de slag tot het faillissement in 2001. “Sindsdien werk ik er voor Flightcare (nadien overgenomen door de multinational “Swissport”), waar ik technische opleiding geef aan het grondpersoneel”.

Luc De Coninck zat in de gemeenteschool achtereenvolgens bij meester Vanthuyne, meester Van Renterghem, meester Magerman en meester Van Ryckeghem. Deze klasfoto dateert van 1966. Onderaan( vlnr): Jean-Pierre Van Heyste, Ronny Callewaert Joost Heyrick en Luc De Baets (Hoekstraat). Midden: Frank Saey, Kurt Van Speybroeck, Rudy De Reu. Midden rechts (van onder naar boven): Luc De Coninck, Jean Pierre Galle, Dirk D’hooghe. Bovenaan: Luc De Baets (Kapellestraat), Filip Wittouck, Ronny Van Eeghem, Alex Tanghe

 

De foto van het hoogspringen (links) werd genomen tijdens de Olympische Spelen van Westvoorde in 1970. De persoon links is onze buurjongen Dirk D’hooghe, ik ben de atleet die over de koord springt, en de persoon rechts is mijn jongere broer Marc. Aan de zwarte kleur van mijn knieën kun je zien dat ik al ettelijke pogingen ondernomen had om het hoogterecord te verbeteren. Wij hadden in die tijd niet veel nodig om ons te amuseren. Hoe minder je hebt, hoe creatiever je bent.”

Bommen

In maart 2016 was Luc aanwezig in de vertrekhal van de luchthaven toen daar de bommen van de terroristen ontploften. “Gelukkig kon ik mij tezamen met andere collega’s en enkele passagiers verschuilen in een leslokaal en zijn wij nadien veilig buiten geraakt. Toen wij door de vernielde vertrekhal  naar buiten liepen, hebben wij dingen gezien die een mens beter niet ziet. De eerste weken word je daar ’s nachts wakker van, maar ook dat gaat voorbij. Het leven gaat verder.”

Naast de zorg voor huis en tuin en het entertainen van zijn kleinkinderen zijn z’n belangrijkste hobby’s reizen en fietsen. “Ik heb reeds de halve wereld afgereisd (deels voor mijn werk en deels privé) en de andere helft staat op mijn “to do list” voor als ik met pensioen ben. “Maar het mooiste aan weggaan is nog altijd “terug thuis komen”.

Waar denk je spontaan aan als je ‘Knesselare’ hoort?

Het dorp van mijn jeugd. De plaats waar ik onbezorgd kon ravotten in de bossen en de velden. Wij hadden geen pretparken of dure attracties nodig om ons te amuseren. Hoe minder je hebt, hoe creatiever je bent. (zie foto hoogspringen in Westvoorde)

Is er een Knesselaarse figuur die voor u iets bijzonders betekende?

Niet meteen een figuur, maar de plaats en de omgeving waar men opgroeit hebben, zonder dat je het zelf beseft, een blijvende invloed op je later leven. En dan denk ik aan de wijze raad van de mensen uit mijn familie en mijn buurt: “Gebruik uw gezond verstand en blijf steeds uzelf… Laat u niets wijsmaken”, zei mijn vader altijd. Ik heb later, in mijn professioneel leven, dikwijls moeten vaststellen dat de meeste gewone mensen meer levenswijsheid in hun kleine pink hebben dan sommige omhoog gevallen universitairen die eigenlijk tot niet veel meer in staat waren dan alleen maar “gebakken lucht” verkopen.

Als ik toch iemand moet noemen… Ook ik kon erg geboeid luisteren naar Fons Ryserhove. Als mens of als onderwijzer heb ik hem niet gekend, maar ik ben naar verschillende van zijn voordrachten geweest en hij kon, zonder veel hulpmiddelen, een grote groep mensen uren boeien met zijn verhalen. Verteller is in deze tijden van sociale media een knelpuntberoep geworden. Ze zijn bijna allemaal uitgestorven.

Zou iemand hier voor jou een standbeeld verdienen?

Mee het mes al op de stoake… Torre Borre en Fiel Brandt

Ja, en het staat er al: het standbeeld voor Torre Borre en Fiel Brandt in Westvoorde. Zij bolden er “op leven en dood”, maar uiteindelijk sloten ze toch vrede en bleef “het mes op de stoake” staan. Fiel Brandt, die de bolwedstrijd verloor, moest wel gans de avond trakteren.

Wat is uw leukste herinnering aan Knesselare? En wat vind je er mooi?

Ik heb alleen maar leuke herinneringen aan Knesselare. (de slechte ben ik al lang vergeten). Wat ik er mooi vind is natuurlijk het Drongengoed en de bossen eromheen. Ik zou dat, beroepshalve niet mogen zeggen, maar ik vind het spijtig dat er midden in dat mooi natuurgebied, een vliegveld ligt.

 

De bende van Knesselare

Had je ooit heimwee naar Knesselare? En zou je hier ooit nog terug willen komen wonen?

Als ik al eens heimwee heb, dan is dat naar het Knesselare van vroeger. Helaas “Mijn Knesselare” bestaat niet meer. Het is zo’n beetje zoals in het liedje van Wim Sonneveld, “het dorp van toen, het is voorbij”. Ik denk niet dat ik ooit nog opnieuw naar Knesselare zou komen wonen. Behalve dat ik er mijn jeugdjaren heb doorgebracht en dat mijn ouders daar begraven zijn, heb ik er geen enkele binding meer mee. Wat er wel is overgebleven, is de vriendschap met drie kameraden uit de lagere school waar ik nog steeds contact mee heb. Ook al woont er niemand meer in Knesselare, in onze interne contacten noemen wij ons nog steeds “De bende van Knesselare“.

Heeft je huidige woonplaats iets dat Knesselare mist?

Ik heb 28 jaar in Gent gewoond en nu woon ik 10 jaar in De Pinte. Gent en Knesselare kun je niet vergelijken. Maar in vergelijking met Knesselare scoort De Pinte  beter op gebied van aanbod van openbaar vervoer (goede trein- en busverbinding met de rest van het land) en betere wegverbindingen (op 15 minuten sta je in Gent als er geen file is)

Zijn er gelegenheden/gebeurtenissen waarbij je kost wat kost in Knesselare aanwezig wenst te zijn?

De jaarmis voor mijn ouders in september.

Spreek je nog Knesselaars? En zo ja, wat zijn je favoriete woorden in ons dialect?

Ik spreek twee dialecten, West-Vlaams, geleerd van mijn moeder die uit Oedelem afkomstig was, en Knesselaars, geleerd tijdens mijn jeugd in Knesselare. Alhoewel ik het zelf niet altijd besef is mijn Knesselaars waarschijnlijk niet meer het echte Knesselaars van vroeger.

Heel mooie dialectwoorden zijn verdesteleweren (overhoop halen, vernielen), den borremeestre (de burgemeester), ne poepgaai (een dommerik), nen bronselare (een knoeier) en bekkendoe (toch wel). De mooiste Knesselaarse uitdrukking die ik onthouden heb: ‘Hij zoe in de kirke schijd’n en ‘t op d’eiligen steek’n’ (iemand de altijd de schuld aan een ander geeft en zelf doet of hij van niets weet)

Volgend jaar is de fusie van Knesselare met Aalter een feit. Wat vind je daarvan?

Ik denk dat Knesselare niet anders kon dan fuseren met Aalter. Er zijn gewoonweg te weinig eigen inkomsten om een goede dienstverlening uit te bouwen voor de burger.

WILT U KNESSELAARS NIEUWS OP DE VOET VOLGEN?

DEZE BLOG VOLGEN IS MAKKELIJK. NOTEER UW EMAILADRES IN HET PASSENDE VAKJE RECHTS NAAST OF ONDER DIT ARTIKEL EN DRUK ENTER. ZO BENT U ALTIJD METEEN MEE