De Aalterse historicus Filip Bastiaen heeft iets met veldwachters, en al zeker met Knesselaarse. Hij schreef er drie artikels over. Een wegwijzer en een woordje uitleg in de aanloop naar wat over ‘de tijd van de champetters’ volgend jaar nog volgt op deze site.In Heemkundige Bijdragen uit het Meetjesland verscheen het eerste artikel over de benoeming van Francies Lips (1858-1899). Het artikel “Remplaceren en politiseren? Een veldwachtersbenoeming in Knesselare (1858)’ is online raadpleegbaar via deze link: https://ugent.academia.edu/FilipBastiaen
Midden februari volgt dan een tweede artikel over veldwachter Karel Van den Abeele (1842-1858), de voorganger van Francies Lips. Van den Abeele was amper 14 jaarveldwachter maar “bleek aan een kwynende ziekte te lijden”. Dat artikel verschijnt in Appeltjes van het Meetjesland 2016 (‘Te rijke (kandidaat)-veldwachter? Karel van den Abeele, Knesselare 1938-1958’).
Eerder verscheen in hetzelfde tijdschrift Heemkundige Bijdragen uit het Meetjesland al een artikel over de benoeming van veldwachter Victor Strobbe in 1899. Het is ook via bovenstaande link te raadplegen.
Na Victor Strobbe (1899-1932) had Knesselare nog volgende veldwachters: Richard Van Ryckeghem (1932-1957), Hilaire Van Yper (1957-1986), Georges Van Holderbeke (1968-), na de fusie ook nog Julien De Clercq (1976-), Luc Serlet en Marc Van Wabeke (1990). Bij de oprichting van de Interpolitie-zone (IPZ) werd het ambt van ‘veldwachter’ afgeschaft.
In 1999 publiceerde Luc Serlet zijn boek ‘Driehonderd jaar landelijke politie in Knesselare – De pioniers van de landelijke politie, 1660-1995’). Op basis daarvan en van nog een aantal andere bronnen zullen we de lezers van KnesselaarsNieuws in de loop van volgend jaar nog wel even meenemen naar de tijd van onze champetters en hun straffe toeren…